Maak opdracht 4 en 7abc van paragraaf 1.4.
Maak de opdrachten zelfstandig in je werkboek (p. 23).
Gebruik je aantekeningen 'Hoog- en Laag-Nederland' en 'Landijs, stuwwallen en
zwerfstenen' en de leestekst 'Jagers worden boeren'.
10 minuten
Je kunt nu kenmerken benoemen van het landschap van Hoog-Nederland,
en je weet hoe het landschap in Hoog-Nederland is ontstaan.