Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H2 D Het onderwerp van een tekst 11/12/'24
Welkom A1C
Pak het leesboek Borealis!
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom A1C
Pak het leesboek Borealis!
Slide 1 - Tekstslide
Lezen
Blz. 204 en 205.
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoel
- Je leert hoe je het onderwerp en de boodschap van een tekst kunt bepalen.
Slide 3 - Tekstslide
Aan de slag
Lees in stilte de theorie op blz. 48-49
en maak daarna opd. 4 t/m 7 op blz. 31-33 (blz. 23).
Klaar: Zoek de betekenis van de woordjes op blz. 30 en 33.
timer
20:00
Slide 4 - Tekstslide
sensationeel
A
bijzonder, met veel spektakel
B
iets extra belangrijk maken
C
roddels
D
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
Slide 5 - Quizvraag
de achterklap
A
iets wat informatie overbrengt
B
iets extra belangrijk maken
C
roddels
D
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
Slide 6 - Quizvraag
benadrukken
A
iets wat informatie overbrengt
B
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
C
negatieve dingen over iemand vertellen
D
iets extra belangrijk maken
Slide 7 - Quizvraag
waar rook is, is vuur
A
negatieve dingen over iemand vertellen
B
een roddel is vaak voor een deel waar
C
heel oud, verzonnen verhaal; vaak over goden
D
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
Slide 8 - Quizvraag
het medium / de media
A
iets wat informatie overbrengt
B
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
C
negatieve dingen over iemand vertellen
D
roddels
Slide 9 - Quizvraag
aandikken
A
negatieve dingen over iemand vertellen
B
iets wat informatie overbrengt
C
overdrijven
D
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
Slide 10 - Quizvraag
in een kwaad daglicht stellen
A
overdrijven
B
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
C
negatieve dingen over iemand vertellen
D
roddels
Slide 11 - Quizvraag
magisch
A
overdrijven
B
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
C
heel oud, verzonnen verhaal; vaak over goden
D
roddels
Slide 12 - Quizvraag
kennelijk
A
overdrijven
B
iets extra belangrijk maken
C
heel oud, verzonnen verhaal; vaak over goden
D
blijkbaar
Slide 13 - Quizvraag
de gewaarwording
A
ervaring, indruk
B
vertrouwelijk, fysiek contact
C
bekentenis van iets persoonlijks
D
zonder iets te verzwijgen
Slide 14 - Quizvraag
het element
A
deel van iets
B
lang verhaal in een boek
C
opnemen, opschrijven
D
ongeveer
Slide 15 - Quizvraag
openhartig
A
effect
B
vertrouwelijk, fysiek contact
C
bekentenis van iets persoonlijks
D
zonder iets te verzwijgen
Slide 16 - Quizvraag
de anekdote
A
voorwerp
B
meetkundig
C
kort, grappig verhaal
D
snel en in grote hoeveelheden tevoorschijn komen
Slide 17 - Quizvraag
aandikken
A
negatieve dingen over iemand vertellen
B
iets wat informatie overbrengt
C
overdrijven
D
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
Slide 18 - Quizvraag
het uitsluitsel
A
gevoel
B
lang verhaal in een boek
C
opnemen, opschrijven
D
opheldering, verklaring
Slide 19 - Quizvraag
de passie
A
voorwerp
B
hartstocht, liefhebberij
C
kort, grappig verhaal
D
snel en in grote hoeveelheden tevoorschijn komen
Slide 20 - Quizvraag
de mythe
A
iets wat informatie overbrengt
B
heel oud, verzonnen verhaal; vaak over goden
C
negatieve dingen over iemand vertellen
D
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
Slide 21 - Quizvraag
actueel
A
op dit moment, in het nieuws
B
hoe je ergens naar kijkt
C
enthousiast maken om iets te doen
D
iets uit de geschiedenis
Slide 22 - Quizvraag
de impact
A
effect
B
iets lijkt zo te zijn
C
bekentenis van iets persoonlijks
D
zonder iets te verzwijgen
Slide 23 - Quizvraag
sensationeel
A
bijzonder, met veel spektakel
B
iets extra belangrijk maken
C
roddels
D
iets wat met magie of toverkracht te maken heeft
Slide 24 - Quizvraag
Huiswerk
- Maak opd. 2,3,4,5 op blz. 90-91 en opd. 4 t/m 7 op blz. 31-33.
Zoek ook de betekenis van de woordjes op blz. 30 en 33.
Slide 25 - Tekstslide
Terugkijken
- Schrijf op wat het verschil is tussen taalkundig en redekundig ontleden.
- Schrijf een zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en een lidwoord op.
Slide 26 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Woordjes hoofdstuk 2
Januari 2024
- Les met
50 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica C en H2 C tekstdoelen 4/12/'24
26 dagen geleden
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Hoofdstuk 2 C en D 4/12/'23
December 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica C en D 10/12/'24
14 dagen geleden
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica C en H2 C tekstdoelen 26/11/'24
November 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica C en H2 C tekstdoelen 26/11/'24
19 dagen geleden
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Hoofdstuk 2 C en D 4/12/'23
December 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica B en hoofdstuk 2 C 4/12/'23 A1D
December 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1