Oefentoets Nederlands PWW

Oefentoets PWW
Grammatica, spelling en lezen
Blok 1 t/m 6
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets PWW
Grammatica, spelling en lezen
Blok 1 t/m 6

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica
De volgende oefenvragen gaan over het onderdeel GRAMMATICA

Slide 2 - Tekstslide

Welke vraag stel je om het onderwerp in de zin te vinden?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de PV in de volgende zin?
Vanuit het mandje onder zo'n ballon kun je een prachtig uitzicht zien.
A
het mandje
B
ballon
C
kun
D
uitzicht

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het WWG in de volgende zin?
Vanuit het mandje onder zo'n ballon kun je een prachtig uitzicht zien.
A
mandje
B
kun zien
C
prachtig
D
uitzicht

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het OND in de volgende zin?
Vanuit het mandje onder zo'n ballon kun je een prachtig uitzicht zien.
A
je
B
uitzicht
C
mandje
D
zien

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de PV in de volgende zin?
Branders verwarmen de lucht.
A
branders
B
lucht
C
de
D
verwarmen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het WWG in de volgende zin?
Branders verwarmen de lucht.
A
verwarmen
B
branders
C
de
D
lucht

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het OND in de volgende zin?
Branders verwarmen de lucht.
A
lucht
B
verwarmen
C
de
D
branders

Slide 9 - Quizvraag

Verdeel de zinnen in zinsdelen. Zet schuine streepjes tussen de zinsdelen.

De vogels hebben een verfrissend bad genomen.
A
De vogels I hebben I een verfrissend bad I genomen
B
De I vogels hebben I een verfrissend I bad I genomen
C
De vogels hebben I een verfrissend I bad I genomen
D
De vogels hebben een verfrissend I bad I genomen

Slide 10 - Quizvraag

Verdeel de zinnen in zinsdelen. Zet schuine streepjes tussen de zinsdelen.

Ik krijg een bioscoopbon voor mijn verjaardag.
A
Ik I krijg I een bioscoopbon voor I mijn verjaardag.
B
Ik I krijg I een bioscoopbon I voor mijn verjaardag.
C
Ik krijg I een bioscoopbon voor I mijn verjaardag.
D
Ik krijg een I bioscoopbon voor mijn I verjaardag.

Slide 11 - Quizvraag

Schrijf de lidwoorden, werkwoorden en zelfstandige naamwoorden op.

De bovenkant geeft men een lichte kleur.
A
Lidwoord: geeft Werkwoord: de, een Zelfstandig naamwoord: kleur
B
Lidwoord: kleur Werkwoord: de, een Zelfstandig naamwoord: geeft
C
Lidwoord: de, een Werkwoord: geeft Zelfstandig naamwoord: bovenkant, kleur
D
Lidwoord: de, een Werkwoord: kleur Zelfstandig naamwoord: geeft

Slide 12 - Quizvraag

Schrijf de lidwoorden, werkwoorden en zelfstandige naamwoorden op.

Het geld wordt betaald door de regering.
A
Lidwoord: wordt, betaald Werkwoord: het, de Zelfstandig naamwoord: geld regering
B
Lidwoord: geld, regering Werkwoord: wordt, betaald Zelfstandig naamwoord: het, de
C
Lidwoord: het, de Werkwoord: geld, regering Zelfstandig naamwoord: wordt, betaald
D
Lidwoord: het, de Werkwoord: wordt, betaald Zelfstandig naamwoord: geld, regering

Slide 13 - Quizvraag

Spelling
De volgende oefenvragen gaan over het onderdeel SPELLING

Slide 14 - Tekstslide


Noteer van elk woord de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.

Bereiden
A
Ik: bereidt Hij: bereid
B
Ik: bereid Hij: bereidt
C
Ik: bereit Hij: bereit
D
Ik: bereid Hij: Bereid

Slide 15 - Quizvraag

Noteer van elk woord de juiste persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.

