Herhaling spelling groep 6

Herhaling spelling groep 6
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling spelling groep 6

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden op -ig of -lijk.

Je hoort -ug maar je schrijft -ig zoals jarig.
Je hoort -uk maar je schrijft -lijk zoals vrolijk.

Slide 2 - Tekstslide

Leg uit.

Woorden op -ig of -lijk.
Je hoort -ug maar je schrijft -ig zoals jarig.
Je hoort -uk maar je schrijft -lijk zoals vrolijk.
woorden met -g-
woorden met -ch-
klederdra__t
gedra__
jar___
bela__elijk
geku__
beu__el

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

woorden met -ou
woorden met -au
k__wgom
beeldh__wer
veeh__derij
n__welijks
pauwen
wantr__wig

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Woorden op -c- 

Je hoort -s- of -k- 
maar je schrijft -c-

cijfer
cent
circus

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit.

Woorden op -ig of -lijk.
Je hoort -ug maar je schrijft -ig zoals jarig.
Je hoort -uk maar je schrijft -lijk zoals vrolijk.
Hoor je c als s of k?

creatief
A
S
B
K

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoor je c als s of k?

provincie
A
s
B
k

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoor je c als s of k?

direct
A
s
B
k

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
* Tegenwoordige tijd zijn gebeurtenissen die nu gebeuren.

Bijvoorbeeld:
* Wij leren wat de tegenwoordige tijd is.
* Wij bedenken zinnen die 
    in de tegenwoordige tijd staan.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

samengestelde woorden
bliksem
goederen
naald
circus
afhaal
kaas
flits
trein
bomen
tent
maaltijd
stengels

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet woorden
Woorden met  i en ie zijn weetwoorden.

Je schrijft meestal ie als je ie hoort. 

Woorden waarbij je een i in plaats van ie schrijft, 
moet je onthouden.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woorden met 
-ie-
woorden met -i-
l__ter
polit__
vr__nden
kant__ne
un__form
g__chel

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies