Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3H_REP2_TW2
3H_REP2_TW2
1 / 51
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
51 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
55 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
3H_REP2_TW2
Slide 1 - Tekstslide
QUIZ
Slide 2 - Tekstslide
Een zelfstandig naamwoord vervangen door een persoonlijk voornaamwoord:
Der Mantel
ist blau.
A
Er ist blau.
B
Es ist blau.
C
Sie ist blau.
Slide 3 - Quizvraag
Ein Mann
lacht.
A
Sie lacht.
B
Es lacht.
C
Er lacht.
Slide 4 - Quizvraag
Das Kleid
ist schön.
A
Es ist schön.
B
Er ist schön.
C
Sie ist schön.
Slide 5 - Quizvraag
Wie viel kostet
dein Pullover
?
A
Es kostet 30 Euro.
B
Er kostet 30 Euro.
C
Sie kostet 30 Euro.
Slide 6 - Quizvraag
Meine Schuhe
sind neu.
A
Sie ist neu.
B
Sie sind neu.
C
Wir sind neu.
Slide 7 - Quizvraag
Wo ist
Ihre Jacke
?
A
Es hängt in der Garderobe.
B
Er hängt in der Garderobe.
C
Sie hängt in der Garderobe.
Slide 8 - Quizvraag
Simon
hat heute Geburtstag.
A
Er gibt eine Party.
B
Sie gibt eine Party.
C
Sie geben eine Party.
Slide 9 - Quizvraag
Meine Eltern
geben mir Taschengeld.
A
Ihr gebt mir Taschengeld.
B
Sie gibt mir Taschengeld.
C
Sie geben mir Taschengeld.
Slide 10 - Quizvraag
Bezittelijke voornaamwoorden horen ook
bij de EIN-Gruppe:
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
DER
DIE
DAS
DIE
(K)EIN
(K)EINE
(K)EIN
KEINE
asassa
meine
mein
mein
meine
Slide 11 - Sleepvraag
die Katze
A
mein
B
meine
Slide 12 - Quizvraag
der Bruder
A
dein
B
deine
Slide 13 - Quizvraag
die Kinder
A
Ihr
B
Ihre
Slide 14 - Quizvraag
das Kaninchen
A
unser
B
unsere
Slide 15 - Quizvraag
die Schule
A
euer
B
eure
Slide 16 - Quizvraag
das Buch
A
euer
B
eure
Slide 17 - Quizvraag
Bezittelijke voornaamwoorden:
Ich
habe ein neues Fahrrad (o).
A
Das ist mein Fahrrad.
B
Das ist unser Fahrrad.
C
Das ist dein Fahrrad.
Slide 18 - Quizvraag
Fährst
du
mit dem Fahrrad (o)?
A
Ach, da steht mein Fahrrad!
B
Ach, da steht dein Fahrrad!
C
Ach, da steht sein fahrrad!
Slide 19 - Quizvraag
Sie
haben eine schöne Hose (v) an, Frau Mayer!
A
Ist das ihre Lieblingshose?
B
Ist das deine Lieblingshose?
C
Ist das Ihre Lieblingshose?
Slide 20 - Quizvraag
Wir
machen eine Party (v)!
A
Eure Party ist am Freitag.
B
Ihre Party ist am Freitag.
C
Unsere Party ist am Freitag.
Slide 21 - Quizvraag
Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Wo ist denn
mein
Fahrrad?
A
persoonlijk
B
bezittelijk
Slide 22 - Quizvraag
Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Das ist
ihre
Tasche.
A
persoonlijk
B
bezittelijk
Slide 23 - Quizvraag
Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Wo hat
er
sein Handy vergessen?
A
persoonlijk
B
bezittelijk
Slide 24 - Quizvraag
Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Warum ist
er
gestern nicht gekommen?
A
persoonlijk
B
bezittelijk
Slide 25 - Quizvraag
Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Habt
ihr
die Hausaufgaben gemacht?
A
persoonlijk
B
bezittelijk
Slide 26 - Quizvraag
wohnen: Wir ... hier schon seit 1998.
A
wohnen
B
wohnt
C
wohnst
D
wohne
Slide 27 - Quizvraag
tanzen: Ich ... sehr gerne Salsa.
