In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
BS1: Bescherming
BS2-a: Aspecifieke afweer
H5
Thema 13
Afweer
Slide 1 - Tekstslide
vandaag
start thema 6 Afweer, wat weet je al?
leerdoelen
Lezen:
uitleg bs 1 bescherming
afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Nabespreken SE
Slide 3 - Tekstslide
Wat weten jullie nog (en hoeft dus niet uitgelegd te worden)?
Slide 4 - Tekstslide
Welke groepen van ziekteverwekkers ken jij al?
Slide 5 - Woordweb
Dit is een..... ?
A
virus
B
bacterie
C
schimmel
D
parasiet
Slide 6 - Quizvraag
Dit is een..... ?
A
virus
B
bacterie
C
schimmel
D
parasiet
Slide 7 - Quizvraag
Dit is een..... ?
A
virus
B
bacterie
C
schimmel
D
parasiet
Slide 8 - Quizvraag
Welk van de volgende ziekteverwekkers is het kleinst?
A
virus
B
bacterie
C
schimmel
D
parasiet
Slide 9 - Quizvraag
Algemene afweer
Specifieke afweer
Huid
Koorts
WB type 1 (vreetcellen)
Antistoffen
slijmvlies
WB type 2
Geheugencellen
maagzuur
Slide 10 - Sleepvraag
Sleep de voorbeelden naar de juiste categorie.
chemische afweer
mechanische afweer
Maagzuur doodt ziekteverwekkers door de lage pH
In traanvocht zitten bacteriedodende stoffen
De cellen van een slijmvlies zitten heel dicht tegen elkaar aan
op de huid zijn veel goede bacteriën die ziektekiemen wegconcurreren
op slijm blijven microorganismen plakken die worden weggevoerd
planten trekken predatoren aan met lokstofjes
Slide 11 - Sleepvraag
Vandaag
Leerdoelen
Lezen: basisstof 1 Bescherming blz 108 t/m 111
Uitleg bs 1
Maken: opdrachten 1 t/m 4
Slide 12 - Tekstslide
Leerdoelen
13.1.1 Je kunt de werking en functie van de eerste verdedigingslinie van het afweersysteem bij de mens beschrijven.
13.1.2 Je kunt de kenmerken van verschillende typen ziekteverwekkers beschrijven. bacteriën, virussen, schimmels en parasieten
Slide 13 - Tekstslide
Lezen
bladzijde 128 t/m 130
tot de eerste opdrachten
timer
6:00
Slide 14 - Tekstslide
INTERNE MILIEU
Dat bereik je pas NADAT je minstens 1 celmembraan hebt gepasseerd.
Het intern milieu wordt OVERAL in je lichaam gescheiden van het extern milieu dmv een BARRIERE.
Slide 15 - Tekstslide
Lichaamsvreemd
Lichaam maakt onderscheid
Lichaamseigen en lichaamsvreemd
Enkele lichaamsvreemde stoffen zijn ziekteverwekkend
Voorbeelden lichaamsvreemde stoffen:
Bacteriën
Virussen
Parasieten
Afbraakproducten of afvalstoffen micro-organismen
Stuifmeel (planten)
Chemische stoffen
plastic
Slide 16 - Tekstslide
Lichaamsvreemde stoffen worden herkend aan antigenen
Antigenen zijn lichaamsvreemde stoffen
Slide 17 - Tekstslide
Herkenning lichaamsvreemd of lichaamseigen a.d.h.v. antigenen
Slide 18 - Tekstslide
Lichaamseigen
Elke eigen lichaamscel heeft ook eiwitten aan de buitenkant: lichaamseigen antigenen
Lichaamscellen
Lichaamseigen antigenen worden m.b.v. een MHC-I-molecuul (een soort vlaggenstok aan het celmembraan) gepresenteerd.
Slide 19 - Tekstslide
Waarom is het belangrijk dat je lichaam onderscheidt kan maken tussen lichaamsvreemd en lichaamseigen?
