Grammatica C en H2 C tekstdoelen 26/11/'24

Welkom A1C
Pak het leesboek Borealis!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom A1C
Pak het leesboek Borealis!

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Blz. 177 en 178

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
- Je leert welke doelen een schrijver kan hebben met een tekst.

Slide 3 - Tekstslide


Tekstsoorten

Slide 4 - Tekstslide

Samen nakijken
Opd. 5, 7 en 8 op blz. 26-27.

Slide 5 - Tekstslide

Samen lezen
Theorie blz. 46-47 in het handboek.

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
- Maak opd. 1 t/m 8 op blz. 28-30.
- Klaar?
- Maak een woordenlijst van de grijsgedrukte woorden op blz. 24 en 26.
Klaar?
- Ga aan de slag met presentatie.

Slide 7 - Tekstslide

waar rook is, is vuur
A
negatieve dingen over iemand vertellen
B
een roddel is vaak voor een deel waar
C
heel oud, verzonnen verhaal; vaak over goden
D
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft

Slide 8 - Quizvraag


aandikken
A
negatieve dingen over iemand vertellen
B
iets wat informatie overbrengt
C
overdrijven
D
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft

Slide 9 - Quizvraag


sensationeel
A
bijzonder, met veel spektakel
B
iets extra belangrijk maken
C
roddels
D
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft

Slide 10 - Quizvraag


de achterklap
A
iets wat informatie overbrengt
B
iets extra belangrijk maken
C
roddels
D
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft

Slide 11 - Quizvraag


de mythe
A
iets wat informatie overbrengt
B
heel oud, verzonnen verhaal; vaak over goden
C
negatieve dingen over iemand vertellen
D
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft

Slide 12 - Quizvraag


benadrukken
A
iets wat informatie overbrengt
B
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
C
negatieve dingen over iemand vertellen
D
iets extra belangrijk maken

Slide 13 - Quizvraag


het medium / de media
A
iets wat informatie overbrengt
B
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
C
negatieve dingen over iemand vertellen
D
roddels

Slide 14 - Quizvraag


in een kwaad daglicht stellen
A
overdrijven
B
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
C
negatieve dingen over iemand vertellen
D
roddels

Slide 15 - Quizvraag


magisch
A
overdrijven
B
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
C
heel oud, verzonnen verhaal; vaak over goden
D
roddels

Slide 16 - Quizvraag


kennelijk

A
overdrijven
B
iets extra belangrijk maken
C
heel oud, verzonnen verhaal; vaak over goden
D
blijkbaar

Slide 17 - Quizvraag

Huiswerk
- Maak opd. 1 t/m 8 op blz. 28-30 en maak een woordenlijst van de grijsgedrukte woorden op blz. 24 en 26.

Slide 18 - Tekstslide

Terugkijken
- Schrijf op wat het verschil is tussen taalkundig en redekundig ontleden.
- Schrijf een zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en een lidwoord op.

Slide 19 - Tekstslide