gustar en doler

Wat betekent GUSTAR?
timer
0:25
A
leuk vinden
B
lekker vinden (eten)
C
houden van
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Wat betekent GUSTAR?
timer
0:25
A
leuk vinden
B
lekker vinden (eten)
C
houden van

Slide 1 - Quizvraag

Wat zijn de juiste uitgangen van GUSTAR?
A
gusto, gustas, gusta, gustamos, gustáis, gustan
B
gusta, gustas
C
gusta, gustan
D
gusta, gustáis

Slide 2 - Quizvraag

Het meewerkend voorwerp bij gustar zijn:
A
me, te, se, nos os, se
B
me te, lo, la, nos, os los, las
C
me, te, le, nos ,os, les
D
mi, tu, su, nuestro ,vuestro, su

Slide 3 - Quizvraag

Wat geeft "me" of "te" aan bij het werkwoord "gustar"?
A
Dat wat er leuk gevonden wordt.
B
De persoon voor wie iets is.
C
Degene die iets leuk vindt.

Slide 4 - Quizvraag

Me __________________ (gustar) las gambas.
A
gustan
B
gusta

Slide 5 - Quizvraag

Me __________________ (gustar) las tiendas.
A
gustan
B
gusta

Slide 6 - Quizvraag

Het gebruik van DOLER is gelijk aan die van GUSTAR
A
B
No
C
A veces

Slide 7 - Quizvraag

Doler =
A
verdwalen
B
leuk vinden
C
pijn doen
D
lachen

Slide 8 - Quizvraag

¿Te ...... la espalda?
A
doler
B
dole
C
duele
D
duelen

Slide 9 - Quizvraag

A ella, ___________ (doler) las piernas.
A
le duele
B
se duele
C
le duelen
D
se duelen

Slide 10 - Quizvraag

¿Qué le pasa
a este chico?
A
a el chico le duele la cabeza
B
a el chico le duelen la cabeza
C
el chico le duele la cabeza
D
el chico duele cabeza

Slide 11 - Quizvraag

vosotros - doler
het been = la pierna

Slide 12 - Open vraag

a ti - doler
de ogen = los ojos

Slide 13 - Open vraag

a Paula - doler
de tanden = los dientes

Slide 14 - Open vraag