Week 1, Voedingsstoffen

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Macrofagen
B-lymfocyten
T-lymfocyten
Antistoffen
Witte bloedcellen die ziekteverwekkende bacteriën en zieke en dode lichaamscellen opruimen
Maken antistoffen tegen het antigen
Gaan aan de buitenkant van virussen en bacteriën vastzitten en blokkeren daarmee hun werking
Vallen de cellen zelf aan zoals besmette cellen en tumorcellen

Slide 4 - Sleepvraag

0

Slide 5 - Video

Welke voedingsstoffen ken je?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Waarom hebben we voedingsstoffen nodig? noem minstens 3 redenen

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de functie van suikers?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Afbraak van Suikers
Je hebt hiervoor.........enzymen nodig!
Enzym knipt/split  suikers: 
amylase  ->  zetmeel in maltose
maltase  ->  maltose in glucose
lactase  ->  lactose in glucose
sacharase  ->  sacharose in glucose en fructose

Cellulose vormt vezels en die zijn nodig!
Glycogeen zit in lever en skeletspieren als opslag

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn de 6 functies van vetten

Slide 16 - Woordweb

Vetten            lipiden
Niet op te lossen in water!
Functies:
Bouwstof- brandstof-energiereserve- isolatiemateriaal- steun van organen-vervoer van vitaminen

  • Triglyceriden: verzadig en onverzadigd
  • Fosfolipiden
  • Steroïden:  zoals cholesterol en hormonen

Slide 17 - Tekstslide

Afbraak van Vetten
Ook door enzymen!!

Lipase split vetten in vetzuren en glycerol.
Grotere moleculen zijn te groot om in het bloed te gaan, eerst in de lymfehaarvaten


Slide 18 - Tekstslide

Functie van eiwitten

Slide 19 - Woordweb

Eiwitten          Proteïnen
Functies zijn o.a.:

  • bouwstof
  • chemische omzetting: enzymen=eiwitten
  • transport 
  • informatie doorgeven (receptoreiwitten)
  • spierwerking -> actine en myosine
  • bescherming: antistoffen, stolling, haren, nagels....
  • energiebron (in noodgevallen)

Slide 20 - Tekstslide

Afbraak van eiwitten
Eiwitten worden aminozuren
door proteasen: pepsine, trypsine en dipeptidase

Aminozuren worden via de darmwand in het bloed opgenomen.

Slide 21 - Tekstslide

Mineralen
Zijn anorganische stoffen, worden opgelost in water en opgenomen in het bloed

Bestaan uit:
- Zouten: belangrijk voor de osmose en zuurgraad van het bloed
- Sporenelementen: worden ingebouwd in hormonen, vitaminen en enzymen (Bijv: kopenr, fluor, jodium) 


Slide 22 - Tekstslide

Vitaminen



Vitaminen : in water of in vet oplosbaar

- Vit. A, D, E en K : in vet oplosbaar.

- Vit. B  1 t/m 12. Brood, granen en vlees zorgt dat alles in je lichaam goed werkt

- Vit. C Groente en fruit: Weerstand

- Vit. B en C in water oplosbaar (groenten kort koken
in klein laagje water).
Maar ook worden ze minder werkzaam als ze in aanraking komen met lucht.

Zie schema in het boek

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de functie van water?

Slide 24 - Woordweb

Water
Functies

  • bouwstof

  • oplosmiddel

  •  transportmiddel

  • warmtebuffer

  • vochtbalans

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Wat houdt gezonde voeding in?

Slide 28 - Open vraag

Opdracht
Ga thuis (of online) op zoek naar een pak rijst of pasta en ga kijken bij het etiket wat de voedingsstoffen zijn 
Schrijf jouw bevindingen op.

Slide 29 - Tekstslide

Wat hoort NIET thuis in het rijtje van voedingsstoffen?
A
water
B
cholesterol
C
vitaminen
D
mineralen

Slide 30 - Quizvraag

6 voedingstoffen

Slide 31 - Woordweb

Tweevoudige en meervoudige worden tijdens de spijsvertering afgebroken tot enkelvoudige suikers
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

grote vetzuren en glycerolmoleculen gaan via de darmwand naar het bloed
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quizvraag

niet-essentiële aminozuren zitten in voedsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quizvraag

mineralen zijn anorganische stoffen.
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Welk 2 soorten vitaminen heb je?

Slide 36 - Open vraag

De functies van water zijn:
A
Transport
B
Warmtebuffer
C
Oplosmiddel
D
Bouwstof

Slide 37 - Quizvraag

Op welk manier verlies het lichaam water?

Slide 38 - Open vraag

Vond je de uitleg fijn?
A
Ja
B
Ja, maar de helft is niet blijven hangen
C
Ja, maar had liever meer zelf opgezocht
D
Nee

Slide 39 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd? Noem minstens 3 dingen?

Slide 40 - Open vraag

Huiswerk
Maken samenvatting module 6 Hfdst. 1
Leren bijpassende begrippen

Slide 41 - Tekstslide