Werkwoorden met voorvoegsel in v.t. en bgvd
Vul de goede vorm van het werkwoord in.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(belanden)Een zwerm sprinkhanen ................. in onze achtertuin
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(belanden)Een zwerm sprinkhanen ................. in onze achtertuin
1 / 10
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Vul de goede vorm van het werkwoord in.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(belanden)Een zwerm sprinkhanen ................. in onze achtertuin
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(belanden)Een zwerm sprinkhanen ................. in onze achtertuin
Slide 1 - Open vraag
Vul de goede vorm van het werkwoord in.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(verspreiden) De zwerm ......... zich snel.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(verspreiden) De zwerm ......... zich snel.
Slide 2 - Open vraag
Vul de goede vorm van het werkwoord in.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(ontvluchten) Andere insecten ...........de tuin
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(ontvluchten) Andere insecten ...........de tuin
Slide 3 - Open vraag
Vul de goede vorm van het werkwoord in.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(verontrusten) Een groep .........lieveheersbeestjes eiste dat ze weg moesten.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(verontrusten) Een groep .........lieveheersbeestjes eiste dat ze weg moesten.
Slide 4 - Open vraag
Vul de goede vorm van het werkwoord in.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(bepleiten) Hun woordvoerder ......het plaatsen van vangnetten.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(bepleiten) Hun woordvoerder ......het plaatsen van vangnetten.
Slide 5 - Open vraag
Vul de goede vorm van het werkwoord in.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(verwoorden) Hij ........het zo; "Sprinkhanen horen hier niet!"
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(verwoorden) Hij ........het zo; "Sprinkhanen horen hier niet!"
Slide 6 - Open vraag
Vul de goede vorm van het werkwoord in.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(belanden) Deze in onze tuin ....... insecten moeten weg!
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(belanden) Deze in onze tuin ....... insecten moeten weg!
Slide 7 - Open vraag
Vul de goede vorm van het werkwoord in.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(bepleiten) Hij .......ook maatregelen zoals het strooien van gif.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(bepleiten) Hij .......ook maatregelen zoals het strooien van gif.
Slide 8 - Open vraag
Vul de goede vorm van het werkwoord in.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(verzetten) Tot zijn frustratie .......... ik mij hiertegen.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(verzetten) Tot zijn frustratie .......... ik mij hiertegen.
Slide 9 - Open vraag
Vul de goede vorm van het werkwoord in.
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(vermoeden) Hij ........... niet dat ik sprinkhanen leuker vind dan lieveheersbeestjes. :-)
kies uit; verleden tijd of bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
(vermoeden) Hij ........... niet dat ik sprinkhanen leuker vind dan lieveheersbeestjes. :-)
