les 4 De 1e en 2e kamer

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

les 4 Politiek

De eerste en tweede kamer

De Tweede Kamer

• Iedere 4 jaar mogen we gaan stemmen 
• Iedere Nederlander van 18 jaar en ouder krijgt een oproep.
• Er zijn 150 zetels te verdelen
• De Tweede Kamer vergadert over alledaagse zaken die voor Nederland van belang zijn. 

Verkiezingen

• Je kiest een afgevaardigde die jouw mening kan vertegenwoordigen in de 2e Kamer.
• Iedere partij heeft zijn eigen ideeën over verschillende onderwerpen. Dit beschrijven ze in hun partijprogramma. 
• De mensen die boven aan de (kies)lijst staan komen in de kamer.
• Soms kom je er in met voorkeurstemmen.
• Hoe meer mensen er op een politieke partij stemmen hoe meer zetels.
• 69.000 stemmen nodig voor één zetel. (10 miljoen stemmen uitgebracht)

Een kieslijst

De Eerste Kamer

• Bestaat uit 75 zetels.
• Wordt gekozen door de leden van de Provinciale Staten.
• Moet de beslissingen die de Tweede Kamer genomen heeft nog eens goed bekijken.
• Pas dan wordt de nieuwe wet aangenomen en uitgevoerd.

bordesfoto van het huidige kabinet (Rutte 4)

De Kabinetsformatie

• Na de verkiezingen mag de grootste partij een nieuw kabinet samenstellen.
• Deze partij kiest 1 of meer andere partijen met wie ze willen samenwerken om zo hun ideeën tot stand te kunnen brengen.
• Er wordt dan een informateur aangesteld die uit gaat zoeken wie er samen zou kunnen gaan. 
• Vervolgens wordt er met die partijen een voorlopig regeerakkoord gesloten.
• Als zij er uit zijn, komt er een formateur die het uiteindelijke kabinet samenstelt. 

Opdracht week 4

Beantwoord de vragen van les 4.

Let op de open vraag. 

En vergeet niet alle vorige opdrachten in te leveren, mocht je die nog niet gemaakt hebben.

Eindopdracht Politiek.

Volgende week geen les.

In plaats daarvan heb je de tijd om aan de eindopdracht te werken. 

Gebruik de kennis die je de afgelopen weken hebt opgedaan voor een eigen politieke partij.

Belangrijk is vooral je eigen mening.