2 VWO herhaling week 45-47

2 VWO herhaling week 45-47
In deze LessonUp herhaal je:
  • de woordenschat van de afgelopen weken
  • de Modalverben
  • het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2 VWO herhaling week 45-47
In deze LessonUp herhaal je:
  • de woordenschat van de afgelopen weken
  • de Modalverben
  • het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Wortschatz

Vertaal het gegeven woord.
Denk aan hoofdletters en Umlauten!


Kapitel 2, Lektion 1 & 6
KAT-woordenlijst 2, 1 tm 20



Slide 2 - Tekstslide

de donderdag

Slide 3 - Open vraag

vorige week

Slide 4 - Open vraag

belangrijk

Slide 5 - Open vraag

het cadeau

Slide 6 - Open vraag

het zakgeld

Slide 7 - Open vraag

nu

Slide 8 - Open vraag

vandaag

Slide 9 - Open vraag

mooi

Slide 10 - Open vraag

brauchen

Slide 11 - Open vraag

die Farbe

Slide 12 - Open vraag

Geef hieronder het
aantal goede antwoorden aan.
010

Slide 13 - Poll

Modalverben

Slide 14 - Tekstslide

welke Modalverben
ken je?

Slide 15 - Woordweb

Wat hoort bij elkaar?
graag willen
willen
houden van
weten
kunnen
mogen
moeten
dürfen
möchten
können
müssen
wollen
wissen
mögen

Slide 16 - Sleepvraag

vertaal de woorden tussen haakjes

(Wij mogen) morgen leider nicht zur Party.

Slide 17 - Open vraag

vertaal de woorden tussen haakjes

(Ik lust) diesen Salat wirklich nicht.

Slide 18 - Open vraag

vertaal de woorden tussen haakjes

(Willen jullie) zusammen mit uns ins Kino?

Slide 19 - Open vraag

vertaal de woorden tussen haakjes

(Kun je) mich heute Nachmittag abholen?

Slide 20 - Open vraag

vul de juiste vorm van het werkwoord in
Lieke und Jens (aardig vinden)
den neuen Lehrer nicht so.

Slide 21 - Open vraag

vul de juiste vorm van het werkwoord in
Meine Mutter (weet) noch nicht
was sie heute Abend anzieht.

Slide 22 - Open vraag

vul de juiste vorm van het werkwoord in
Wer (mag) zu deinem Geburtstag kommen?

Slide 23 - Open vraag

vul de juiste vorm van het werkwoord in
Heute Abend (wil ik graag) Pizza essen.

Slide 24 - Open vraag

Ik ken de betekenis van alle modale werkwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik ken de vervoeging van alle modale werkwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Slide 27 - Tekstslide

persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
verwijst naar een persoon/personen
er kan een -e achter komen
kan een zelfstandig naamwoord vervangen
geeft aan dat iets
van iemand is/bij iemand hoort
hoort bij een 
zelfstandig naamwoord
heeft een vaste vorm

Slide 28 - Sleepvraag

Wat hoort bij elkaar?
unser(e)
ihr(e)
euer, eure
ihr(e)
Ihr(e)
sein(e)
mein(e)
dein(e)
sein(e)
ich
ihr
sie
wir
du
es
Sie
er
sie

Slide 29 - Sleepvraag

Entschuldigung, können …….. (u) mir sagen, wo ……. (uw) Auto (o) steht?
A
Sie - ihr
B
Sie - Ihre
C
Ihr - Sie
D
Ihre - Sie

Slide 30 - Quizvraag

Kinder, ………… (jullie) müsst ………… (jullie) Schulbücher mitnehmen.
A
ihre - ihre
B
euer - euere
C
ihr - euer
D
ihr - eure

Slide 31 - Quizvraag

Wo ist Anne? Ich suche …………. (haar) schon die ganze Zeit.
A
ihr
B
er
C
sie
D
es

Slide 32 - Quizvraag

Wo hast du ………. (mijn) Handy (o) gefunden?
(Hij) .......... lag auf dem Tisch.

A
mein - er
B
mein - sie
C
mein - es

Slide 33 - Quizvraag

Ik ken de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden en weet hoe ik ze moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll