poster 18

woorden
opmaken
tevens
verschijnsel
verkiezen boven
exact
grotendeels
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

woorden
opmaken
tevens
verschijnsel
verkiezen boven
exact
grotendeels

Slide 1 - Tekstslide

opmaken = ergens iets uit begrijpen
Daan zegt steeds dat hij niet van dieren houdt. Hieruit maak ik op dat hij geen zin heeft om mee te gaan naar de dierentuin.

De juf zegt: "Er zijn gisteren veel fouten gemaakt. Hieruit kan ik opmaken dat jullie het nog niet helemaal begrijpen."

Slide 2 - Tekstslide

tevens = ook
Nour is goed in voetballen en tevens in basketballen. Hij is goed in twee sporten.

Groningen is een stad en tevens een provincie.

Slide 3 - Tekstslide

het verschijnsel = iets wat gebeurt
Baby's huilen als ze honger hebben. Dat is een heel normaal verschijnsel

Een regenboog is een natuurverschijnsel. Het is een gekleurde boog aan de hemel, die ontstaat als de zon schijnt terwijl het regent.

Slide 4 - Tekstslide

verkiezen boven = liever hebben dan
Laura verkiest pizza boven pasta.

Veel mensen verkiezen de rust van het platteland boven de drukte van de stad.

Slide 5 - Tekstslide

exact = precies
De jongen vraagt of ik exact weet hoe laat het is. Ik kijk op mijn horloge en zeg dat het precies zeven minuten over drie is.

Het was op  17 mei 2021  exact vijftig jaar geleden dat koningin Máxima werd geboren.

Slide 6 - Tekstslide

grotendeels = voor het grootste gedeelte
Mark blijft dit jaar zitten. Dat is grotendeels zijn eigen schuld, omdat hij niet goed zijn best heeft gedaan.

Ons lichaam bestaat voor meer dan de helft uit water. Het bestaat dus grotendeels uit water.

Slide 7 - Tekstslide

De betekenis van een onbekend woord kun je vaak .............. uit de tekst.
A
lezen
B
vergeten
C
opmaken
D
beschrijven

Slide 8 - Quizvraag

Joost houdt veel van drop en ............ van chocola. Hij vindt het allebei lekker.
A
niet
B
wel
C
minder
D
tevens

Slide 9 - Quizvraag

Een aardbeving is een natuurverschijnsel. Het ontstaat door het verschuiven van de aardplaten.
Wat is een verschijnsel?
A
probleem
B
iets wat gebeurt
C
gevolg
D
situatie

Slide 10 - Quizvraag

Lyla verkiest vakantie hebben boven naar school gaan.
Wat betekent verkiezen boven?
A
liever hebben dan
B
niet willen
C
verlangen
D
altijd willen

Slide 11 - Quizvraag

Ali woont ......... driehonderd meter van school. Hij hoeft niet ver te lopen.
A
verder dan
B
misschien
C
exact
D
tenminste

Slide 12 - Quizvraag

Het belangrijkste ingrediënt van ketchup is tomaat. Ketchup bestaat dus .............. uit tomaten.
A
grotendeels
B
niet
C
een beetje
D
alleen

Slide 13 - Quizvraag

Welke woorden heb je
vandaag geleerd?

Slide 14 - Woordweb