De VOC en WIC

De VOC & WIC 
Paragraaf 3.2 en 3.3 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De VOC & WIC 
Paragraaf 3.2 en 3.3 

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
Wat?
Hoe?
Tijd?
terugblik
klassikaal
10 minuten 
uitleg 2.2/ 2.3
klassikaal 
20 minuten
afsluiten
klassikaal
5 minuten 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is handelskapitalisme?
A
Alleenrecht om in een gebied (of in een bepaald product) handel te drijven.
B
Boeren werken voor de nijverheid of voor de export en niet alleen meer voor eigen dorp of streek.
C
Versterkt steunpunt voor de handel van bijvoorbeeld VOC of WIC
D
Kapitaal vermeerderen door handel te drijven én door gekochte (ingevoerde) materialen en grondstoffen te laten bewerken en daarna te verkopen met meer winst dan met handel alleen.

Slide 4 - Quizvraag

De moedernegotie heeft te maken met ...?
A
graan- en houthandel met het Oostzeegebied
B
handel in specerijen in 'De Oost'
C
slavenhandel over de Atlantische oceaan
D
walvisvaart en graanhandel met het Oostzeegebied

Slide 5 - Quizvraag

Een gevolg van de moedernegotie is
A
religieuze tolerantie
B
specialisatie bij de boeren
C
het uitbreken van ziektes in de steden
D
het ontstaan van de Hanze

Slide 6 - Quizvraag

Wat hebben de stapelmarkt en moedernegotie met elkaar te maken?

Slide 7 - Open vraag

De moedernegotie is een gevolg van
A
snelle bevolkingsgroei in Holland
B
graanhandel met het Oostzeegebied
C
slechte landbouwgrond in Holland
D
de oprichting van de VOC

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoelen 
aan het eind van deze les:

  • weet je waarom de VOC werd opgericht

  • kun je uitleggen hoe de VOC werkte 

  • weet je waar de WIC zich mee bezig hield

  • kun je uitleggen hoe de trans-atlantische slavenhandel werkte

Slide 9 - Tekstslide

Via het noorden







  • Nadat de Spanjaarden en Portugezen een route naar Indië hadden gevonden waren de Nederlanders ook opzoek naar een Route.
  • Willem Barentsz en Jacob van Heemskerk probeerde in 1596  door het ijs te breken en kwam vast te zitten op het eiland Nova Zembla.

Het schip van Willem Barentsz en Jacob van Heemskerk vast in het ijs op Nova Zembla. Schilderij door Arnold de Lange.

Slide 10 - Tekstslide

Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
  • 1602
  •  Opgericht vanwege concurrerende voorcompagnieën 

  • Kamers (afdelingen) in 6 steden

  • Heren Zeventien 
  • Handelsmonopolie = alleenrecht op handel in bepaalde producten 

Slide 11 - Tekstslide

Werkwijze 
VOC verbleef langere tijd in Azië --> Handelsfactorijen nodig
  • steunpunt voor overzeese handel

  • Jacatra werd Batavia (1618) --> centraal bestuur

  • lokale bevolking weggejaagd & huizen verbrand
  • Gouverneur- Generaal Jan Pieterszoon Coen

Slide 12 - Tekstslide

Ruilen en verkopen 
VOC deed aan Inter-Aziatische handel = handel tussen landen in Azië onderling 
  • nodig omdat: Aziatische landen hadden geen behoefte aan Nederlandse producten 
  • gebied veroveren was niet nodig --> handelsverdragen met Aziatische vorsten, vrijwillig of met geweld 

Slide 13 - Tekstslide

Inter-Aziatische handel



  • In China zijde, thee en porselein kopen.
  • Deel v.d. zijde werd verkocht in Japan voor zilver. 
  • In India katoen inkopen voor Indië 
  • Naar Indië voor specerijen.

Slide 14 - Tekstslide

Genocide op de Banda-Eilanden
1621

Slide 15 - Tekstslide

Aandelen 
  • Om de schepen en het personeel te financieren gaf de VOC aandelen uit. Aandeel= een klein stukje v. bedrijf

  • Iedereen kon aandelen kopen. Zo  kreeg je ook een klein deel van de winst: dividend. 

  • Je kon aandelen kopen of verkopen op de Amsterdamse Beurs.

Slide 16 - Tekstslide

De WIC

Slide 17 - Tekstslide

De Verenigde West-Indische Compagnie
  • 1621 
  • Handel met West-Afrika en Amerika
  • Oorlog met Spanje en Portugal 
  • Slavenhandel
  • Kapers

Slide 18 - Tekstslide

Trans-Atlantische Slavenhandel
  • driehoekshandel

  • Europese schepen naar Afrika met  wapens, alchohol, zilver/goud, textiel 
  • -> kopen van slaven --> 
  • naar Amerika om suiker, koffie, tabak, katoen te verbouwen
  • -> met producten naar Europa 
  • Suriname grootste plantagekolonie 

Slide 19 - Tekstslide


Fort El Mina

  • De aanvoer van slaven aan de Goudkust was niet constant, want alleen als Afrikaanse koningen oorlog voerden, kwamen er slaven op de markt.

  • Daarom bouwden de Portugezen op de Afrikaanse Goudkust fort El Mina om slaven in 'op te slaan' tot het volgende slavenschip naar Brazilië kon worden geladen --> Later veroverd door de Nederlanders. 

Slide 20 - Tekstslide

Jaloezie
Acte van Navigatie (1651)
Een wet die bepaalde dat alleen Engelse schepen 
goederen van- en naar Engeland mochten
vervoeren. 

Gevolg: zeeoorlogen (1652 - 1665). 
- Tweede Engelse Zeeoorlog 
- Vrede van Westminster (1674); Kolonie Nieuw Amsterdam (New York) werd geruild voor Suriname

Slide 21 - Tekstslide

3) De VOC speelde in "de Gouden Eeuw" een belangrijke rol.
Wat was de VOC?
De VOC had een aantal rechten. Wat zijn rechten van de VOC?
A
De VOC was een grote Handelsvereniging en mocht oorlog voeren
B
De VOC was een vereniging van kooplieden en handelaren en mocht verdragen sluiten
C
De VOC was een onderneming waarvan je aandelen kon kopen en mocht forten bouwen
D
De VOC was een beursgenoteerd bedrijf en mocht als enige handel drijven met Azië

Slide 22 - Quizvraag

WIC
VOC
VOC
VOC
WIC
WIC

Slide 23 - Sleepvraag

De WIC
A
werd opgericht in 1621
B
werd opgericht in 1602
C
werd opgericht op aandringen van Johan van Oldenbarnevelt
D
was speciaal opgericht voor de slavenhandel.

Slide 24 - Quizvraag