Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Lesson 9 - Unit 1 Review - Vocabulary
Unit 1 - Review
Vocabulary - Unit 1
Grammar:
- Present simple
- Do + Does
- Adverbs of frequency
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Unit 1 - Review
Vocabulary - Unit 1
Grammar:
- Present simple
- Do + Does
- Adverbs of frequency
Slide 1 - Tekstslide
plattegrond
David
Adine
Deli
Merhawi
Faye
Jerodaen
Yessica
Liliana
Arda
Amani
Tara
Kyandra
Cas
Sanne
Meryem
Rodin
x
Bashir
Fidan
Tess
Chancey
Xienna
Zein
Floor
Meyra
Juf Holmes
Slide 2 - Tekstslide
School Regels...
Respect voor elkaar.
Jas buiten.
Geen mobiele telefoons.
Steek
uw
hand op als u een vraag heeft.
Tijdens de les de klas niet verlaten.
Slide 3 - Tekstslide
Lesson Goals
I can recall how to write sentences using the present simple and present perfect.
I can recall words that have something to do with: feelings
Lesson Plan
Quiz - Present Simple + Present Continuous
+
Weektaak: 2.4
+
Exit Ticket
Slide 4 - Tekstslide
Unit 1 Review
Vocabulary
Slide 5 - Tekstslide
Vocabulary
Look at the picture.
Look at your wordlist.
Challenge: Find 10 words!
Slide 6 - Tekstslide
Vocabulary
Look at the picture.
Look at your wordlist.
Challenge: Find 10 words!
Slide 7 - Tekstslide
Vocabulary
Look at the picture.
Look at your wordlist.
Challenge: Find 10 words!
Slide 8 - Tekstslide
Vocabulary
Look at the picture.
Look at your wordlist.
Challenge: Find 10 words!
Slide 9 - Tekstslide
Weektaak: Unit 1 Review
Page 18
task: 1 + 3 + 4
Page 19
task: 1 + 2 + 3
Page 21A
task: 1 + 2 + 3 + 4
f 7 4 f - j w j 9
Slide 10 - Tekstslide
Exit Ticket
Did you achieve the lesson goals:
1. How many Unit 1 words can you recall.
Slide 11 - Tekstslide
Film industry
Slide 12 - Woordweb
Van Gogh
Slide 13 - Woordweb
music instrument
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Tekstslide
Grammar: Present simple
Present Simple
: Is used to talk about:
hobbies
habits
likes and dislikes
things that happen
regularly
Example:
I like comic books!
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Present Simple:
Positive / affirmative
(+)
I
like
chocolate
She / he / it
(SHIT)
likes
chocolate
They / we / you
like
chocolate
Slide 18 - Tekstslide
Present Simple:
Negative
(-)
I
don't
(do not)
like
chocolate
She / he / it
(SHIT)
doesn't
(does not)
like
chocolate
They / we / you
don't
(do not)
like
chocolate
Slide 19 - Tekstslide
Present Simple:
SHIT
s
pelling rules
RULE:
I / you / we
She / he / it
(SHIT rule)
Most verbs
add
-s
live
lives
verbs ending in:
o
ch
sh
ss
x
add
-es
go
watch
wash
glass
remix
go
es
watch
es
wash
es
glass
es
remix
es
Slide 20 - Tekstslide
Present Simple:
SHIT
spelling rules
RULE:
I / you / we
She / he / it
(
SHIT
rule)
verbs ending in:
medeklinker + y
cut -y
add -ies
study
fly
celebrity
comedy
hobby
studies
flies
celebrities
comedies
hobbies
Slide 21 - Tekstslide
Uitleg - Adverbs of Frequency
Adverbs of Frequency = Bijwoorden van frequentie
Gebruik je om aan te geven hoe vaak je iets doet - of juist dat je nooit iets doet.
Voorbeelden zijn always, usually, normally, often, sometimes en never.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Present Continuous: Positive (+)
Who
verb to be
-ing
I
am
I'm
singing
He / she / it
is
he's / she's / it's
playing
They / you / we
are
they're / we're / you're
running
Slide 24 - Tekstslide
Present Continuous: Negative (-)
verb to be (negative)
I
am not
I'm
not
singing
He / she / it
is not
isn't
playing
They / you / we
are not
aren't
running
Slide 25 - Tekstslide
Present Continuous: Question (?)
verb to be (question)
Am
I
singing?
Are
we / they / you
playing?
Is
he / she / it
running?
What
are
you doing?
Where
is
she
going?
Slide 26 - Tekstslide
Present Continuous: Spelling Rules
Rule
example
Most verbs
-ing
go = going
look = looking
Verbs ending in -e
-e
+ ing
live = living
Verbs ending in a klinker + medeklinker
double the last medeklinker
sim = swimming
sit = sitting
Slide 27 - Tekstslide
Uitleg: Prepositions of time
Preposition = voorzetsel
Je gebruikt deze als je wilt vertellen wanneer of hoe laat je iets wilt gaan doen.
Voorzetsels die iets zeggen over de tijd (om half zeven, op donderdag, in 2012).
Slide 28 - Tekstslide
Uitleg: Prepositions of time
Je gebruikt
at
voor specifieke tijdstippen.
Je gebruikt
on
voor: dagen en data.
Je gebruikt
in
voor: maanden, jaartallen en seizoenen, dagdelen of wanneer je het woord 'over' bedoelt.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Meer lessen zoals deze
Lesson 9 - Unit 1 Review - Vocabulary
September 2024
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesson 8 - Unit 2.7 - Prepositions
September 2024
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesson 6 - Unit 2.3 + 2.5
September 2024
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesson 7 - Unit 2.4
September 2024
- Les met
41 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesson 7 - Unit 2.4
September 2024
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Unit 7 - Vocabulary
Januari 2024
- Les met
14 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Lesson 5 - Unit 2.2
September 2024
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesson 5
September 2024
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2