Dimensie vitaal burgerschap 5.5: ik kan ermee stoppen.

dimensie vitaal burgerschap
hoofdstuk 5.5: ik kan ermee stoppen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

dimensie vitaal burgerschap
hoofdstuk 5.5: ik kan ermee stoppen

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les:
- Ken je het gevaar van verslaving en snap je waarom het 
  patroon lastig te doorbreken is.
- Heb je kennis over verschillende soorten verslaving.
- Weet je wat de gevolgen kunnen zijn van verslavende 
  middelen.
- Herken je mogelijke verslavingen bij jezelf of in je omgeving 
  en weet je waar hulp te vinden is.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 26: Wat is verslaving?
Kijk naar het filmpje op de volgende dia en maak opdracht 26.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

VERSLAVING
Een verslaving is het niet meer zonder een bepaald middel kunnen of niet kunnen stoppen met een bepaald gedrag.

Slide 5 - Tekstslide

Genot of niet?
een 'lichamelijke verslaving krijg je met 'genotsmiddelen', bijvoorbeeld: tabak, drugs en alcohol. bij sommige middelen herb je steeds meer nodig voor hetzelfde effect. 
Genotsmiddelen zijn schadelijk voor je lichaam maar ook voor vriendschappen en relaties.
Verslaafd raken gaat heel geleidelijk. Het wordt een gewoonte en dan een leefstijl. 

Slide 6 - Tekstslide

Factoren die een rol spelen bij verslaving.
Erfelijke aanleg: het kan in een familie zitten om snel verslaafd te raken aan iets.
Voorbeelden die je hebt gehad: van ouders, familie, vrienden, milieu, omgeving.
Psychische problemen: als je je emoties moeilijk kunt 'handelen' en vlucht in middelen.
Psychosociale problemen: b.v. problemen met je ouders, vrienden of partner, schulden, gezondheidsproblemen, problemen op school.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 27: stellingen.
kijk naar de stellingen hieronder en vul bij opdracht 27 in of je het er eens of oneens mee bent en waarom.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 28: Wat denk jij ervan?
 Maak opdracht 28.

Slide 9 - Tekstslide

In een kringetje.
Verslaafd zijn betekent dat je afhankelijk bent van een middel (alcohol, drugs, medicijnen) of bepaald gedrag ( gokken, gamen, seks, eten, kopen)en niet zonder kunt.  je blijft ronddraaien in het kringetje hieronder:

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 29: doorbreken?
 Maak opdracht 29.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 30: Welke effecten?
 Maak opdracht 30.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 31: onderzoek
 Kies zelf een van de 9 verslavingen uit en doe zelf het onderzoek.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 32: test jezelf.
Maak opdracht 32

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 33: test de ander.
Maak opdracht 33.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 34: waar kun je terecht.
Maak opdracht 34.

Slide 16 - Tekstslide