Thema 5 basisstof 4 SPIEREN

Lesverloop
  1. Maak de startopdracht (als je het niet weet mag je jouw boek gebruiken)
  2. Uitleg
  3. Kennisvragen
  4. Zelfstandig werken 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesverloop
  1. Maak de startopdracht (als je het niet weet mag je jouw boek gebruiken)
  2. Uitleg
  3. Kennisvragen
  4. Zelfstandig werken 

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof: spieren

Slide 2 - Tekstslide

Wat voor beenverbinding is de knie?
A
Kraakbeenverbinding
B
Vergroeid
C
Gewricht
D
Naden (naadverbinding)

Slide 3 - Quizvraag


In de afbeelding hiernaast is een beenverbinding aangegeven met Q.
Welke beenverbinding is aangegeven met Q?
A
Vergroeide beenverbinding
B
Naadverbinding
C
Kraakbeenverbinding
D
Gewricht

Slide 4 - Quizvraag

In de afbeelding zijn enkele beenverbindingen getekend.

Bij welk van deze beenverbindingen is de meeste beweging mogelijk?
A
bij nummer 1
B
bij nummer 2
C
bij nummer 3

Slide 5 - Quizvraag


In de afbeelding zijn enkele beenverbindingen getekend.
Bij welke van deze beenverbindingen is een beetje beweging mogelijk?
A
1
B
2
C
3

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noem je deze beenverbinding?
A
Gewricht
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Naad

Slide 7 - Quizvraag

Doel van deze les:
  • Op het einde van de les moet je de werking van een spier kunnen beschrijven.
  • Op het einde van de les moet je weten hoe blessures werken en hoe je ze kunt voorkomen/behandelen

Slide 8 - Tekstslide

Bouw van het skelet (geraamte)
206 beenderen (botten)
  • Schedel
  • Wervelkolom
  • Borstkas
  • Schoudergordel
  • Heupbeenderen
Romp
Ledenmaten

Slide 9 - Tekstslide

Spieren 
2 type:
  • Skeletspieren
  • Orgaanspieren (niet bewust)

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg spierbevestiging en spierbewegingen 

Slide 11 - Tekstslide

Het menselijk lichaam telt meer dan 600 spieren. 

Spieren zitten overal, zelfs in de ogen en de huid (kippenvel). Ook het hart is een spier.

Veel spieren zorgen voor beweging. 


Slide 12 - Tekstslide


Rechts zie je de haren overeind staan En de spier is aangespannen de huid is daardoor hobbeliger

Koud --> bibberen (spieren)
      Gewone huid                    kippenvel

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Spierstelsel (skeletspieren)
Functie 
  • Bewegen 

Verbinding bot en spier
- Door pezen
- Aanhechtingsplaats
- Pezen kunnen niet samen trekken

Slide 15 - Tekstslide

Spierstelsel (skeletspieren)
Functie 
  • Bewegen 

Verbinding bot en spier
- Door pezen
- Aanhechtingsplaats
- Pezen kunnen niet samen trekken

Slide 16 - Tekstslide

Pezen
Functie
  • Verbinding bot en spier
  • Kan niet samentrekken
  • Aanhechtingsplaats

Slide 17 - Tekstslide

Pezen
Functie
  • Verbinding bot en spier
  • Kan niet samentrekken
  • Aanhechtingsplaats

Slide 18 - Tekstslide

Spieren
Functie
  • Bot laten bewegen
  • Samentrekken

Spier bij samentrekken
  • Korter
  • Dikker

Slide 19 - Tekstslide

Spieren
Functie
  • Bot laten bewegen
  • Samentrekken

Spier bij samentrekken
  • Korter
  • Dikker

Slide 20 - Tekstslide

Spieren bewegen maar naar één kant
Elke spier heeft een tegenovergestelde spier

Antagonistisch paar (buig & strekspier)

Slide 21 - Tekstslide

Antagonist
2 spieren die gezamenlijk een bot in een bepaalde richting kunnen bewegen

  • Biceps, Triceps
  • Voorste bovenbeenspier, hamstrings
  • Buikspieren, onderrugspieren
  • Borst spier, boven rugspieren

Ze werken samen

Slide 22 - Tekstslide

Orgaanspieren
Laten onze organen bewegen (niet bewust gaat vanzelf)
  • hartspieren
  • ademhalingspieren
  • Spijsverteringsspieren 
(maag, darm, slokdarm)

Slide 23 - Tekstslide

Basisstof 6
blessure

Slide 24 - Tekstslide

Blessure
Verschillende soorten
- Spierscheuring
- botbreuk
- voetbalknie
- kneuzing
- Verzwikking
- Ontwrichting
-RSI

Slide 25 - Tekstslide

Spierscheuring
Scheurtje in spier
  • Te sterke inspanning
  • Plotselinge beweging
  • Zweepslag

Herstel
- Rusten en meteen koelen

Slide 26 - Tekstslide

Catergorie
Categorie 1: Hierbij is er sprake van een verrekking waarbij slechts enkele spiervezels verrekt zijn. Er is sprake van een minimale scheuring van de vezels (minder dan 10 procent) en zonder dat er een merkbaar defect in de spier te voelen is.

