Burgerschap

Les 1 de grondwet
Nederland is een rechtsstaat: Een land waarin de macht van de overheid is begrensd door de wet.

In een rechtsstaat:
is de macht van de overheid begrensd door de wet;
is er scheiding van machten;
hebben alle inwoners grondrechten;
is er eerlijke rechtspraak.

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Voortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 1 de grondwet
Nederland is een rechtsstaat: Een land waarin de macht van de overheid is begrensd door de wet.

In een rechtsstaat:
is de macht van de overheid begrensd door de wet;
is er scheiding van machten;
hebben alle inwoners grondrechten;
is er eerlijke rechtspraak.

Slide 1 - Tekstslide

De overheid moet zich, net als iedereen in Nederland, aan de wet houden.
Voorbeelden van antwoorden op de vraag:
De overheid zou makkelijk haar macht kunnen misbruiken.
De overheid kan bepaalde groepen voortrekken.
Mensen kunnen zonder eerlijke rechtspraak opgesloten worden.

In een rechtsstaat is er scheiding van machten:
De macht van de overheid is verdeeld over drie groepen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In een rechtsstaat hebben alle inwoners grondrechten: Rechten die in de Grondwet zijn vastgelegd en voor iedereen gelden.

In de Grondwet staan twee soorten grondrechten:
 
Klassieke grondrechten: Grondrechten die je beschermen tegen bemoeienis door de overheid.
 
Sociale grondrechten: Grondrechten die gaan over de taken van de overheid.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De grondwet overtreden
De overheid mag niet zomaar maatregelen nemen die in strijd zijn met jouw grondrechten.



Alleen bij hoge uitzondering mag een grondrecht worden ingeperkt, bijvoorbeeld:
-als de veiligheid in gevaar is;
-om criminaliteit te bestrijden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
De docent leest de vraag voor en vraagt 1 of 2 leerlingen om antwoord te geven. Iedereen schrijft een antwoord op.

Aan het einde van de les laat iedereen zijn gemaakte werk voor de camera zien.

Antwoorden zijn op de volgende slides te vinden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2 De regering
Wat gaan we deze les doen?
Instructie
Opdrachten maken

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland wordt bestuurd door de regering.

Regering: Groep mensen die het land bestuurt en bestaat uit de ministers en de koning.


De regering heeft twee hoofdtaken:
zorgen dat wetten goed worden uitgevoerd
maatregelen nemen als er problemen spelen in Nederland


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De regering
De regering bestaat uit de koning en ministers.

Minister: Persoon die verantwoordelijk is voor een onderdeel van het bestuur van het land.



Wie is dit?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een minister staat aan het hoofd van een ministerie: Afdeling van de overheid waar de plannen van een minister worden voorbereid en uitgewerkt.

Sommige ministers worden bijgestaan door een staatssecretaris.
Staatssecretaris: Persoon die verantwoordelijk is voor een deel van het takenpakket van een minister.
Alle ministers en staatssecretarissen samen noem je het kabinet.



Een minister staat aan het hoofd van een ministerie: Afdeling van de overheid waar de plannen van een minister worden voorbereid en uitgewerkt.

Sommige ministers worden bijgestaan door een staatssecretaris.
Staatssecretaris: Persoon die verantwoordelijk is voor een deel van het takenpakket van een minister.
Alle ministers en staatssecretarissen samen noem je het kabinet. 



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regeren
De plannen van het kabinet voor het bestuur van het land staan in het regeerakkoord.

Elk jaar maakt het kabinet een plan waarin staat hoeveel geld het kabinet uit wil geven en waaraan ze het geld willen uitgeven: de Miljoenennota.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
De docent leest de vraag voor en vraagt 1 of 2 leerlingen om antwoord te geven. Iedereen schrijft een antwoord op.

 

Aan het einde van de les laat iedereen zijn gemaakte werk voor de camera zien.
Antwoorden zijn op de volgende slides te vinden

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies