Woche 8 3/3-9/3

Woche 8 3/3-9/3
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Woche 8 3/3-9/3

Slide 1 - Tekstslide

Wilkommen!
Stunde 14 P3



Slide 2 - Tekstslide

Lernziel Stunde 12
Je kent de regels van de tegenwoordige tijd en kunt de werkwoorden vervoegen
Je kent de regels van het voltooid deelwoord en je kunt de werkwoorden vervoegen.



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd (15 min)
maak opgaven in de link
https://lessonUp.app/invite/h/GyMu46moinGecy3Pz
maken opgaven Arbeitsblatt Tegenwoordige tijd
KLAAR? Beschrijf je favoriete dier
samen teste dich selbst
LZ1  Je kent de regels van de tegenwoordige tijd en kunt de werkwoorden vervoegen

Slide 6 - Tekstslide

Wo ___ ihr?
A
bleibt
B
bleibst
C
bleiben
D
bleibe

Slide 7 - Quizvraag

____ du Hilfe?
A
Brauchen
B
Brauche
C
Brauchst
D
Braucht

Slide 8 - Quizvraag

Ich ____ Ihnen die Speisekarte
A
bringe
B
bringst
C
bringen

Slide 9 - Quizvraag

____ Sie das noch einmal.
A
Erklären
B
Erklärst
C
Erklärt

Slide 10 - Quizvraag

Warum sagst ____ nichts?
A
ihr
B
du

Slide 11 - Quizvraag

Was macht ____?
A
du
B
ihr

Slide 12 - Quizvraag

Wie ___ ihr das Essen?
A
finden
B
findet
C
findest

Slide 13 - Quizvraag

Wo wohnst ____?
A
ihr
B
du

Slide 14 - Quizvraag

Wie heißen ____?
A
deine Brüder
B
dein Bruder

Slide 15 - Quizvraag

er
es
sie
das Wetter
die Schule
das Handy
das Fahrrad
Peter
Vera
der Vater
meine Schwester

Slide 16 - Sleepvraag

Das ist meine Schwester.
___ heißt Petra.
A
Er
B
Es
C
Sie

Slide 17 - Quizvraag

Das ist mein Vater.
___ heißt Hans.
A
Er
B
Es
C
Sie

Slide 18 - Quizvraag

Das ist mein Fahrrad.
___ ist neu.
A
Er
B
Es
C
Sie

Slide 19 - Quizvraag

LZ1 Je kent de regels van de tegenwoordige tijd en kunt de werkwoorden vervoegen
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Voltooid deelwoord
korte uitleg
maken opgaven Arbeitsblatt voltooid deelwoord
KLAAR? Beschrijf je favoriete dier
LZ1  JJe kent de regels van het voltooid deelwoord en je kunt de werkwoorden vervoegen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Das Verb sein
Kombiniere die Personalpronomen mit der richtigen Form des Verbes
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
seid
sind
bin
sind
bist
ist

Slide 23 - Sleepvraag

Das Verb haben
Kombiniere die Personalpronomen mit der richtigen Form des Verbes
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
haben
hat
hast
habe
haben
habt

Slide 24 - Sleepvraag

Partizip Perfekt
Das Partizip Perfekt machst du also mit ge- + Verbstamm + t
machen --> gemacht

Endet der Verbstamm auf -t oder -d, dann machst du das Partizip Perfekt mit ge- + Verbstamm + et
arbeiten --> gearbeitet

Slide 25 - Tekstslide

Partizip Perfekt
Bei Verben mit Endung -ieren machst du das Partizip Perfekt mit nur Verbstamm + t
fotografieren --> fotografiert

Für starke/unregelmäßigen Verben musst du das Partizip Perfekt auswendig lernen, es ist immer anders!
haben --> gehabt         sein --> gewesen

Slide 26 - Tekstslide


Das Partizip Perfekt von kaufen ist:
A
gekauft
B
kauft
C
kaufet
D
gekaufen

Slide 27 - Quizvraag


Das Partizip Perfekt von studieren ist:
A
gestudiert
B
studiert
C
gestudieret
D
studieret

Slide 28 - Quizvraag


Das Partizip Perfekt von wohnen ist:
A
gewohnet
B
wohnt
C
wohnen
D
gewohnt

Slide 29 - Quizvraag


Das Partizip Perfekt von machen ist:
A
machen
B
gemacht
C
machet
D
gemachen

Slide 30 - Quizvraag

Hast du noch Fragen?

Slide 31 - Open vraag

LZ2 Je kent de regels van het voltooid deelwoord en je kunt de werkwoorden vervoegen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll