▪
Wie: over wie gaat het nieuwsbericht?
▪ Wat: wat is er precies gebeurd?
▪ Waar: op welke plek is het gebeurd? Dit kan heel specifiek zijn, bijvoorbeeld een straatnaam
▪ Wanneer: op welke datum is het nieuwsfeit gebeurd of gaat er iets gebeuren?
▪ Waarom: waarom is het gebeurd?
▪ Hoe: hoe is het gebeurd?