Systeem aarde H1 Instaptoets

Exogene krachten werken van binnenuit op de aardkorst in.
A
Juist
B
Onjuist
1 / 34
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Exogene krachten werken van binnenuit op de aardkorst in.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quizvraag

Gesmolten gesteente in de aarde noem je magma
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Gesteente in een continentale plaat is zwaarder dan gesteente in een oceanische plaat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Vulkanen en aardbevingen komen vooral voor bij plaatranden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Welk soort vulkaan is dit?

Slide 6 - Woordweb

Rond de grote oceaan komen veel vulkanen en aardbevingen voor
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Platen kunnen op 3 manieren ten opzichte van elkaar bewegen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Het hypocentrum bevindt zich aan het aardoppervlak
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Van binnenuit
Van binnenuit
Van binnenuit
Van buitenaf
Van buitenaf
Van binnenuit en buitenaf

Slide 10 - Sleepvraag

De plek in de aarde waar een aardbeving plaatsvindt is het......
De plek aan het oppervlak daar loodrecht boven is het......

Slide 11 - Woordweb

Wat is Pangea?
A
De grootste vulkaan van Indonesië
B
De naam van de Duitse geoloog die de continentverschuiving op het spoor kwam
C
De wetenschappelijke naam voor het verdwenen oercontinent Atlantis
D
Een supercontinent dat ongeveer 225 miljoen jaar geleden bestond

Slide 12 - Quizvraag

Lava
Kraterpijp
As en stenen
Magma

Slide 13 - Sleepvraag

Welke uitspraken zijn juist?
Juist




Onjuist
De mid-Atlantische rug is de langste gebergteketen op aarde
Midden in de mid-oceanische rug ligt een trog
Mid-oceanische ruggen liggen op continenten
Vlak bij een mid-oceanische rug is de aardplaat het jongste

Slide 14 - Sleepvraag

Uit welke drie lagen is de aarde van binnen naar buiten opgebouwd?
A
Aardkern - aardmantel - aardkorst
B
Aardmantel - aardkern - aardkorst
C
Aardkern - aardkorst - aardmantel
D
Aardmantel - aardkorst - aardkern

Slide 15 - Quizvraag

Daar waar heftige aardbevingen kunnen voorkomen, komt ook altijd vulkanisme voor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

welk woord moet bij de rode balk staan?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Archief hieronder

Slide 20 - Tekstslide

Aardbevingen
Aardkorst
Platen
Aardmantel
Schuiven daar langs elkaar
Overstromingen
Botsen daar tegen elkaar
Rustig

Slide 21 - Sleepvraag

In welke richting stroomt lucht altijd?


A
Van gebieden met hoge luchtdruk naar gebieden met lage luchtdruk
B
Van gebieden met lage luchtdruk naar gebieden met hoge luchtdruk

Slide 22 - Quizvraag

Ik vind ze allemaal goed, maar de methode slaat er twee over, welke?

Slide 23 - Sleepvraag


Wat laat W3 zien?
A
Hoe hoger de zonnestand, hoe warmer het aardoppervlak wordt
B
Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt.
C
De zon verwarmt het aardoppervlak bij land sneller

Slide 24 - Quizvraag


Wat is de oorzaak van de situatie in W3?
A
De draaiing van de aarde om haar as
B
De ligging van de bergen op aarde
C
De schuine stand van de aardas
D
De verdeling van land en zee en windrichting

Slide 25 - Quizvraag

1.

2.
Kraterpijp
hotspot
mantelpluim
stratovulkaan
schildvulkaan

Slide 26 - Sleepvraag

Tropische bodems zijn zeer vruchtbaar, want er groeien ontzettend veel planten (oerwoud) op deze bodems.

Is deze stelling juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een woestijn?
A
Een gebied waar het hele jaar weinig neerslag valt
B
Een gebied waar het hele jaar neerslag valt en waar het overdag altijd heel warm is

Slide 28 - Quizvraag

Hoe armer een land, hoe minder aandacht er wordt besteed aan duurzame methoden in de landbouw.
Hoezo?

Slide 29 - Woordweb


A
Stelling I is juist Stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist Stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 30 - Quizvraag


A
Stelling I is juist Stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist Stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Woordweb

Welke krachten kunnen verweringsmateriaal verplaatsen?

Slide 33 - Woordweb

hmm....

Slide 34 - Tekstslide