Hebben we verbanden en signaalwoorden herhaald d.m.v. een quiz
Heb je uitleg gekregen over het Anne Frank Project
Slide 3 - Tekstslide
Dit kan/ken ik aan het einde van deze les:
Ken je de drie soorten tekstverbanden;
Slide 4 - Tekstslide
Een signaal
Stel je voor: Je ligt op bed, en je lampen zijn uit. Je smartphone ligt op je nachtkastje. Je scherm geeft licht, en je krijgt een melding dat je een bericht hebt binnen gekregen op 'Whatsapp'.
Met andere woorden:
Je telefoon geeft een signaal. Namelijk dat je een appje hebt ontvangen
Slide 5 - Tekstslide
Een signaal
Stel je voor: Je hebt rijles, en je rij-instructeur vraagt je een straat in te rijden. Je ziet het onderstaande verkeersbord.
Slide 6 - Tekstslide
Dit zijn signaalwoorden
Net zoals een telefoon je een signaal stuurt, en verkeersborden iets vertellen over de verkeerssituatie hebben we woorden die ons iets vertellen over een tekst.
Deze woorden heten 'signaalwoorden'.
Slide 7 - Tekstslide
Dit zijn signaalwoorden
Er zijn verschillende soorten signaalwoorden:
We hebben signaalwoorden die ons iets vertellen over tijd;