13-5 Lezen H4

Lezen H4
Verbanden & signaalwoorden
Spullen op tafel
Zitten op je plek
Laptop gesloten
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen H4
Verbanden & signaalwoorden
Spullen op tafel
Zitten op je plek
Laptop gesloten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we 
vandaag doen?
  • Uitleg signaalwoorden & verbanden;

  • Huiswerk

  • Kijk & luisteropdracht

  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

De vorige les:
Herhaling verbanden en signaalwoorden

31-5 toets lezen

10-6 Kijk- en luisteren

Slide 3 - Tekstslide

Het Onderwerp
Onderwerp

In max. 2 woorden opschrijven

Stel altijd jezelf de vraag: waar gaat deze tekst over?

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdgedachte
Hoofdgedachte
 Belangrijkste wat de schrijver wil zeggen

Één of twee zinnen

Slide 5 - Tekstslide

Signaalwoord
=
Zinnen verbinden

Slide 6 - Tekstslide

SIGNAALwoorden
- Let op!
- Seintje
- Teken
- Alarm

Signaalwoorden vertellen je: let op!

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Ik ga naar school.
Ik heb geen zin.

Ik ga naar school, maar ik heb geen zin.

Maar is de verbinding, tussen twee zinnen.

Slide 8 - Tekstslide

SIGNAALwoorden
De appel is rot, dat wil zeggen, hij is bruin met zachte plekken.

Dat wil zeggen = er volgt nu een uitleg

Slide 9 - Tekstslide

SIGNAALwoorden
Jip is boos, omdat hij niet naar buiten mag.

Omdat = uitleg

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Bij een voorbeeld, wordt een voorbeeld gegeven.

Steeds meer mensen houden van actieve vakanties. Zo gaat bijvoorbeeld 30% fietsen op vakantie.

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaak-gevolg
  • Wordt een oorzaak en het gevolg gegeven. 

Piet heeft honger, want hij heeft weinig gegeten. Daarom koopt hij een kroket.

Slide 12 - Tekstslide

Dit kan/ken ik aan het einde van deze les:
  • Weet je wat signaalwoorden zijn

  • Weet je dat signaalwoorden handig zijn om een tekst te snappen

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag met:
  • H4 Lezen opdracht 1, 2 & 4

Hoe? Per boek/laptop

Vragen:
Ik loop door het lokaal om je vraag te beantwoorden. Ik kom vanzelf bij je 
langs.

Wat te doen als je klaar bent:
  • Beginnen met H1 woordenschat


Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Wacht op de docent, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We werken op fluisterniveau, vragen? Wacht op de docent.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Je kan nu:

- Weet je wat signaalwoorden zijn

- Weet je dat signaalwoorden handig zijn om een tekst te snappen

- Heb je de opdrachten afgemaakt. 

Slide 15 - Tekstslide

Signaalwoorden

Signaalwoorden verbinden zinnen aan elkaar.

Ze geven je een seintje. 'Let op!' er volgt nu een opsomming, tegenstelling etc. etc.

Tekst makkelijker begrijpen

Slide 16 - Tekstslide

Na vandaag:
  • Kan jij één ding benoemen, die je nog niet wist, maar vandaag hebt geleerd?

Slide 17 - Tekstslide

De volgende les:
???

Slide 18 - Tekstslide