2. Regionale verschillen

4.2 Regionale verschillen in Nederland!
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

4.2 Regionale verschillen in Nederland!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag leren?
Niet overal in Nederland groeit de bevolking. Wat zijn de verschillen tussen gebieden? En wat zijn de gevolgen voor de bewoners en de inrichting als de bevolking verandert?

Leerdoel: Waar in Nederland groeit de bevolking, waar neemt die af en wat zijn de gevolgen daarvan voor de inrichting?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn voorzieningen?
A
Activiteiten
B
Woningen
C
Iedereen maakt er gebruik van; school, het parkje, sportclub.
D
Straten

Slide 4 - Quizvraag

Voorzieningen zijn..
A
Diensten waar mensen gebruik van maken
B
De grenzen van steden, zoals een stadspoort
C
Een uitkijktoren op de grens van steden
D
Mensen die de stad besturen, zoals burgemeesters

Slide 5 - Quizvraag

Zoek een afbeelding van een voorziening in Amersfoort?

Slide 6 - Open vraag

Welke voorziening zie je waarschijnlijk wel in een groeigebied, maar minder in een krimpgebied?
A
Verzorgingstehuis
B
Bibliotheek
C
Buurthuis
D
Basisschool

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Herinrichting houdt in dat...
A
Gebouwen gesloopt worden en hier iets nieuws wordt gebouwd
B
Gebouwen duurzaam worden ingericht
C
Gebouwen een andere functie krijgen

Slide 10 - Quizvraag

Eemkwartier 2004

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat veroorzaakt het dalende aantal inwoners in krimpregio's?
A
Veel jonge mensen trekken naar de stad
B
Vergrijzing
C
Babyboom
D
Suburbanisatie

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn krimpregio's in Nederland?
A
Zeeland
B
Utrecht
C
Zuid Limburg
D
West-Friesland

Slide 14 - Quizvraag

Jongeren trekken weg uit krimpregio's omdat...
A
Er in andere steden betere cafés zijn
B
Er in andere steden betere universiteiten zijn
C
Er in andere steden betere werkgelegenheden zijn
D
Er in andere steden meer mensen wonen

Slide 15 - Quizvraag

Een krimpregio is een gebied waar ..
A
de economie afneemt
B
de bewoners vertrekken
C
de verbindingen slecht zijn
D
de periferie is

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat heeft het grootste verzorgingsgebied
A
Hema
B
Ikea
C
Blokker
D
Zeeman

Slide 19 - Quizvraag

Wat heeft het grootste verzorgingsgebied
A
Bibliotheek
B
Basisschool
C
Museum
D
Kerk

Slide 20 - Quizvraag

De ....................... is de maximale afstand die een klant wil afleggen om bij een voorziening te komen. Het hele gebied binnen deze afstand waarvandaan klanten naar de voorziening komen, heet het ........................ . De opkomst van het online winkelen draagt eraan bij dat veel traditionele winkels hun ....................... niet meer halen en moeten sluiten.
Sleep het juiste begrip naar de juiste locatie
Drempelwaarde
Reikwijdte
Verzorgingsgebied

Slide 21 - Sleepvraag

De reikwijdte kan zijn
A
5 km
B
10.000 klanten
C
het kan beiden

Slide 22 - Quizvraag

Verzorgingsgebied
Drempelwaarde
Reikwijdte

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is 'reikwijdte'?
A
De afstand die klanten willen afleggen voor een bepaalde dienst.
B
De afstand die een dienst wilt afleggen om zichzelf aan te kunnen bieden.
C
Het verzorgingsgebied van een dienst.
D
Weet ik veel........

Slide 24 - Quizvraag

De drempelwaarde van een voorziening zegt iets over:
A
De winst die een bedrijf moet maken
B
Hoe hoog een drempel ligt per voorziening
C
Het maximum aantal klanten dat nodig is
D
Het minimum aantal klanten dat nodig is

Slide 25 - Quizvraag

De drempelwaarde kan zijn
A
5 km
B
10.000 klanten
C
het kan allebei

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een verzorgingsgebied?
A
Gebied dat door één plaats wordt voorzien van goederen en diensten
B
Gebied waar verzorgingshuizen staan
C
Een winkelcentrum
D
Een woonwijk

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Begrippen
bevolkingskrimp     Afname van de bevolking.
drempelwaarde       Het minimumaantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan.
groeigebied              Gebied waar de bevolking toeneemt. Heet ook groeiregio.
groeiregio                 Gebied waar de bevolking toeneemt. Heet ook groeigebied.
herinrichting           Het opnieuw inrichten van een gebied dat niet meer wordt gebruikt.
infrastructuur         Alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren.
krimpgebied           Gebied waar de bevolking afneemt. Heet ook krimpregio.
krimpregio              Gebied waar de bevolking afneemt. Heet ook krimpgebied.
reikwijdte                De maximale afstand die mensen willen afleggen om van een voorziening gebruik te 
                                  maken.



Slide 29 - Tekstslide

Begrippen
verzorgingsgebied    Het gebied waar de klanten van een voorziening vandaan komen.
voorzieningen            Alle diensten die voorzien in de behoeften van mensen, zoals winkels, speelveldjes en 
                                      huisartsen.



Slide 30 - Tekstslide

Succescriteria
Wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kunt de spreiding van gebieden met bevolkingsgroei en bevolkingskrimp beschrijven en verklaren.
  • Je kunt voorbeelden geven van herinrichting in gebieden met bevolkingsgroei.
  • Je kunt de gevolgen van bevolkingskrimp benoemen.
  • Je kunt de begrippen verzorgingsgebied, reikwijdte en drempelwaarde gebruiken.
  • Je kunt de begrippen verzorgingsgebied, reikwijdte en drempelwaarde gebruiken.
  • Je kunt voorbeelden geven van herinrichting in gebieden met bevolkingskrimp.

Slide 31 - Tekstslide