Schrijf ow, wg, lv, mv en bwb in je schrift:
1. Bijna alle mensen dromen elke nacht een paar dromen.
2. Soms schijnt een droom na een poosje terug te kunnen keren.
3. De laatste maanden bleek Talitha regelmatig te dromen over post.
4. In de droom kreeg ze tientallen brieven in haar brievenbus.
5. Zo snel mogelijk ging ze dan die immense hoeveelheid post uit haar brievenbus halen.
6. Toch bleven mensen haar steeds brieven sturen.
7. Een droomonderzoeker legde Talitha de betekenis van haar droom uit.
8. De droom liet haar zien dat ze moe wordt van teveel vriendschappen.