Weektaak 6

Telefoon in de tas
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Telefoon in de tas

Slide 1 - Tekstslide

Plattegrond 2D

Slide 2 - Tekstslide

Plattegrond 2E

Slide 3 - Tekstslide

Weektaak 
Opdracht 4, 6, 8 t/m 10, 14, 15, 17 t/m 19
Maandag 13 (2D)
Dinsdag 14 (2E)

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel


Je hebt alle leerdoelen van 
de voorkennis en paragraaf 5.1 behaald,
of weet wat je nog moet doen om deze te behalen.




H5: Machten, wortels en verbanden:
VK: Kwadraat en wortel
5.1: Machten
5.2: Volgorde en deelstreep
5.3: [HAVO] Wortels herleiden
5.4: Lineaire formules met haakjes
5.5: Formules met een deelstreep
5.6: Formules met kwadraten
5.7: Formules met wortels
5.8: Periodieke grafiek

Slide 5 - Tekstslide

Rekenvolgorde

  Rekenvolgorde:

  1. Tussen haakjes
  2. Kwadraten en wortels
  3.   x   en   :   
  4.   +   en  -   

Slide 6 - Tekstslide

Kwadraten
42=44=16

Slide 7 - Tekstslide

Kwadraten
42=44=16
132=1313=169

Slide 8 - Tekstslide

Kwadraten
42=44=16
132=1313=169
23,82=566,44

Slide 9 - Tekstslide

Wortels
Wortels zijn het omgekeerde
van kwadraten.
16=4
169=13

Slide 10 - Tekstslide

Wortels
Wortels zijn het omgekeerde
van kwadraten.
16=4
169=13
83=9,1104...

Slide 11 - Tekstslide

Los op:

(9+2)766=

Slide 12 - Open vraag


Volgorde bij berekeningen

(911)24=

Slide 13 - Open vraag

Volgorde op de rekenmachine!

(3x4)28=

Slide 14 - Open vraag

5.1 Machten

Slide 15 - Tekstslide

5.2 Machten
macht ->   grondtal en exponent 
35
grondtal
exponent

Slide 16 - Tekstslide

32
exponent
grondtal

Slide 17 - Tekstslide

5.1: Machten
42 betekent dus 4 × 4.
Wat zou 43 betekenen? 

Slide 18 - Tekstslide

5.1: Machten
42 betekent dus 4 × 4.
Wat zou 43 betekenen? 
43 = 4 × 4 × 4 = 64.

Slide 19 - Tekstslide

5.1: Machten
42 betekent dus 4 × 4.
Wat zou 43 betekenen? 
43 = 4 × 4 × 4 = 64.
Op de rekenmachine:
4 ^ 3 = 64

Slide 20 - Tekstslide

5.1: Machten
Als we 27 willen berekenen, noemen we 2 het grondtal en 7 de exponent.

Slide 21 - Tekstslide

5.1: Machten
Als we 27 willen berekenen, noemen we 2 het grondtal en 7 de exponent.
We doen eigenlijk 2×2×2×2×2×2×2, maar op de rekenmachine vullen we in 2 ^ 7

Slide 22 - Tekstslide

5.1: Machten
Als we 27 willen berekenen, noemen we 2 het grondtal en 7 de exponent.
We doen eigenlijk 2×2×2×2×2×2×2, maar op de rekenmachine vullen we in 2 ^ 7
Daar komt uit: 27 = 128.

Slide 23 - Tekstslide

Opdrachten

4, 6, 8 t/m 10
timer
15:00
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Pauze
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Lesdoel
Je weet wat een deelstreep is en kunt hiermee
berekeningen uitvoeren i.c.m. de rekenvolgorde.

Je kunt berekeningen met een deelstreep op de 
rekenmachine uitvoeren.
H5: Machten, wortels en verbanden:

VK: Kwadraat en wortel
5.1: Machten
5.2: Volgorde & deelstreep
5.3: [H] Wortels herleiden
5.4: Lineaire formules met 
        haakjes
5.5: Formules met een
        deelstreep
5.6: Formules met
       kwadraten
5.7: Formules met wortels
5.8: Periodieke grafiek

Slide 26 - Tekstslide

Nieuwe Theorie: deelstreep
In een breuk als        betekent het streepje eigenlijk "delen door".


43

Slide 27 - Tekstslide

Nieuwe Theorie: deelstreep
In een breuk als        betekent het streepje eigenlijk "delen door".

In de som                             staat ook zo'n streep. Dat noemen we een deelstreep.
43
4+8212+5

Slide 28 - Tekstslide

Nieuwe Theorie: deelstreep
In een breuk als        betekent het streepje eigenlijk "delen door".

In de som                             staat ook zo'n streep. Dat noemen we een deelstreep.
Eigenlijk staat er 

43
4+8212+5
(212):(8+4)+5

Slide 29 - Tekstslide

Nieuwe Theorie: deelstreep
In een breuk als        betekent het streepje eigenlijk "delen door".

In de som                             staat ook zo'n streep. Dat noemen we een deelstreep.
Eigenlijk staat er 
Je berekent eerst wat er boven de deelstreep staat, dan wat er onder staat. Dan pas kun je delen.
43
4+8212+5
(212):(8+4)+5

Slide 30 - Tekstslide

Deelstreep: voorbeeld
Bereken:


12+1310+85+12

Slide 31 - Tekstslide

Deelstreep: voorbeeld
Bereken:

Eerst boven de deelstreep: 
12+1310+85+12
12+1350+12

Slide 32 - Tekstslide

Deelstreep: voorbeeld
Bereken:

Eerst boven de deelstreep: 

Dan onder de deelstreep: 
12+1310+85+12
12+1350+12
2550+12

Slide 33 - Tekstslide

Deelstreep: voorbeeld
Bereken:

Eerst boven de deelstreep: 

Dan onder de deelstreep: 

Dan delen: 
12+1310+85+12
12+1350+12
2550+12
2+12=14

Slide 34 - Tekstslide

Deelstreep op de rekenmachine
Bereken:

20+2165+182

Slide 35 - Tekstslide

Deelstreep op de rekenmachine
Bereken:

Kan niet uit het hoofd! 
20+2165+182

Slide 36 - Tekstslide

Deelstreep op de rekenmachine
Bereken:

Kan niet uit het hoofd! 
Dus moeten we haakjes gebruiken op de rekenmachine:


Probeer maar eens in te vullen.
20+2165+182
(165+182):(20+2)

Slide 37 - Tekstslide

Deelstreep op de rekenmachine
Bereken:

Kan niet uit het hoofd! 
Dus moeten we haakjes gebruiken op de rekenmachine:



20+2165+182
(165+182):(20+2)=53,614...

Slide 38 - Tekstslide

Opdrachten

14, 15, 17 t/m 19
timer
15:00
timer
5:00

Slide 39 - Tekstslide