par. 4

2.4 Het Lötschental
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

2.4 Het Lötschental

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet wat een hooggebergte is.
- Je kunt uitleggen welke hoogtegordels er zijn in de bergen.
- Je kunt benoemen wat het verband is tussen bevolkingsdichtheid en inrichting.
- Je kunt een verband leggen met temperatuur en hoogte

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Het Lötschental - bergdal in Zwitserland

Slide 4 - Tekstslide

Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.
Een landschap dat (bijna) niet door mensen is ingericht. Het is puur natuur.

Slide 5 - Tekstslide

natuurlandschap = ingericht door de natuur 
cultuurlandschap = ingericht door mensen

- Ingericht landschap: Landschap dat de mens heeft ingericht/ veranderd

Slide 6 - Tekstslide

Vergelijk de twee kaarten. Wat valt je op?

Slide 7 - Tekstslide

Wat valt je op. Benoem de woorden bergen en mensen in jouw antwoord.

Slide 8 - Open vraag

Bevolkingsdichtheid en reliëf

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoogte - temperatuur - vegetatie
Belangrijke regel!

Per 100 meter stijgen = 0,6 graden Celsius kouder.  

Bijv. Het dal = 20 graden en ligt op 0 meter, je loopt 300 meter de berg op. Dan is het daar 3 x 0,6 graden kouder = 18,2 graden Celsius.





Slide 11 - Tekstslide

1A en 1B durven niet meer naar beneden (3500M). 1C staat op 1000M en het is 8 graden. Hoeveel graden is het bij 1A en 1B?

Slide 12 - Open vraag

1C gaat naar beneden, waar 1A en 1B ook zijn. Bij 1C is het -10 graden op 4500M hoogte. 1A/1B staan op 0M. Hoeveel graden is het bij hun?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Hoogtegordels B51 = plantengroeizones

Slide 17 - Tekstslide

reliëf
Hoogteverschillen in het landschap.
gletsjer
Enorme ijsmassa die langzaam naar beneden schuift.

Slide 18 - Tekstslide

dubbelseizoen
Twee keer per jaar een piek in het aantal toeristen.
alpenweiden
Hoogtegordel in de bergen met grassen, kruiden en lage struikjes (boven de boomgrens).
boomgrens
Grens tussen een gebied waar nog wel bomen groeien en waar geen bomen meer kunnen groeien door de lage temperatuur (kouder dan 10 °C in de zomer).
bereikbaarheid
De mogelijkheid om een plaats te bereiken.

Slide 19 - Tekstslide

Het toerisme in het Lötschental kent een dubbelseizoen. Welk schaalniveau past het beste bij deze uitspraak?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Nationaal
D
Internationaal

Slide 20 - Quizvraag

Hoe hoger ...
A
hoe kouder het wordt
B
hoe warmer het wordt

Slide 21 - Quizvraag

Per 1000 meter dat je omhoog gaat, wordt het ...... ºC graden kouder

Slide 22 - Open vraag

Is dit een natuur- of cultuurlandschap?

Slide 23 - Open vraag

Is dit een natuur- of cultuurlandschap?

Slide 24 - Open vraag