Woche 4 les 10,11,12

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Museuminsel Berlin Aufgabe A25

1. Kies een museum dat je aanspreekt op Museuminsel in Berlijn.
2. Schrijf in Word een hele korte presentatie over jouw museum door antwoord te geven op de W Fragen. 
3. wo befindet sich das Museum? ? wie sieht es aus? was wird dort ausgestellt?? wann sind die Öffnungszeiten?? Was findest du besonders interessant?
4. Zoek een plaatje van je museum en plak dat in je document.

LZ2 Je kunt aan de hand van de W-Fragen een museum presenteren.

Woche 4 les 10,11,12

Wilkommen!

Stunde 10

inloggen aub

HW

Leren delen van het lichaam....

Waar is dit deel van het lichaam??

Der Kopf, Die Köpfe

Der Rücken / Der Bauch

Das Ohr, die Ohren

Der Arm, Die Arme

Der Hand, die Hände

Das Bein, die Beine

Das Auge, die Augen

Der Mund

Der Zahn, die Zähne

Der Finger, die Finger

Die Wange, Die Wangen

Die Nase

Das Knie, die Knie

Die Hüften

Lernziele: am Ende der Stunde.....

1. Ken je in het Duits tenminste 5 zinnen waarmee je een grafiek kunt beschrijven.
2. kun je aan de hand van de W-Fragen een museum presenteren.

Lernziele: am Ende der Stunde.....

1. Ken je in het Duits tenminste 5 zinnen waarmee je een grafiek kunt beschrijven.
2. kun je aan de hand van de W-Fragen een museum presenteren.

S 17 Aufgabe 20 

sprechen Sie über die Grafik Museumsreif

LZ1 Je kent  in het Duits tenminste 5 zinnen waarmee je een grafiek kunt beschrijven  

sprechen Sie über die Grafik Museumsreif

1. Das Thema der Grafik ist.....
2. Man kann in der Grafik sehen, dass OF die Grafik zeigt, dass..
3. Am beliebtesten sind die OF An erster Stelle stehen die
4. Danach folgen die....
5. Nicht so beliebt sind die....

LZ1 Je kent  in het Duits tenminste 5 zinnen waarmee je een grafiek kunt beschrijven  

Lernziele: am Ende der Stunde.....

1. Ken je in het Duits tenminste 5 zinnen waarmee je een grafiek kunt beschrijven.
2. kun je aan de hand van de W-Fragen één museum op het Museuminsel in Berlijn presenteren.

Museuminsel???

Het Museumsinsel is de benaming voor het noordelijk deel van het Spree-eiland in de rivier de Spree, midden in de stad Berlijn, waar zich vijf musea bevinden. Dit zijn:

Alte Nationalgalerie

Altes Museum

Bode-Museum

Neues Museum

Pergamonmuseum

KLAAR?

Treffend 1.4 

Wilkommen!

Stunde 11

inloggen aub

Lernziele: am Ende der Stunde.....

1Je kunt adhv de W Fragen een mondelinge presentatie geven over een museum.

2 Je kunt het voltooid deelwoord  van de sterke werkwoorden uit de Rückblick toepassen in zinnen

Museuminsel Berlin Aufgabe A25

1. Wo befindet sich das Museum? ? 
2. Wie sieht es aus? 
3. Was wird dort ausgestellt?? 
4. Wann sind die Öffnungszeiten?? 
5. Was findest du besonders interessant?

LZ Je kunt aan de hand van de W-Fragen een museum presenteren.

HW

Museuminsel

Präsentiere ein Museum

https://www.youtube.com/watch?v=NkbxK3xhOYk

Welche 5 Museen befinden sich im Museuminsel?

Lernziel Check:
Kun je nu met behulp van de W Fragen een presentatie houden over een museum?

😒🙁😐🙂😃

Lernziele: am Ende der Stunde.....

1Je kunt adhv de W Fragen een mondelinge presentatie geven over een museum.

2 Je kunt het voltooid deelwoord  van de sterke werkwoorden uit de Rückblick toepassen in zinnen

Verben - Perfekt

Wiederholung Perfekt C3 samen mondeling

Oefenen/herhalen C4 C5, C6 in schrift

Digitale oefeneningen?

https://www.schubert-verlag.de/aufgaben/uebungen_b1/b1_uebungen_index.htm

HW leren stamtijden S 35 helemaal

LZ 2  Je kunt het voltooid deelwoord van de sterke werkwoorden uit de Rückblick toepassen in zinnen

HW

Leren stamtijden S 35? helemaal 

Wilkommen!

Stunde 12

inloggen aub

Lernziele: am Ende der Stunde.....

1 Je kunt het voltooid deelwoord  van de sterke werkwoorden uit de Rückblick toepassen in zinnen

HW stamtijden S 35

hele werkwoord - tegenwoordige tijd - verleden tijd - voltooide tijd

anfangen - er fängt an -  fing an - angefangen

geben, gab, ......

1. gegeben
2. gegibt

nennen, nannte, .........

1. genennt
2. genannt

sprechen, sprach, ......

1. gesprochen
2. gespricht

Schreiben, schrieb, ......

1. geschrieben
2. geschreibt

nehmen, nahm, ........

1. genimmt
2. genommen

stehen, ......., gestanden

1. stah
2. stand

aufwachsen, ......., aufgewachsen

1. wächste
2. wuchs

treffen, ......, getroffen

1. traf
2. trof

sitzen, ......, gesessen

1. sitzte
2. saß

wissen, ......, gewußt

1. wusste
2. weiste

wissen, ......, gewußt

1. wusste
2. weiste

Verben - Perfekt

Nakijken C4 C5, C6  - VRAGEN???

VERDER OEFENEN!!

LZ 2  Je kunt het voltooid deelwoord van de sterke werkwoorden uit de Rückblick toepassen in zinnen

Verben - Perfekt

Digitale oefeneningen!

https://www.schubert-verlag.de/aufgaben/uebungen_b1/b1_uebungen_index.htm

Kapitel 1

Was haben Sie letzte Woche gemacht? Ergänzen Sie die Verben im Perfekt.

Womit haben Sie den Tag verbracht? Wählen Sie die richtige Präposition aus.

Haben Sie noch Zeit? Wählen Sie den richtigen Konjunktor aus.

Das Deutsche Historische Museum Ergänzen Sie die temporalen Präpositionen.

LZ 2  Je kunt het voltooid deelwoord van de sterke werkwoorden uit de Rückblick toepassen in zinnen

Lernziel Check:
Je kunt het voltooid deelwoord van de sterke werkwoorden uit de Rückblick toepassen in zinnen

😒🙁😐🙂😃

Verben - Perfekt

Nog meer oefenen?

https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Werkwoorden/Sterkww.ovt-vtt.htm

Aufgabe 7.34-7.37

HW maandag 7/10

GOED LEREN ;)

1) Verben + Präpositionen (werkwoorden met vast voorzetsel) zie overzicht schrift

2) Temporalangaben - tijdbepalingen S. 32 +wanneer UM, AM, IM?

3) Temporale Adverbien - woorden uit C15 S 33 wat betekenen de woorden D/N