In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Pak je spullen:
Boek
Schrift
Welkom B3
Agenda voor vandaag
Uitleg Hoe schrijf je een verslag
Werken aan kern les 25
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
weet je wat er in een verslag hoort te staan. (R)
kun je bepalen wat je wel en niet moet opschrijven in een verslag. (T1)
kun je uitleggen wat er wel of niet goed is aan een verslag. (T2)
kun je een kort verslag schrijven over iets dat je hebt gedaan of meegemaakt. (I)
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Een verslagje
''Met 3 vmbo op excursie!
Op dinsdag 4 juli vertrokken wij met 40 leerlingen en 8 begeleiders op de fiets richting Kropswolde. Daar verbleven we twee nachten op een boerderij. ''
Slide 4 - Tekstslide
In het verslag
Iets dat je hebt meegemaakt, gedaan of getest
Feiten, iets dat vaststaat.
Mening of conclusie soms in inleiding of slot ‘Ik vond het heel leuk!’
Slide 5 - Tekstslide
Verslag schrijven
Verzamel informatie
Kies welke informatie je wilt gebruiken
Orden de informatie
Schrijf je tekst - Schrijf inleiding: Korte inhoud of welke test je gaat doen - Schrijf gebeurtenissen in goede volgorde - Conclusie
Lees je tekst na en verbeter fouten
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld
''Zondag gingen we een groot spel doen in het bos en zaterdag gingen we waterfietsen. Op zondag gingen we om 11 uur weer op de fiets naar huis. We gingen ook nog barbecueën en we hebben ook gevoetbald... ''
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld
''...We vonden het allemaal heel erg leuk en we zijn weer een ervaring rijker. Het weer had alleen wel iets beter gekund. ''
Slide 9 - Tekstslide
Belangrijk
Schrijf in je verslag de gebeurtenissen in de goede volgorde.
Gebruik vooral feiten en af en toe je mening.
Slide 10 - Tekstslide
Woorden les 25
Het echte werk kan beginnen = nu wordt het serieus
Een ervaring rijker zijn = iets meemaken en ervan leren
de grenzen verleggen = iets doen wat je vroeger niet durfde of niet kon
imposant = Indrukwekkend
uitermate = Zeer / erg
de pass= Schot naar een medespeler
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Stappen
Hiernaast zie je nogmaals hoe je een verslag moet schrijven, gebruik dit bij het schrijven van je eigen verslag.
Slide 13 - Tekstslide
Weet je nog?
De opdracht van vorige week
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag
Opdracht:
- Je schrijft een kort verslag over de activiteit in de keuken > gevulde koeken bakken
- Gebruik hiervoor het werkblad en vul deze zo uitgebreid mogelijk in
- Gebruik het gele vlak in je boek op blz. 54 voor extra uitleg
- Klaar met het werkblad?
> schrijf je eigen verslag; dit mag in Word of in PowerPoint
Slide 15 - Tekstslide
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen