HF4_Administratie (archief)
1 / 17
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de definitie van een archiveren?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Een statisch archief is een archief met ......
A
documenten die je elke dag nodig hebt.
B
een aantal documenten
C
documenten die je nodig hebt.
D
documenten die je bijna nooit nodig hebt.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een elektronisch archief?
A
Een archief waarin documenten worden opgeslagen die regelmatig worden geraadpleegd
B
Een digitaal opslagsysteem voor documenten
C
Het netjes en geordend opbergen van formulieren en/of bestanden
D
Een archief waarin documenten worden opgeslagen die niet vaak worden geraadpleegd
Slide 5 - Quizvraag
Waarom zou een bedrijf voor een elektronisch archief kiezen?
Slide 6 - Open vraag
Wat is een dynamisch archief?
A
Een archief waarin documenten worden opgeslagen die regelmatig worden geraadpleegd
B
Een digitaal opslagsysteem voor documenten
C
Het netjes en geordend opbergen van formulieren en/of bestanden
D
Een archief waarin documenten worden opgeslagen die niet vaak worden geraadpleegd
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Welke documt(en) bewaar je in een statisch archief?
A
Een bestelbon
B
Een factuur
C
Een contract
D
Een brief
Slide 9 - Quizvraag
Noem 3 manieren om formulieren te rangschikken?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Noem een nadeel van een elektronisch archief.
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Wat is een offerte?
A
Een afspraak tussen verkoper en klant over de levering van artikelen.
B
Een brief waarin de klant vraagt om een prijsopgave.
C
Een document met bestelgegevens van verschillende klanten.
D
Een uitgebreide, schriftelijke prijsopgave.
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een archief en een archivaris?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Wat is ordenen?
A
orde houden in een klas bijvoorbeeld
B
sorteren in een bepaalde volgorde
C
documenten bewaren
