een schrijver kan zijn verhaal met de gebeurtenissen mee vertellen. Dan vertelt hij zijn verhaal
chronologisch.
Vaak begint hij zijn verhaal midden in het verhaal en pas later vertelt hij wat er daarvoor gebeurd is, de voorgeschiedenis. Soms begint hij bijna bij de afloop en vertelt hij in de rest van het boek wat er daarvoor gebeurd is. Dan wordt het verhaal niet chronologisch verteld