Slide 20 - Open vraag
Cholera
Tuberculose
Hersenvliesontsteking
(Buik)tyfus
Oorontstekingen
Blaasontstekingen
Voedselvergiftigingen
Rode hond
Mazelen
Polio(myelitis)
HIV
Hepatitis
COVID-19
Griep (influenza)
Verkoudheid
Buikgriep
Zwemmerseczeem
Kalknagel
Ringworm
Candiasis
Malaria
Toxoplasmose
Worminfecties
Bilharzia
Schistosomiasis
Slide 21 - Tekstslide
Van groot naar klein
Eukaryote cel(parasiet; schimmel)
Prokaryote cel (bacteriën)
Virussen
Slide 22 - Tekstslide
Kenmerken virus
Bouw
- Nucleïnezuur (enkel/dubbelstrengs DNA/RNA)
- capside (eiwitmantel om nucleinezuur)
- envelop (lipiden en spikes)
- spikes (oppervlakte-eiwitten)
Levenscyclus
- kan NIET zelfstandig voortplanten
- heeft gastheercel nodig
- genen op nucleinezuren worden getranslateerd en getranscribeerd
- in elkaar zetten van nieuwe virusdeeltjes
Slide 23 - Tekstslide
Sleep de gebeurtenis naar de juiste plek in de afbeelding
1
2
3
4
5
Het virus dringt de gastheercel binnen
Nucleinezuur wordt vermenigvuldigd
Ribosomen bouwen nieuwe capsiden
Nieuwe virusdeeltjes worden in elkaar gezet
Nieuwe virusdeeltjes komen vrij
Slide 24 - Sleepvraag
Leg uit, met behulp een voorbeeld uit de afbeelding, dat virussen afhankelijk zijn van gastheercellen van de gastheercel voor hun voortplanting.
Slide 25 - Open vraag
Een gastheercel die besmet raakt met een virus zal uiteindelijk?
A
het virus vermenigvuldigen totdat het virus de cel weer verlaat
B
het virus vermenigvuldigen net zolang totdat de cel openbarst
C
het virus aanvallen en vernietigen
Slide 26 - Quizvraag
maken
opdrachten 1 t/m 6
timer
11:00
Slide 27 - Tekstslide
Welk van de volgende onderdelen worden NIET als onderdeel gezien van het intern milieu?
A
cellen en weefselvloeistof
B
bloed
C
lymfe
D
holten van verterings-, ademhalings-, voortplantings- en uitscheidingsorganen
Slide 28 - Quizvraag
FORT HET LICHAAM
Ziekteverwekkers vallen continu het lichaam aan.
Ons afweersysteem verdedigt ons tegen hen door middel van 3 defensielinies
Linie 1: barrières
Doel: ziekteverwekkers buiten houden
vergelijkbaar met slotgrachten, muren, anti-tank barrières, etc.
Slide 29 - Tekstslide
De barrières van het lichaam
Op welke wijze worden ziekteverwekkers buiten gehouden?
Sleep de barrière naar de bijbehorende afbeelding
speeksel
maagzuur
slijm
slijmvliezen
huid
traanvocht
Slide 30 - Sleepvraag
Leg uit hoe maagzuur bijdraagt aan de barrièrefunctie van je lichaam?
Slide 31 - Open vraag
Maak gebruik van BINAS Leg uit hoe traanvocht bijdraagt aan de barrièrefunctie van het lichaam.
Slide 32 - Open vraag
De barrières houden meer dan 99,99% van de ziekteverwekkers buiten.
Soms is dat niet genoeg!
Er is zijn meer defensielinies nodig
Linie 2: aangeboren afweer
Doel: lichaamsvreemde stoffen in intern milieu aselectief aanvallen en opruimen
vergelijkbaar met afweergeschut, bunkers, infanteristen, mijnenvelden
Slide 33 - Tekstslide
Welke onderdelen/organen behoren, naast de barrières tot het (interne) afweersysteem?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
witte bloedcellen, lymfe en lymfeknopen
D
witte bloedcellen, lymfe en lymfeknopen, thymus, milt en beenmerg
Slide 34 - Quizvraag
Maken
opdrachten 7 t/m 16
timer
20:00
Slide 35 - Tekstslide
Bescherming bij planten
Mechanische afweer --> stekels
Chemische afweer --> giftige of
vies smakende stoffen
celwand biedt bescherming
Slide 36 - Tekstslide
Mechanische afweer bij planten.
