Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
naamwoordelijk gezegde, gevorderd
naamwoordelijk gezegde
oefenen
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
naamwoordelijk gezegde
oefenen
Slide 1 - Tekstslide
Noteer de pv van onderstaande zin:
Tijdens die aanvaring met mijn oma werd ik ontzettend kwaad.
Slide 2 - Open vraag
Wat voor een soort gezegde zit er in deze zin:
Tijdens die aanvaring met mijn oma werd ik ontzettend kwaad.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 3 - Quizvraag
Noteer het naamwoordelijk gezegde van de zin:
Tijdens die aanvaring met mijn oma werd ik ontzettend kwaad.
Slide 4 - Open vraag
Noteer het onderwerp van de zin:
Tijdens die aanvaring met mijn oma werd ik ontzettend kwaad.
Slide 5 - Open vraag
Noteer het lijdend voorwerp van de zin:
Tijdens die aanvaring met mijn oma werd ik ontzettend kwaad.
Slide 6 - Open vraag
Noteer het meewerkend voorwerp van de zin:
Tijdens die aanvaring met mijn oma werd ik ontzettend kwaad.
Slide 7 - Open vraag
Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) van de zin:
Tijdens die aanvaring met mijn oma werd ik ontzettend kwaad.
Slide 8 - Open vraag
Noteer de persoonsvorm van deze zin:
De treinen van Arnhem naar Zutphen hebben door een wisselstoring urenlang niet gereden.
Slide 9 - Open vraag
Wat voor een soort gezegde heeft deze zin?
De treinen van Arnhem naar Zutphen hebben door een wisselstoring urenlang niet gereden.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 10 - Quizvraag
Noteer het werkwoordelijk gezegde van de zin:
De treinen van Arnhem naar Zutphen hebben door een wisselstoring urenlang niet gereden.
Slide 11 - Open vraag
Noteer het onderwerp van de zin:
De treinen van Arnhem naar Zutphen hebben door een wisselstoring urenlang niet gereden.
Slide 12 - Open vraag
Noteer het lijdend voorwerp van de zin:
De treinen van Arnhem naar Zutphen hebben door een wisselstoring urenlang niet gereden.
Slide 13 - Open vraag
Noteer het meewerkend voorwerp van de zin:
De treinen van Arnhem naar Zutphen hebben door een wisselstoring urenlang niet gereden.
Slide 14 - Open vraag
Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in de zin:
De treinen van Arnhem naar Zutphen hebben door een wisselstoring urenlang niet gereden.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 15 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
L17 Zinsdelen
Maart 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Impact Nu 3: D2L6 zinsontleding (instap DA)
Augustus 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
Oktober 2024
- Les met
26 slides
Duits
Secondary Education
W6 - zinsleer
1 dag geleden
- Les met
27 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Oefeningen woordsoorten + zinsleer
Oktober 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
zinsdelen quiz
September 2024
- Les met
29 slides
LessonUp
Primary Education
Lower Secondary (Key Stage 3)
Upper Secondary (Key Stage 4)
de bijwoordelijke bepaling
Mei 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
April 2024
- Les met
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs