herhaling-zwakke regelmatige ww _volt.deelw.-M1

Willkommen Mavo 1
Woche 24 - letzte Stunde 
Wiederholung PW4
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Willkommen Mavo 1
Woche 24 - letzte Stunde 
Wiederholung PW4

Slide 1 - Tekstslide

Heute
Am Ende dieser Stunde ...
  • herhaling wat ik moet leren voor PW4
  • zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd
  • voltooid deelwoorden van zwakke werkwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Übersicht PW4
Neue Kontake, Kapitel 4 *Tiere*  
(werkboek A)
  • Wortschatz NL-D (blz. 132)
  • Grammatik (blz. 133)
Neue Kontakte, Kapitel 5 *Essen* (werkboek A)
  • Wortschatz NL-D (blz. 168)

Slide 3 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden Duits

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn ook alweer de persoonlijke vnw. in het Nederlands?

Slide 5 - Woordweb

Sleepvraag
Er volgt nu een sleepvraag. 
Zorg dat de woorden op de juiste plek komen te staan

Slide 6 - Tekstslide

ik
jij
hij
wij
jullie
zij
het
zij
u
du
wir
sie
Sie
sie
ihr
es
er
ich

Slide 7 - Sleepvraag

Oefen nu zelf en kijk of je het snapt:
vertaal 'hij speelt'
spielen (= spelen)
A
er spielt
B
er spielst
C
du spielst
D
du spielt

Slide 8 - Quizvraag

Welke twee vervoegingsvormen hebben het hele werkwoord?
A
er/sie/es + wir
B
ich + wir
C
er/sie/es + ihr
D
wir + sie/Sie

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal:
jullie kopen
kaufen (= kopen)
A
ihr kauft
B
sie kauft
C
er kauft
D
du kauft

Slide 10 - Quizvraag

Nog een laatste keer oefenen:
Hoe zeg je 'jij heet Thom'?
heißen (= heten)
A
er heißt Thom
B
du heißst Thom
C
du heißt Thom
D
er heißst Thom

Slide 11 - Quizvraag

en nu 'jij danst'?

tanzen (= dansen)
A
du tanzest
B
du tanzst
C
du tanzt
D
du tanst

Slide 12 - Quizvraag

Ken je de regels voor het vervoegen van de zwakke werkwoorden?

A
ja, ik ken het helemaal
B
ik ken de uitgangen nog niet goed
C
ik haal de pers. vnw nog door elkaar
D
nee, ik moet de regels voor het vervoegen nog leren

Slide 13 - Quizvraag

Kan je met behulp van de regels de zwakke werkwoorden vervoegen en weet je op welke bijzonderheden je moet letten.

A
Ik ken het ezelsbruggetje en kan het goed toepassen
B
Ik ken het ezelsbruggetje, maar maak nog wel eens een foutje
C
ik weet op welke uitzondering ik moet letten
D
ik weet nog niet op welke uitzondering ik moet letten

Slide 14 - Quizvraag

Voltooid deelwoord
Wat weten jullie nog?

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een voltooid deelwoord?

Slide 16 - Woordweb

Wat is de algemene regel van het voltooid deelwoord in het Duits

Slide 17 - Open vraag

Even oefenen....

Slide 18 - Tekstslide

het voltooid deelwoord van wohnen
A
wohnt
B
gewohnd
C
gewohnt
D
gewohnet

Slide 19 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van kaufen
A
gekauft
B
kauft
C
kauf
D
gekaufet

Slide 20 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van spielen
A
gespielet
B
gespield
C
spielt
D
gespielt

Slide 21 - Quizvraag

Het onderdeel voltooid deelwoord in het Duits vind ik.....
A
makkelijk. Ik wil dadelijk de moeilijke opdracht
B
te doen.
C
lastig. Ik wil dadelijk samen de opdracht maken.
D
moeilijk

Slide 22 - Quizvraag