Je schrijft 1 klinker en 1 medeklinker in het meervoud
Zaal - zalen
Boom - bomen
woorden met een korte klank a e i o u
Eén klinker en daarna één medeklinker?
Je schrijft 1 klinker en2 medeklinkers in het meervoud
pen - pennen
kip - kippen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Meervoud maken
woorden met een lange klank aa ee oo uu
Twee dezelfde klinkers en daarna één medeklinker?
Je schrijft 1 klinker en 1 medeklinker in het meervoud
Zaal - zalen
Boom - bomen
woorden met een korte klank a e i o u
Eén klinker en daarna één medeklinker?
Je schrijft 1 klinker en2 medeklinkers in het meervoud
pen - pennen
kip - kippen
Slide 1 - Tekstslide
Woorden met een lange klank
- Boom, maan, muur, been zijn woorden met een lange klank: oo, aa, uu, ee
- Heeft het enkelvoud twee dezelfde klinkers met daarna één medeklinker? Dan moet één klinker weg in het meervoud.
boom-bomen, maan - manen - muur - muren, been - benen
Slide 2 - Tekstslide
Woorden met een korte klank
- Sok, man, kus, pen en vis zijn woorden met een korte klank: o, a, u, e, i
- Heeft het enkelvoud één klinker met daarna één medeklinker? Dan komt er één medeklinker bij in het meervoud.
sok-sokken, man - mannen - kus - kussen, pen - pennen
Slide 3 - Tekstslide
Meervoud met -en
Aan het eind 2 verschillende klinkers en 1 medeklinker?
Of 2 verschillende medeklinkers?
Dan is het meervoud met -en!
arm - armen, voet - voeten, stoel - stoelen
docent - docenten, land - landen, plaats - plaatsen
Slide 4 - Tekstslide
Meervoud bij woorden met f
Heeft het enkelvoud twee klinkers (ee, ie, ui, oo, aa, oe, uu, au, eu) of een ij?
En is de laatste letter van het woord een f? In het meervoud schrijf je v: brief - brieven, neef - neven, Of is de laatste letter een s? In het meervoud schrijf je z:
prijs - prijzen, kaas - kazen
Slide 5 - Tekstslide
Meervoud bij woorden met s
Heeft het enkelvoud twee klinkers (ee, ie, ui, oo, aa, oe, uu, au, eu) of een ij?
En is de laatste letter van het woord een s?
In het meervoud schrijf je z:
prijs - prijzen, kaas - kazen
Slide 6 - Tekstslide
Meervoud met -s
Is de laatste letter e of é?
Of staat er aan het eind van het woord -er, -en, -em of -el?
Dan is het meervoud met een vaste -s:
postcode - postcodes computer - computers
café - cafés jongen - jongens
bezem - bezems
tafel - tafels
Computer - computers
jongens - jongens
bezem - bezems
tafel - tafels
Slide 7 - Tekstslide
Sommige woorden gaan anders - deze moet je onthouden!