9.2 Weerstand les 2 (LDR en NTC)

9.2 LDR en NTC
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

9.2 LDR en NTC

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling hoofdstuk 9.1 Weerstand
  • Uitleg paragraaf H 9.2 LDR & NTC (15 min)
  • Zelfstandig werken H 9.2 LDR & NTC 
  • Afsluiting/Vragen H 9.2 LDR & NTC  

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling/aanvulling 
H9.1 Weerstand

Slide 3 - Tekstslide

Weerstand (R)
Een apparaat levert weerstand.
Des te groter de weerstand, 
des te kleiner de stroomsterkte wordt.



U = I x R                          I = U : R                                R = U : I
grootheid
symbool
eenheid
symbool
weerstand
R
Ohm

Slide 4 - Tekstslide

Wet van Ohm

Slide 5 - Tekstslide

Ohmse weerstand
Deze weerstand is ohms:

Rechtevenredig verband: dus R heeft een vaste waarde.

De waarde van schakelonderdeel is steeds even groot.

Slide 6 - Tekstslide

In het figuur is een practicum met twee weerstanden.
Hoe zijn de weerstanden geschakeld?
A
serie
B
parallel
C
zowel serie als parallel
D
kan geen uitspraak over gedaan worden

Slide 7 - Quizvraag

Een weerstand heeft een waarde van 42000 Ohm. Wat is de kleurencode van deze weerstand?
A
Rood-oranje-geel
B
Geel-zwart-oranje
C
Geel-rood-zwart
D
Geel-rood- oranje

Slide 8 - Quizvraag

Met welke formule bereken je de weerstand?
Weerstand =
A
U=RI
B
R=IU
C
R=UI
D
I=UR

Slide 9 - Quizvraag

Een weerstand...
A
kan de stroom versterken.
B
is een drukschakelaar.
C
kan een stroom(pje) tegen houden.
D
is de stand van de zon, t.o.v. het weer

Slide 10 - Quizvraag

R1 en R2 zijn dezelfde weerstandjes.

Hoe groot is U2? (spanning over weerstand R2)
A
6V
B
dit kan je niet weten
C
3V
D
0V

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoelen H9.2 Weerstanden LDR & NTC
  1. Je kunt de onderdelen van een automatische schakeling beschrijven.
  2. Je kunt benoemen hoe de weerstand van een LDR verandert, als de sterkte van het licht verandert. 
  3. Je kunt benoemen hoe de weerstand van een NTC verandert, als de temperatuur verandert. 
  4. Je kunt beschrijven hoe je met een NTC de temperatuur kunt meten. 
  5. Je kunt uitleggen waarom een LDR en NTC vaak in serie met een weerstandje geschakeld worden.


     

Slide 12 - Tekstslide

Voorkennis
Vrijwel iedereen heeft wel ergens een automatisch buitenlamp.
Leg uit wanneer  zo'n lamp precies inschakelt.

Slide 13 - Tekstslide

Input - proces - output
Input: SENSOR
De sensor produceert een elektrisch signaal dat informatie geeft over zijn omgeving aan de verwerker.

Slide 14 - Tekstslide

Input - proces - output
Proces: VERWERKER
verwerkt het signaal van de sensor en geeft informatie aan de actuator

Slide 15 - Tekstslide

Input - proces - output
Output: ACTUATOR
onderneemt actie/doet iets

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

LDR
DIt is een lichtafhankelijke weerstand (light dependant resistor) met
het symbool:                       

Toepassing; sensor in buitenlamp.

Slide 18 - Tekstslide

Hoe meer licht op een LDR, hoe kleiner de weerstand, des te groter de stroomsterkte.

Slide 19 - Tekstslide

NTC
Dit is een temperatuursafhankelijke weerstand (negatieve temperatuurscoëfficiët) met het symbool: 

Slide 20 - Tekstslide

Hoe hoger de temperatuur, hoe lager de weerstand.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Wat: lees paragraaf 9.2 en maak de opgaven
  • Hoe: Je mag overleggen
  • Hulp: Docent

  • Huiswerk: de rest van 9.2

Slide 23 - Tekstslide

Controlevragen
1a Noteer de betekenis van de letters LDR
1b Noteer de betekenis van de letters NTC

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Controlevragen
3 a NTC. Vul in; Hoe hoger de temperatuur hoe......de weestand.
b LDR. Vul in. Hoe meer licht, hoe.........de stroomsterkte.

Slide 26 - Tekstslide

4 Leg de schakeling met lichtsterktemeter uit.

Slide 27 - Tekstslide

Controlevragen
5a  In de felle zon lees je 0,22 A bij de vorige dia. De spanningsbron levert 3 V. Bereken de weerstand van de LDR.

5b In de avond lees je 1 mA af. Bereken op nieuw de weerstand en trek een conlusie.

Slide 28 - Tekstslide

6a Waarvoor is de extra weerstand ?

6b Als de benzine onder de NTC komt, wordt deze warmer. Waarom gaat het lampje dan aan ?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Wanneer je in een serieschakeling meer weerstanden toevoegd, dan wordt de totale weerstand steeds ....
A
Groter
B
Kleiner

Slide 31 - Quizvraag

Bereken de weerstandswaarde van de onbekende weerstand. Deze is.......
A
1 Ohm
B
2 Ohm
C
3 Ohm
D
4 Ohm

Slide 32 - Quizvraag