A
tanzt
B
tanze
C
tanzen
Slide 28 - Quizvraag
grüßen: Warum ... du mich nicht?
A
grüßen
B
grüße
C
grüßt
Slide 29 - Quizvraag
heißen: Wie ... du eigentlich?
A
heiße
B
heißt
C
heißen
Slide 30 - Quizvraag
fragen: Wir ... den Lehrer, ob er Zeit hat.
A
fragt
B
fragst
C
fragen
D
frage
Slide 31 - Quizvraag
spielen: ... du Tennis oder Volleyball?
A
Spiele
B
Spielt
C
Spielen
D
Spielst
Slide 32 - Quizvraag
Eindigt de stam van een werkwoord op
-d of -t
, dan komt er voor de uitgang een
extra -e
in de tegenwoordige tijd bij DU, ER, SIE, ES en IHR.
A
richtig
B
falsch
Slide 33 - Quizvraag
Wie lange ... du schon?
A
wartest
B
wartst
C
wartet
D
warten
Slide 34 - Quizvraag
Ich habe
A
gewart
B
gewartet
Slide 35 - Quizvraag
Ihr ... im Supermarkt.
A
arbeit
B
arbeitet
C
arbeitest
D
arbeite
Slide 36 - Quizvraag
Wir ... im Supermarkt ...
A
haben ... gearbeit.
B
habt ... gearbeitet.
C
haben ... gearbeitet.
D
hat ... gearbeitet.
Slide 37 - Quizvraag
Ich ... in München.
A
wohnt
B
wohne
C
wohnst
D
wohnen
Slide 38 - Quizvraag
Ich ... in Müchen ... .
A
habe ... gewohnt.
B
hast ... gewohnt.
C
haben ... gewohnt.
D
habt ... gewohnt.
Slide 39 - Quizvraag
timer
1:00
dürfen
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
mogen, toestemming hebben
willen, wil van jezelf
houden van, lusten
iets kunnen
je moet het van jezelf doen
je moet het van een ander doen
weten
Slide 40 - Sleepvraag
wissen
... du, wann Maria nach Hause kommt?
A
Weiß
B
Weißt
C
Wisst
Slide 41 - Quizvraag
dürfen
... ich bitte auf die Toilette gehen?
A
Dürfst
B
Dürft
C
Darf
Slide 42 - Quizvraag
können
... ihr bitte leise sein?
A
Kann
B
Könnt
C
Können
Slide 43 - Quizvraag
möchten
Was ... Sie denn, Frau Huber?
A
möchtet
B
möchte
C
möchten
Slide 44 - Quizvraag
wollen
Peter ... nicht in die Schule gehen.
A
will
B
wollt
C
willst
Slide 45 - Quizvraag
mögen
... du lieber Eis oder Schokolade?
A
Mögt
B
Mag
C
Magst
Slide 46 - Quizvraag
Vertaal en zet in: lusten
Ich ... noch ein Stück Kuchen, bitte.
Slide 47 - Open vraag
Vertaal en zet in: kunnen
Warum ... du heute nicht mit ins Kino?
Slide 48 - Open vraag
Vertaal en zet in: mogen
In der Klasse ... du nicht essen.
Slide 49 - Open vraag
Vertaal en zet in: weten
Was ... du über die Dinosaurier?
Slide 50 - Open vraag
Slide 51 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Anne Frank, das Hinterhaus
September 2022
- Les met
13 slides
door
Anne Frank Stichting
History
Secondary Education
Primary Education
Age 11-13
Anne Frank House
4T K2 voorzetsels en voornaamwoorden
December 2018
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
verschil tussen de bezittelijke vnw en de persoonlijke vnw
Februari 2021
- Les met
28 slides
Duits
Middelbare school
naamvallen
Januari 2024
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Fehleranalyse: Verkehrsmittel nach Berlin
Oktober 2023
- Les met
39 slides
Duits
Secundair onderwijs
Bezittelijke voornaamwoorden
November 2022
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
Kasussystem - Wiederholung
Mei 2021
- Les met
33 slides
Duits
Hoger onderwijs