10/02 : l'article partitif

Bonjour !
- On répète l'article partitif
- Bookwidget
- Expliquer l'exercice pour une note
- Kahoot
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bonjour !
- On répète l'article partitif
- Bookwidget
- Expliquer l'exercice pour une note
- Kahoot

Slide 1 - Tekstslide

Qui sont les gagnants d'hier ?

Tooske & Karlijn
Teun

Slide 2 - Tekstslide

On répète

Slide 3 - Tekstslide

Het delend lidwoord
Du / de la / de l' / des

Du
Mannelijke ZN (de + le = du)
De la
Vrouwelijke ZN (de + la = de la)
De l'
ZN die beginnen met een klinker of stomme h
Des
ZN in meervoud (de + les = des)

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we het delend lidwoord? 
- Bestaat niet in het Nederlands
- In het Frans gebruik je het na een onbepaalde hoeveelheid

                       Ik eet fruit                            Je mange du fruit
                       Ik drink wijn                        Je bois du vin
                       Ik koop vlees                     J'achète de la viande
                      

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer niet? 

- Na de ontkenning (ne ... pas)
- Na een bepaalde hoeveelheid
- Na 'beaucoup'

Slide 6 - Tekstslide

J'achète un kilo ... pommes (f)

Slide 7 - Open vraag

Je ne bois pas ... bière (f)

Slide 8 - Open vraag

Je mange ... pain (m)

Slide 9 - Open vraag

Il achète ... tomates (f)

Slide 10 - Open vraag

Elle parle beaucoup ... séries (f)

Slide 11 - Open vraag

Bookwidget
Comment ?              Individuel

Temps ?                    4 minutes

Fini ?                         Très bien ! Tu peux te relaxer un petit peu.

timer
4:00

Slide 12 - Tekstslide

L'exercice pour une note
 (2-teller)


In tweetallen gaan jullie een rollenspel spelen en opnemen. 
Één is de verkoper en één is de klant. Jullie mogen zelf de setting bedenken (bakker, slager, supermarkt, etc.)

Slide 13 - Tekstslide

Wat moet er in de opdracht verwerkt worden ?
- Per persoon 10 zinnen:
Bijvoorbeeld: begroeten, noemen wat je wilt, hoeveelheden, iets is er misschien niet, vragen of de klant nog iets anders wenst, vragen naar wat het kost, afrekenen, contant of pinnen, tasje, afscheid, etc. 

- Minimaal de volgende lidwoorden:
   3 keer een delend lidwoord (du, de l’, de la, des)
  1x “de” na een ontkenning en 1x “de” na een woord van hoeveelheid

Slide 14 - Tekstslide

Waar word je op beoordeeld?
Aanvankelijkheidseisen: 
- Allebei zichtbaar en hoorbaar op de opname (via Google Meet) 
- Minimaal 10 zinnen pp

1. De uitspraak
2. De grammatica (werkwoorden, delend lidwoord, etc.)
3. Woordenschat (uit de woordenlijst)
4. Creativiteit
                                                                             * Google translate = -2 punten

Slide 15 - Tekstslide

Voor maandag:
Zorg dat je een tweetal hebt gemaakt, zodat je tijdens de les aan de slag kan met de opdracht. 




Inlevermoment opdracht = 17-02

Slide 16 - Tekstslide

Kahoot

Slide 17 - Tekstslide