Taalcompleet Thema 1: korte/lange klanken

Hebben de woorden een korte of een lange klank?
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hebben de woorden een korte of een lange klank?

Slide 1 - Tekstslide

Maan
A
kort
B
lang

Slide 2 - Quizvraag

kip
A
kort
B
lang

Slide 3 - Quizvraag

stuur
A
kort
B
lang

Slide 4 - Quizvraag

teen
A
kort
B
lang

Slide 5 - Quizvraag

min
A
kort
B
lang

Slide 6 - Quizvraag

boot
A
kort
B
lang

Slide 7 - Quizvraag

kast
A
kort
B
lang

Slide 8 - Quizvraag

hut
A
kort
B
lang

Slide 9 - Quizvraag

zit
A
kort
B
lang

Slide 10 - Quizvraag

koop
A
kort
B
lang

Slide 11 - Quizvraag

Soms hoor je een lange klank, maar schrijf je één letter:
tafel --> /taafel/
jagen --> /jaagen/
lopen --> /loopen/
dialoog --> /die-aa-loog/

Slide 12 - Tekstslide

tafel
A
kort
B
lang

Slide 13 - Quizvraag

stoppen
A
kort
B
lang

Slide 14 - Quizvraag

zien
A
kort
B
lang

Slide 15 - Quizvraag

zin
A
kort
B
lang

Slide 16 - Quizvraag

raden
A
kort
B
lang

Slide 17 - Quizvraag

benen
A
kort
B
lang

Slide 18 - Quizvraag

Welke klank hoor je? Schrijf alleen de letters op.


Voorbeeld:
heup 

Welke klank hoor je?
eu

Slide 19 - Tekstslide

Welke klank hoor je?

Slide 20 - Open vraag

Welke klank hoor je?

Slide 21 - Open vraag

Welke klank hoor je?

Slide 22 - Open vraag

Welke klank hoor je?

Slide 23 - Open vraag

Welke klank hoor je?

Slide 24 - Open vraag

Welke klank hoor je?

Slide 25 - Open vraag

Welk woord hoor je? 


Voorbeeld:
klaar

Welk woord hoor je?
klaar

Slide 26 - Tekstslide

Welk woord hoor je?

Slide 27 - Open vraag

Welk woord hoor je?

Slide 28 - Open vraag

Welk woord hoor je?

Slide 29 - Open vraag

Welk woord hoor je?

Slide 30 - Open vraag

Welk woord hoor je?

Slide 31 - Open vraag

Welk woord hoor je?

Slide 32 - Open vraag