VWO H08 Huren en Kopen

VWO H08 WONING
8.1   Huren
8.2  Kopen
8.3  Lineaire hypotheek
8.4  Annuïteitenhypotheek  
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

VWO H08 WONING
8.1   Huren
8.2  Kopen
8.3  Lineaire hypotheek
8.4  Annuïteitenhypotheek  

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat zou jij doen als je klaar bent met je studie, een huis kopen of huren. Leg uit waarom.

Slide 4 - Open vraag

EEN HUIS HUREN
Onderscheid tussen sociale huur en particuliere huur

Slide 5 - Tekstslide

Noem een voordeel van het huren van een huis.

Slide 6 - Open vraag

Sociale huurwoningen
Een sociale huurwoning is een huurwoning met een maximale netto huurprijs van  € 737. De meeste sociale huurwoningen zijn in bezit van woningcorporaties. 

  • Huur afhankelijk van puntensysteem
  • Jaarlijkse huurverhoging gemaximeerd
  • Soms huurtoeslag mogelijk
  • Te huren bij een inkomen tot de inkomensgrens +/- € 40.000 per huishouden

Slide 7 - Tekstslide

Huurtoeslag: alleen voor een sociale huurwoning

Huurders van een sociale huurwoning met een laag inkomen kunnen via de belastingdienst huurtoeslag aanvragen. 

Slide 8 - Tekstslide

Vrije sectorhuurwoningen
Huurwoningen met een maandhuur vanaf € 737 noemen we huurwoningen in de vrije sector. 

  • Geen huurtoeslag mogelijk
  • Geen maximum aan jaarlijkse huurverhoging 

Slide 9 - Tekstslide

Plichten huurder
  • Huur betalen
  • Opzegtermijn, meestal één maand
  • Aanpassen of verbouwen woning alleen met toestemming, anders bij einde huurcontract opleveren in de oorspronkelijke staat
  • Klein onderhoud; schoonmaken, tuin etc. 

Slide 10 - Tekstslide

Plichten verhuurder
  • Woning ter beschikking stellen 
  • Opstalverzekering betalen 
  • Groot onderhoud uitvoeren
  • Huurcontract moet voldoen aan regels Burgerlijk Wetboek en andere wetten
  • Kan niet zomaar huur opzeggen (huurbescherming voor huurder)

Slide 11 - Tekstslide

Noem een voordeel van het kopen van een huis.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Noem een nadeel van een koopwoning

Slide 14 - Open vraag

Stappenplan huis kopen
Bepaal je budget: hoeveel kun je op basis van je inkomen lenen? 
Hoe wil je wonen? Huizen zoeken die bij je wensen passen doe je bijvoorbeeld op Funda.nl.  

Eventueel huur je een aankoopmakelaar die mee zoekt naar een geschikte woning, mee gaat naar bezichtigingen en de onderhandeling over de aankoop voor je doet. Hiervoor betaal je een vergoeding, een courtage 
Huizen bezichtigen
Als koper en verkoper het eens zijn over de prijs en voorwaarden ondertekenen ze beiden een voorlopig koopcontract. Er staan vaak ontbindende voorwaarden in, dat zijn redenen om zonder kosten van de koop af te kunnen zien. Bijvoorbeeld als de koper de hypotheek niet kan krijgen die nodig is om de woning te betalen 
Als je een hypotheek nodigt hebt is het tijd om deze te regelen, veel mensen schakelen hiervoor een hypotheekadviseur in. De bank die je het geld wil lenen zal een taxatierapport verplicht stellen. Een taxateur stelt de marktwaarde van de woning vast en legt dit vast in een rapport. 
De notaris stelt de verkoopakte op. Hiermee wordt het eigendom van de woning overgedragen van de verkoper naar jou!

De verkoopakte en de hypotheekakte worden door de notaris ingeschreven bij het Kadaster. Dit is een openbaar register waarin belanghebbenden kunnen zien wie eigenaar is van een woning en of er sprake is van een hypotheek op de woning 
Opzoek naar woonruimte

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Woonhuis kopen of huren?
Kopen: eigendom, na afbetaling hypotheeklening is de woning van jou.

Huren: geen zorgen, groot onderhoud door eigenaar, geen risico waardedaling, korte opzegtermijn.

Slide 17 - Tekstslide

JE HUIS FINANCIEREN

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wie is de hypotheekgever?
A
geldnemer
B
geldgever

Slide 20 - Quizvraag

Wie is de geldgever?
A
Koper van een onroerende zaak (bijv. woning)
B
Bank

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Lineaire hypotheek 
We spreken van een lineaire hypotheek als er elke periode een gelijk bedrag aan aflossing wordt betaald. 

Een hypothecaire lening is een geldlening op onderpand van een onroerende zaak. Deze heeft vaak een lange looptijd 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Annuïteitenhypotheek
Een annuïteit is een periodiek bedrag aan interest en aflossing samen. De annuïteit blijft elk jaar hetzelfde, wel verandert de samenstelling van de aflossing en de interest. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Hypothecaire leningen
Lineaire hypotheek
Annuïteitenhypotheek

Slide 27 - Tekstslide

Belastingvoordeel
Een deel van de betaalde hypotheekrente krijg je terug van de belasting. Dit noemen we ook wel een fiscaal voordeel.

Slide 28 - Tekstslide

Inkomstenbelasting 
Hoe hoger je inkomen, hoe hoger het percentage inkomstenbelasting is, daarom noemen we dit een progressief belastingstelsel.

Slide 29 - Tekstslide

Stel je belastbare jaarinkomen is € 70.000. Hoeveel inkomstenbelasting dien je te betalen?

Slide 30 - Open vraag

Te betalen inkomstenbelasting
Schijf 1: € 68.508 x 0,3735 = € 25.587,-
Schijf 2: € 70.000 - € 68.508 = € 1.492 x 0,495 = € 738,-

Totaal te betalen IB:  € 26.325,-

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Belastbaar inkomen € 70.000
5% Hyp. lening van € 400.000
WOZ waarde € 450.000
Bereken te betalen IB.

Slide 33 - Open vraag

Te betalen inkomstenbelasting
Belastbaar inkomen € 70.000
5% Hyp. lening van € 400.000 ( interest: 0,05 x €400.000 = € 20.000,-)
WOZ waarde € 450.000 ( EWF: 0,006 x € 450.000 = € 2.700,-)
Belastbaar inkomen :
€ 70.000 - € 20.000 + € 2.700 = € 52.700
Schijf 1: € 52.700 x 0,3735 = € 19.683,-


Belastingvoordeel: € 26.325,- - € 19.683,- = € 6.642 

Slide 34 - Tekstslide

TIP!!!

Slide 35 - Tekstslide

Maken
opgave 8.1 tm 8.9



Slide 36 - Tekstslide