14. Sp H5 uitleg 5.7 en 5.8 +nakijken

- Uitleg Spelling H5

- Huiswerk maken

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Uitleg Spelling H5

- Huiswerk maken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Spelling H5:

Je kunt met leestekens de directe rede aangeven.

Je weet wanneer je een komma gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Spelling H5: directe rede + komma

Slide 3 - Tekstslide

(In)directe rede

Directe rede: je schrijft woord voor woord op wat iemand zegt (citaat) - aanhalingstekens

Indirecte rede: je schrijft iemands woorden niet letterlijk op - geen aanhalingstekens

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden

Meneer Van Noordenne zei: 'Ruim je spullen op.'

Meneer Van Noordenne vroeg: 'Ruim je je spullen op?'

Meneer Van Noordenne riep: 'Ruim je spullen op!'

'Ruim je spullen op', zei meneer Van Noordenne.

'Ruim je spullen op!', riep meneer Van Noordenne.

'Ruim je je spullen op?', riep meneer Van Noordenne.

'Ruim je je spullen op', zei meneer Van Noordenne, 'en ga alvast naar school toe.'

Slide 5 - Tekstslide

De komma

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de komma?

1 Zet een komma tussen twee werkwoorden van verschillende zinnen.

2 Gebruik een komma tussen bijvoeglijke naamwoorden die je kunt omruilen.

3 Zet een komma tussen delen van een opsomming (NIET voor en of of)

4 Zet een komma voor een signaalwoord als want, maar etc.

5 Zet een komma na een naam, aanhef of uitroep aan het begin of einde van een zin.

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag

Sp. H5: opdracht  2 en 4

1 De docent Nask vraagt: 'Zijn er nog onduidelijkheden?'

4 'Jouw klachten zouden na een paar dagen rust weg moeten zijn', verzekerde mijn huisarts.

8 'Vergeet niet', zei mijn moeder,' om na school langs de supermarkt te gaan.'

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken Spelling H5: 2 (blz. 227)
Citaat achterin de zin
1 De docent NaSk vraagt: 'Zijn er nog onduidelijkheden?'
2 De onderzoeker legt uit: 'Er zijn mensen die zich in een opgeruimde omgeving veiliger voelen.'
3 De fietser schreeuwde naar de automobilist: 'Kijk uit je doppen!'

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken Spelling H5: 2 (blz. 227)
Citaat voorin de zin
4 'Je klachten zullen na een paar dagen rust weg zijn', verzekerde de huisarts mij.
5 'Heb ik mijn sportkleding wel bij me?', vraagt David zich af.
6 'Wij willen niet in de media reageren op de beschuldigingen', verklaart het bedrijf.
7 'Iedereen moet nu naar binnen komen!', bulderde de directeur over het schoolplein.

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken Spelling H5: 2 (blz. 227)
Onderbreking citaat
8 'Vergeet je niet', zei mijn moeder, 'om na school langs de supermarkt te fietsen?'
9 'Ga maar vast zitten',  zei de assistente. 'De dokter komt zo.'
10 'Jantine', vroeg mijn mentor, 'waarom was je het eerste uur niet op school?' 

Slide 11 - Tekstslide

Nakijken Spelling H5: 4 (blz. 229)
  • 1 Mijn moeder heeft in haar handtas altijd zakdoekjes, kauwgom, een flesje water en wat kleingeld zitten.
  • 2 Janna heeft de trein gemist, helaas.
  • 3 Vind je hem echt knap, slim en grappig, Renzo?
  • 4 Na de ingewikkelde, lange handleiding te hebben gelezen, begreep Bas nog niet hoe het apparaat werkte.
  • 5 Kijk, zo kom je in het centrum van de stad, Yannis.

Slide 12 - Tekstslide

Nakijken Spelling H5: 4 (blz. 229)
  • 6 Zodra de regen stopte, gingen de jongetjes, meisjes en hun ouders weer de speeltuin in.
  • 7 Maar goed, ik vond het dus echt een heel erg mooie film, want ik ben dol op romantiek.
  • 8 Wat er op televisie, op de radio en op internet wordt beweerd, is lang niet altijd helemaal waar.

Slide 13 - Tekstslide