In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Les 2 Genotmiddelen
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Wat ga je leren?
Je leert wat genotmiddelen zijn.
Je leert welke regels er in Nederland zijn over genotmiddelen.
Je leert hoe je verslaving kunt herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn genotmiddelen?
Slide 3 - Open vraag
Welke genotmiddelen ken jij?
Slide 4 - Open vraag
Genotmiddelen
- Zijn middelen waardoor je je anders gaat voelen.
- Worden door veel mensen gebruikt.
- Thee, koffie, cola, alcohol, tabak, chocolade, drugs, etc.
- Gebruik ervan wordt een gewoonte.
- Lastig om er mee te stoppen.
- Schadelijk voor de gezondheid.
Slide 5 - Tekstslide
Welke genotmiddelen gebruik jij?
Slide 6 - Open vraag
Zou jij direct kunnen stoppen met het gebruik van het genotmiddel?
Ja, ik zou er geen moeite mee hebben.
Oeh, dat wordt lastig.. maar het gaat me zeker lukken.
Nee, ik denk dat ik daar erg veel moeite mee heb.
Ik gebruik geen genotmiddelen.
Slide 7 - Poll
Opdracht 1
- Ga naar het boek KIES 2
- Maak bladzijde 278, 279
Slide 8 - Tekstslide
Wat is de Opiumwet?
Slide 9 - Open vraag
Opiumwet
Slide 10 - Tekstslide
Opiumwet
Onderscheid harddrugs/ softdrugs.
Gedoogbeleid op cannabis.
5 gr. op zak of 5 planten (voor eigen gebruik).
Verbod op bezit, productie, verkoop, import & export.
Slide 11 - Tekstslide
Wat vind jij van de Opiumwet?
Slide 12 - Open vraag
Opdracht 2
- Ga naar het boek KIES 2
- Maak bladzijde 280 - 281
Slide 13 - Tekstslide
Tot zover....
Slide 14 - Tekstslide
Verslaafd:
Je kunt niet stoppen met een genotmiddel
Lichamelijk verslaafd:
Als je stopt met een genotmiddel krijg je lichamelijke klachten. Dit zijn afkickverschijnselen, zoals hoofdpijn, trillen en zweten. Je lichaam wil eigenlijk niet zonder het middel.
Geestelijk verslaafd. Je denkt dat je niet zonder genotmiddel kan. Je voelt je niet prettig. Je kunt alleen maar aan het genotmiddel denken.
Sociaal verslaafd.
Je mist het contact met de mensen met wie je een genotmiddel gebruikt.
Slide 15 - Tekstslide
Wat vind je van deze stelling? Het is je eigen schuld als je verslaafd raakt.
Slide 16 - Open vraag
Verslaving
Wat is een verslaving?
Je kunt niet meer zonder een genotsmiddel
Je weet dat het slecht is, maar toch ga je door
Het 'willen' gebruiken verandert in 'moeten'
Verslaving is een hersenziekte
De één is gevoeliger dan de ander.
Slide 17 - Tekstslide
Je kunt verslaafd zijn aan:
Alcohol
Drugs
Medicijnen
Gokken
Gamen
Social Media/internet
Eten
Slide 18 - Tekstslide
IN EEN KRINGETJE
Je bent afhankelijk van een middel of van bepaald gedrag om je goed te voelen
Het lukt je ook niet meer om ermee te stoppen
Je draait in een kringetje rond…
=> Opdracht: leg de woorden in de goede volgorde... maak het kringetje rond.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Wie van jullie drinkt wel eens alcohol en hoeveel?
Slide 21 - Open vraag
0
Slide 22 - Video
Welke orgaan zorgt ervoor dat de alcohol in je lichaam afgebroken wordt?
A
Darmen
B
Lever
C
Nieren
D
Slokdarm
Slide 23 - Quizvraag
Hoelang duurt het ongeveer voordat één standaard glas drank is afgebroken?
A
een half uur
B
1 uur
C
anderhalf uur
D
een kwartier
Slide 24 - Quizvraag
Waarom is het voor veel jongeren stoer om veel te drinken?
Slide 25 - Open vraag
Verslaving
Gevolgen van alcoholverslaving:
Overgewicht
Kans op verslaving als je ouder bent
Verlies zelfcontrole
Vergeetachtigheid
Coördinatieverlies
Invloed op delen van de hersenen
Slide 26 - Tekstslide
Wat betekent ‘verslaving’ volgens jullie?
Slide 27 - Open vraag
Noem drie dingen waaraan mensen verslaafd kunnen raken.
Slide 28 - Open vraag
Verslaving is soms best moeilijk te herkennen, want wat is nou het verschil tussen gewoon gezellig iets doen of gebruiken en verslaafd zijn?
Je bent verslaafd aan iets wanneer:
Je het steeds vaker gaat gebruiken
Je het vaker gebruikt dan je met jezelf of anderen hebt afgesproken.
Je minder aandacht hebt voor school, familie of vrienden door het gebruik.
Je het middel ook vaak in je eentje gebruikt.
Het je niet in je eentje lukt om te stoppen met je verslaving.
Slide 29 - Tekstslide
Verslaving. Bij verslaving denken we al snel aan drank, drugs en roken, maar wist je dat je aan allerlei dingen serieus verslaafd kunt raken?
gamen
Speel jij wel eens een spelletje? Gameverslaving is een veelvoorkomende verslaving.
Social media
Bijna iedereen heeft social media. Kijk jij vaak op je mobiel? Verslavingen die met internet te maken hebben zijn het de meest voorkomende verslaving onder Nederlandse jongeren.
Voeding
In rijke landen hebben veel mensen verslavingen die met voeding te maken hebben. Ze zijn verslaafd aan eten of bijvoorbeeld aan het drinken van frisdrank.
Genotsmiddelen
Genotsmiddelen zoals alcohol, tabak en drugs zorgen voor veel ernstige verslavingen. Deze les gaat over verslaving aan deze middelen.
Slide 30 - Tekstslide
Geef aan of de stellingen waar of niet waar zijn.
Je bent alleen verslaafd als je het elke dag doet.
Verslaving is altijd zichtbaar.
Je kunt van alles verslaafd raken, zelfs aan sporten
Een verslaving is alleen een probleem als je er last van hebt.
Waar/feit
Niet waar/mythe
Slide 31 - Sleepvraag
In dit filmpje wordt uitgelegd hoe een verslaving er niet opeens is. Verslaving ontstaat in stapjes en vaak door bepaalde omstandigheden(zoals ruzie thuis, of andere problemen die je met jezelf hebt).
Wanneer mensen eenmaal verslaafd zijn, willen ze dit niet. Ze willen stoppen met hun verslaving maar belanden in een een 'verslavingskringetje'.