grammatica opdr 3 en 4 (rvl)

Blok 3 Grammatica
Herhaling zinsdelen en ontleden tm lijdend voorwerp
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Blok 3 Grammatica
Herhaling zinsdelen en ontleden tm lijdend voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les:
- heb je opnieuw geoefend met het verdelen van de zin in zinsdelen
- heb je opnieuw geoefend met het vinden van het lijdend voorwerp. 

Slide 2 - Tekstslide

herhaling: bouwplan
Mijn moeder
viert
haar verjaardag
wanneer?
PV
wat?
wie?
morgen

Slide 3 - Tekstslide

Wie? 
PV
wanneer? 
waar? 
Tante Lena
loopt
overmorgen
in Amsterdam

Slide 4 - Sleepvraag

De scheidsrechter gaf de speler een rode kaart.

(verdeel deze zin in zinsdelen)

Slide 5 - Open vraag

Gisteren hebben we in een feestzaal de verjaardag van mijn moeder gevierd.

(verdeel in zinsdelen)

Slide 6 - Open vraag

Hoe vind je het lijdend voorwerp? 
wie/wat + wwg + onderwerp = lijdend voorwerp. 
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=

Slide 7 - Tekstslide

STAPPEN om LV te vinden: 

1) Zoek het wwg (alle werkwoorden in de zin)
2) zoek het onderwerp (wie/wat + wwg)
3) zoek het lijdend voorwerp (wie/wat + wwg + onderwerp)


Slide 8 - Tekstslide

De politie geeft alle hardrijders een bekeuring.

lijdend voorwerp=
A
de politie
B
geeft
C
alle hardrijders
D
een bekeuring

Slide 9 - Quizvraag

Jasper gooit zijn schooltas in de hoek.

lijdend voorwerp=
A
Jasper
B
gooit
C
zijn schooltas
D
in de hoek

Slide 10 - Quizvraag

De burgemeester knipt het lint door.

lijdend voorwerp=
A
de burgemeester
B
knipt
C
het lint
D
knipt door

Slide 11 - Quizvraag

Joop geeft Hans een klap.

lijdend voorwerp=
A
Joop
B
geeft
C
Hans
D
een klap

Slide 12 - Quizvraag

SPIEKBRIEFJE!
Op de volgende slide staat een spiekbriefje. 
Schrijf dit spiekbriefje in je schrift. 
Je mag het gebruiken als je huiswerk gaat maken, NIET tijdens SO of PW. 

Slide 13 - Tekstslide

Spiekbriefje 

Hoe vind ik het lijdend voorwerp?

1)  zoek het werkwoordelijk gezegde (alle ww in de zin)
2) zoek het onderwerp (wie/wat + wwg)
3) zoek het lijdend voorwerp (wie/wat + wwg + onderwerp) 

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opdracht 3 en 4
blz 118

En ja dus: als je de zin in zinsdelen moet verdelen, moet je die helemaall overschrijven 

Slide 15 - Tekstslide