In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Lesdoelen
namen van de ruimtelijke figuren
uitslagen tekenen.
aanzichten tekenen.
tekenen in perspectief
kubussen en balken tekenen
oppervlakte van ruimtelijke figuren berekenen
Slide 1 - Tekstslide
Ruimtefiguren
De volgende ruimtefiguren moet je herkennen:
Bol, balk, kubus, piramide, cilinder, kegel en prisma
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Uitslag
Van een aantal ruimtefiguren moet je ook de uitslag herkennen en kunnen tekenen:
Balk, kubus, prisma, piramide, kegel en cilinder
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Uit welke ruimtefiguren is de kerk gebouwd?
A
2 kubussen, piramide, balk
B
2 kubussen, piramide, prisma
C
2 balken, piramide, cilinder
D
2 balken, piramide, prisma
Slide 8 - Quizvraag
Bij welk ruimtefiguur hoort deze uitslag?
A
Cilinder
B
halve cilinder
C
prisma
D
kegel;
Slide 9 - Quizvraag
aanzichten
Van een ruimtefiguur moet je 6 aanzichten kunnen tekenen en/of herkennen
voor, achter, links, rechts, boven en onder
Slide 10 - Tekstslide
Welk aanzicht zie je?
A
Linkerzijaanzicht
B
Rechterzijaanzicht
C
Vooraanzicht
D
Bovenaanzicht
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Video
Perspectief
Er zijn regels bij perspectief tekenen. Bekijk het filmpje wat hierbij hoort.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Hoofdstuk 3
Tekenen in perspectief: regel 1: evenwijdige lijnen die van je af lopen verdwijnen in het verdwijnpunt aan de horizon.
Regel 2: verticale lijnen zijn in de tekening ook verticaal
Slide 15 - Tekstslide
Perspectief (vervolg)
Regel 3: De horizon ligt op ooghoogte, dus op ongeveer 1,5 meter hoogte.
Regel 4: in perspectief tekeningen mag je alleen verticale afstanden meten
Slide 16 - Tekstslide
Kubus en balk tekenen
Er zijn regels voor het tekenen van kubussen en balken. bekijk de theorie hiervoor.
Slide 17 - Tekstslide
Kubus en balk tekenen
Slide 18 - Tekstslide
Oppervlakte ruimtefiguren
Om de oppervlakte van een ruimtefiguur uit te rekenen moet je de formules kennen (sommige worden gegeven) en kunnen toepassen. Bekijk hoe dit werkt in het filmpje.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Wat is de totale oppervlakte en inhoud van deze balk?
A
Oppervlakte: 26 m2
Inhoud: 24 m3
B
Oppervlakte: 52 m2
Inhoud: 24 m3
C
Oppervlakte: 52 m2
Inhoud: 16 m3
D
Oppervlakte: 40 m2
Inhoud: 18 m3
Slide 21 - Quizvraag
Maak een schets van de uitslag van de cilinder en zet de maten erbij. Bereken de oppervlakte van deze cilinder. Rond af op hele cm