Welke herken je?
Slide 37 - Tekstslide
chemische afweer planten
Slide 38 - Tekstslide
Witte bloedcellen - Leukocyten
soldaten van het lichaam
geproduceerd in het (rode) beenmerg
B-lymfocyten
T-lymfocyten
3e defensieline
zeer gespecialiseerd en specifiek
granulocyten
macrofagen
2e defensieline
aspecifiek en algemeen
Slide 39 - Tekstslide
Lesdoelen gehaald?
13.1.1 Je kunt de werking en functie van de eerste verdedigingslinie van het afweersysteem bij de mens beschrijven.
13.1.2 Je kunt de kenmerken van verschillende typen ziekteverwekkers beschrijven. bacteriën, virussen, schimmels en parasieten
Slide 40 - Tekstslide
Waar ligt de thymus?
A
in de borstholte
B
in de buikholte
C
in de linker bovenarm
D
in de rechter lies
Slide 41 - Quizvraag
Een besmetting is hetzelfde als een infectie.
A
juist
B
onjuist
Slide 42 - Quizvraag
HELP, een infectie!
Infectie = besmetting met een ziekteverwekker die zich vervolgens gaat vermenigvuldigen.
Slide 43 - Tekstslide
Hoe wordt het proces genoemd waarbij granulocyten en macrofagen ziekteverwekkers in het weefsel naar binnen halen?
A
diffusie
B
osmose
C
fagocytose
D
exocytose
Slide 44 - Quizvraag
Een infectie is hetzelfde als een ontsteking
A
juist
B
onjuist
Slide 45 - Quizvraag
Slide 46 - Tekstslide
Sleep de ontstekingskenmerken naar de juiste oorzaak ervan.
Door vrijkomende signaalstoffen (cytokinen) stroomt er meer bloed naar de plaast van infectie
Door de toenemende druk van het weefselvloeistof worden zenuweinden gestimuleerd
Door vrijkomende signaalstoffen (cytokinen) verwijden de bloedvaten in het weefsel
Door de toegenomen bloedstroom, stroomt er meer weefselvloeistof tussen de cellen
Roodheid
Zwelling
Pijn
Warmte
Slide 47 - Sleepvraag
Afweer bij planten komt ook voor. Zij hebben geen afweersysteem maar ze gebruiken andere methoden. In de afbeelding zie je een voorbeeld hoe planten parasieten (vraat) tegengaan. In de afbeelding is sprake van een voorbeeld van .....
A
chemische afweer
B
mechanische afweer
Slide 48 - Quizvraag
De tweede linie bestaat uit fagocyten: granulocyten en macrofagen. Je beschikt vanaf funtionele fagocyten vanaf (voor) je geboorte. Daarom wordt de tweede linie ook wel de AANGEBOREN afweer genoemd. Een andere naam die aan deze linie wordt gegeven is de ASPECIFIEKE afweer. Welke eigenschap van fagocyten maakt ze ASPECIFIEK?
A
zowel granulocyten als fagocyten kunnen fagocyteren
B
fagocyten maken geen onderscheid in ziektekiemen. Ze fagocyteren alles wat ze tegen komen.
C
Iedereen heeft fagocyten
Slide 49 - Quizvraag
En heb jij de leerdoelen gehaald?
😒🙁😐🙂😃
Slide 50 - Poll
Huiswerk
afmaken basisstof 1
Slide 51 - Tekstslide
Lymfoïde organen - organen van het afweersysteem
Sleep de functies naar het juiste orgaan.
Rijping van T-lymfocyten
Aanmaak van witte bloedcellen
Screenen van lymfe op ziekteverwekkers
Screenen van bloed op ziekteverwekkers, rijping fagocyten