Les 2b Zorg voor kwaliteit

• PDO
• MBO
• Studiejaar 2

Les 2b Zorg voor kwaliteit

Doel van deze les:

-je kunt de theorie uit de vorige les gebruiken om de vragen juist te beantwoorden;

-je weet hoe een school werkt aan de kwaliteitszorg;
-je weet hoe protocollen werken en
-je kunt een aantal school protocollen benoemen. 

Waarom is een VOG in sommige beroepen noodzakelijk?

1. Dan weten ze wie je bent en waar je woont
2. Dan weten ze of je betrouwbaar en integer bent
3. Dan weten ze dat je altijd op tijd op je werk zult zijn
4. Dan weten ze dat je boventallig aan het werk kunt gaan

Wat klopt?

1. De GGD controleert de kinderopvang en de scholen.
2. De GGD controleert de kinderopvang en de gemeente controleert de scholen.
3. De onderwijsinspectie controleert de kinderopvang en de scholen
4. De onderwijsinspectie controleert de scholen en de GGD controleert de kinderopvang,

Waar of niet waar?
De beroepscode en de gedragscode worden landelijk opgesteld.

1. Waar
2. Niet waar

Welke stelling is waar?

1. Een gymdocent moet zich houden aan de gedragscode van de school.
2. Een basisschool stelt zelf een beroepscode op.
3. Medewerkers van de kinderopvang moeten zich houden aan een beroepscode.

8.3 Zorg voor kwaliteit

Kwaliteitszorg

 De onderwijsinspectie kijkt o.a. of de scholen zichzelf verbeteren.

Scholen verbeteren zich door zich de volgende vragen te stellen:
-leveren we de kwaliteit die we willen?

-leveren we de kwaliteit die we moeten leveren? 
-werken we op de goede manier?
-halen we onze doelen?

-welke scholing hebben we nodig?  
-wat kan beter?

Methodes om te onderzoeken of er genoeg kwaliteit wordt geboden, noemen we kwaliteitszorgsystemen. 

Op school wordt er gewerkt met protocollen. Van welke protocollen op school heb jij wel eens gehoord?
Vul ze apart van elkaar in.

8.3 Zorg voor kwaliteit

Protocollen

Pak blz. 307 voor je 'werken met protocollen' 
Eén student leest voor.

Vraag: heb jij op je werk ook een protocol?  

In een protocol staan stappen beschreven die je moet of kunt doorlopen in een bepaalde situatie. 

Ga aan de slag met je werkboek:                                

-start met de opdrachten van 8.3 in je werkboek. 

-lees 8.3 door 

                                                                      

Einde van de les.

Let op: Volgende week je 
Profielboek Pedagogiek  

meenemen.