E&O Administratie: Herhaling hoofdstuk 4: Formulierenstroom

Hoofdstuk 4: Formulierenstroom
Herhaling en voorbereiding op de toets
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Formulierenstroom
Herhaling en voorbereiding op de toets

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over archiveren?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kunt u de definitie van archiveren uitleggen
  • Aan het einde van de les kunt u verschillende soorten archieven en de geschikte documenten voor elk type archief identificeren
  • Aan het einde van de les kunt u de voor- en nadelen van een elektronisch archief opsommen
  • Aan het einde van de les kunt u verschillende methoden om formulieren te rangschikken noemen
  • Aan het einde van de les begrijpt u het belang van het aanvragen van een offerte en de voordelen ervan
  • Aan het einde van de les kunt u het verschil tussen een offerte en een factuur uitleggen
  • Aan het einde van de les kunt u de procedure voor het bevestigen van een offerte beschrijven

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een offerte en een factuur?
A
Een offerte is een betalingsverzoek vooraf, een factuur is een prijsopgave achteraf
B
Een offerte is een prijsopgave vooraf, een factuur is een betalingsverzoek achteraf
C
Een offerte is een betalingsverzoek achteraf, een factuur is een prijsopgave vooraf
D
Een offerte is een definitieve overeenkomst, een factuur is een voorstel

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke documenten zijn geschikt voor een elektronisch archief?
A
Digitale bestanden
B
Geluidsopnames
C
Foto's en video's
D
Papieren documenten

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de definitie van archiveren?
A
Het scannen van documenten
B
Het opslaan en bewaren van documenten
C
Het delen van documenten
D
Het vernietigen van documenten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Definitie van archiveren
  • Archiveren is het netjes en geordend opbergen van formulieren en/of bestanden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten archieven en bijbehorende documenten
  • Statisch archief: documenten die niet vaak worden geraadpleegd
  • Dynamisch archief: documenten die regelmatig worden geraadpleegd

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor- en nadelen van een elektronisch archief
  • Voordelen: ruimtebesparing, gemakkelijk terugvinden van gegevens
  • Nadelen: beveiliging, veroudering van programma's

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methoden om formulieren te rangschikken
  • Op datum
  • Op alfabet
  • Op code

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kunnen formulieren worden gerangschikt?
A
Op datum
B
Op kleur
C
Op alfabet
D
Op code

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voordeel van een elektronisch archief?
A
Veroudering van programma's
B
Beveiliging
C
Gemakkelijk terugvinden van gegevens
D
Ruimtebesparing

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dynamisch archief?
A
Documenten die zijn verloren gegaan
B
Documenten die regelmatig worden geraadpleegd
C
Documenten die niet vaak worden geraadpleegd
D
Documenten die zijn vernietigd

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een statisch archief?
A
Documenten die zijn verloren gegaan
B
Documenten die zijn vernietigd
C
Documenten die niet vaak worden geraadpleegd
D
Documenten die regelmatig worden geraadpleegd

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is archiveren?
A
Het verspreiden van documenten
B
Het netjes en geordend opbergen van formulieren en/of bestanden
C
Het vernietigen van documenten
D
Het opslaan van formulieren en/of bestanden

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het belang en de voordelen van het aanvragen van een offerte
  • Mogelijkheid om na te denken
  • Vergelijken van aanbiedingen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verschil tussen een offerte en een factuur
  • Offerte: aanbieding
  • Factuur: rekening na overeenkomst

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Procedure voor het bevestigen van een offerte
  • Offertebevestigingsbrief
  • Ondertekening door koper

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie moet de offerte ondertekenen?
A
De koper
B
De leverancier
C
De klant
D
De verkoper

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke brief wordt gebruikt om een offerte te bevestigen?
A
Factuurbevestigingsbrief
B
Offertebevestigingsbrief
C
Ondertekeningsbevestigingsbrief
D
Aanbiedingsbevestigingsbrief

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een mogelijke stap na het ontvangen van een offerte?
A
Het denken over de aangeboden opties.
B
Het opstellen van een nieuwe offerte.
C
Het direct accepteren van de offerte.
D
Het betalen van de factuur.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van het aanvragen van een offerte?
A
Het ondertekenen van een factuur.
B
Het vergelijken van aanbiedingen.
C
Het bevestigen van een offerte.
D
Het betalen van een rekening.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een offerte en een factuur?
A
Een offerte en een factuur zijn hetzelfde.
B
Een offerte is een aanbieding, een factuur is een rekening na overeenkomst.
C
Een offerte is een rekening na overeenkomst, een factuur is een aanbieding.
D
Een offerte is een rekening, een factuur is een aanbieding.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Definitie van archiveren
  • Archiveren: Het netjes en geordend opbergen van formulieren en/of bestanden
  • Statisch archief: Een archief waarin documenten worden opgeslagen die niet vaak worden geraadpleegd
  • Dynamisch archief: Een archief waarin documenten worden opgeslagen die regelmatig worden geraadpleegd
  • Elektronisch archief: Een digitaal opslagsysteem voor documenten
  • Offerte: Een voorstel voor een overeenkomst
  • Factuur: Een rekening die volgt op een overeenkomst

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een factuur?
A
Het netjes en geordend opbergen van formulieren en/of bestanden
B
Een archief waarin documenten worden opgeslagen die niet vaak worden geraadpleegd
C
Een archief waarin documenten worden opgeslagen die regelmatig worden geraadpleegd
D
Een rekening die volgt op een overeenkomst

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een elektronisch archief?
A
Een archief waarin documenten worden opgeslagen die regelmatig worden geraadpleegd
B
Een digitaal opslagsysteem voor documenten
C
Het netjes en geordend opbergen van formulieren en/of bestanden
D
Een archief waarin documenten worden opgeslagen die niet vaak worden geraadpleegd

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dynamisch archief?
A
Een archief waarin documenten worden opgeslagen die regelmatig worden geraadpleegd
B
Een digitaal opslagsysteem voor documenten
C
Het netjes en geordend opbergen van formulieren en/of bestanden
D
Een archief waarin documenten worden opgeslagen die niet vaak worden geraadpleegd

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een statisch archief?
A
Een archief waarin documenten worden opgeslagen die regelmatig worden geraadpleegd
B
Een archief waarin documenten worden opgeslagen die niet vaak worden geraadpleegd
C
Een digitaal opslagsysteem voor documenten
D
Het netjes en geordend opbergen van formulieren en/of bestanden

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de definitie van archiveren?
A
Een archief waarin documenten worden opgeslagen die niet vaak worden geraadpleegd
B
Een voorstel voor een overeenkomst
C
Het netjes en geordend opbergen van formulieren en/of bestanden
D
Een rekening die volgt op een overeenkomst

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 30 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 31 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 32 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.