 
Categorie 2: Hierbij is er sprake van een verrekking waarbij de spiervezels gedeeltelijk (tussen 10 en 50 procent) zijn gescheurd. Meestal is deze scheuring in de spier te voelen.

Categorie 3: Hierbij is er sprake van een uitgebreide of totale scheuring (50 tot 100 procent) van de spiervezels. Hierbij is een duidelijke, goed (voelbare) scheur in de spierbuik aanwezig.

Slide 27 - Tekstslide

Botbreuk
Breken van een bot
- vallen
- ruw spel

Herstel
- Ziekenhuis
- Operatie --> gibs
- Pinnen

Slide 28 - Tekstslide

Voetbalknie
Gewrichtkapsel en kapselbanden beschadigd
(kniebanden of de kruisbanden)
- draaibeweging als onderbeen blijft staan


Meniscus
is een stuk kraakbeen tussen de botten van een kniegewricht.
Meniscus gescheurd
Knie opslot --> stukje meniscus --> niet bewegen
 

Slide 29 - Tekstslide

Herstel voetbalknie
Herstel
- Ziekenhuis
- Kijk operatie
- Operatie

Slide 30 - Tekstslide

Verzwikking
Rekken het gewrichtskapsel en de kapselbanden te ver uit
Ernstige --> scheur

Herstel
- Rusten
- Koelen

Slide 31 - Tekstslide

Ontwrichting
- Uit de kom


Herstel
- Gewricht weer terug zetten

Slide 32 - Tekstslide

RSI
Herhaaldelijk dezelfde beweging (spieren en pezen overbelast)
  • Tenniselleboog
  • muisarm

Herstel
- Rust (belangrijk anders chronisch)
- Goede houding

Slide 33 - Tekstslide

Oorzaken van sportblessures
  1. ruwheid en overtredingen
  2. ongeoefende technieken
  3. Gebrek aan conditie (ook slechte voeding)
  4. Overbelasting van spieren en oververmoeiheid
  5. Onvoldoende warming- up, onvoldoende rekoefeningen, onvoldoende coolingdown
  6. Slechte sportuitrusting

Slide 34 - Tekstslide

Behandelen van blessures
  1. Blijf rustig en ga de situatie na
  2. Vraag om hulp
  3. Bij veel blessures moet je de plek koelen (tegen zwelling)
  4. Bij botbreuken of andere zware blessures ga naar de dokter
  5.  Bij koelen, niet op de huid, 20 min de plek koelen, 10 min rust, 20 min de plek koelen.
  6. Bij twijfel altijd naar de huisarts

Slide 35 - Tekstslide

Vragen 

Slide 36 - Tekstslide

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 37 - Quizvraag

Als spier 2 korter wordt, wordt spier 4...
A
Korter
B
Langer

Slide 38 - Quizvraag

Bekijk het plaatje, als de spier dik is dan is de spier...
A
Aangespannen
B
Ontspannen

Slide 39 - Quizvraag

Kippenvel ontstaat door spieren. Wat klopt over deze spieren?
A
De spieren zitten vast aan botten
B
De spieren bevinden zich in de huid
C
Het komt zowel voor dat deze spieren aan botten als aan de huid vast zitten

Slide 40 - Quizvraag

Hoe noem je de tegengestelde spier van een spier die actie onderneemt?
A
Antagonist
B
Anagonist
C
Reverse musculus
D
Antiwerker

Slide 41 - Quizvraag

Wat is er anders aan orgaanspieren ten opzichte van de skeletspieren?
A
bewegen alleen als je eraan denkt.
B
Je kan ze makkelijk aansturen.
C
bewegen zonder dat je je er bewust van ben.

Slide 42 - Quizvraag

Aan de slag
Basisstof 4 thema 5

Klaar?
- Blooket (zie magister)
- Test-jezelf 1 t/m3

Slide 43 - Tekstslide