Zeven
A
Jij: zeevt Ik: zeef
B
Jij: zeefd Ik: zeev
C
Jij: zeefd Ik: zeef
D
Jij: zeeft Ik: zeef

Slide 16 - Quizvraag

Noteer bij elk werkwoord de juiste ik-vorm en wij-vorm in de verleden tijd.

doen
A
Ik: deet Wij: deden
B
Ik: doe Wij: doen
C
Ik: deed Wij: deden
D
Ik: doet Wij: doen

Slide 17 - Quizvraag

Noteer bij elk werkwoord de juiste ik-vorm en wij-vorm in de verleden tijd.

klinken
A
Ik: klonk Wij: klonken
B
Ik: klink Wij: klinken
C
Ik: klinkt Wij: klonken
D
Ik: klonk Wij: klonkten

Slide 18 - Quizvraag

Maak een zin met een klankvast werkwoord.

Slide 19 - Open vraag

Maak een zin met een klankveranderend werkwoord.

Slide 20 - Open vraag

Lezen
De volgende oefenvragen gaan over het onderdeel LEZEN

Slide 21 - Tekstslide

Wat is dit voor tekstvorm?

Schande!

Bij mij op school zie je nog steeds kinderen rondlopen in jassen met kragen van bont. Geen nepbont, maar echt bont! Ik vind dit een schande!
Weten ze dan niet dat er speciaal voor deze jassen wasbeerhonden worden gefokt? Deze dieren hebben echt een rotleven gehad. Ze worden slecht behandeld en dan eindigen ze als bontkraag. Dat kan toch niet?
Ik snap niet dat kinderen zich hiermee durven te vertonen. Dat zijn echt leeghoofden. En de ouders van deze kinderen begrijp ik helemaal niet. Je geeft je kind toch geen toestemming zo’n jas te kopen?
Jassen met echt bont erin zijn trouwens ook helemaal niet nodig. In ons land is het nooit extreem koud en nepbont zit bijna net zo warm.
Het wordt tijd dat de regering echt bont nu eindelijk eens gaat verbieden. En zeker in kinderkleding!

Morgen schrijf ik hopelijk weer over een wat vrolijker onderwerp.








Slide 22 - Tekstslide

Antwoord:
weblog

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de tekstsoort?
Schande!

Bij mij op school zie je nog steeds kinderen rondlopen in jassen met kragen van bont. Geen nepbont, maar echt bont! Ik vind dit een schande!
Weten ze dan niet dat er speciaal voor deze jassen wasbeerhonden worden gefokt? Deze dieren hebben echt een rotleven gehad. Ze worden slecht behandeld en dan eindigen ze als bontkraag. Dat kan toch niet?
Ik snap niet dat kinderen zich hiermee durven te vertonen. Dat zijn echt leeghoofden. En de ouders van deze kinderen begrijp ik helemaal niet. Je geeft je kind toch geen toestemming zo’n jas te kopen?
Jassen met echt bont erin zijn trouwens ook helemaal niet nodig. In ons land is het nooit extreem koud en nepbont zit bijna net zo warm.
Het wordt tijd dat de regering echt bont nu eindelijk eens gaat verbieden. En zeker in kinderkleding!

Morgen schrijf ik hopelijk weer over een wat vrolijker onderwerp.

Slide 24 - Tekstslide

Antwoord:
overtuigende tekst

Slide 25 - Tekstslide

Heel veel succes!
Lieve jongens en meiden,
Jullie schooljaar zit er bijna op. Jullie gaan het vak Nederlands afronden met een eindtoets over grammatica, spelling en lezen. Ik wil jullie zeggen dat ik heel erg trots op jullie ben. Jullie hebben dit schooljaar heel hard gewerkt! Ik weet dat jullie het schooljaar goed gaan afsluiten. Zet hem op toppers!!

Slide 26 - Tekstslide