Samengestelde woorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Samengestelde woorden

Welke samengestelde woorden ken je?

Samengestelde woorden

• Woorden die uit twee of meer zelfstandige naamwoorden bestaan
• Schrijf de woorden aan elkaar zonder spatie
• Alle letters blijven staan!
• Bijv. ski + stok = skistok, schoen + veter = schoenveter enz.
• Altijd?

Klinkerbotsing

• Streepje tussen de woorden bij klinkerbotsing
• De klank kan veranderen zonder streepje
• Bijv. vakantie + uitje = vakantie-uitje (ie + ui = eu) 
• Alleen een streepje als anders de klank verandert!

Opdracht

• Lees de woorden
• Welk antwoord gebruikt de goede regel? 

Fiets + stuur

1. Fietsstuur
2. Fiets stuur
3. Fiets-stuur
4. Fietstuur

Auto + uitlaat

1. Auto uitlaat
2. Autouitlaat
3. Auto-uitlaat

Vanille + ijs

1. Vanille ijs
2. Vanille-ijs
3. Vanilleijs

Boven + been

1. Boven-been
2. Boven been
3. Bovenbeen

Opdracht

• Studiereader
• Thema 3 Hoofdstuk 3
• Opdracht 1 t/m 9 
• Minimaal 10 minuten helemaal stil