2.1 - Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Thema 2 - Voeding en vertering
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 2 - Voeding en vertering

Slide 1 - Tekstslide

Thema 2
2.1 - Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.2 - Het verteringsstelsel
2.3 - De organen voor vertering
2.4 - Gezonde voeding
2.5 - Voedselbederf
2.6 - Voeding en vertering bij zoogdieren

Slide 2 - Tekstslide

2.1 - Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf
- Je kunt de functies van voedingsstoffen (en voedingsvezel) in voedingsmiddelen noemen
- Je kunt 6 groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken

In voedsel zitten de stoffen die je lichaam nodig heeft. Het meeste voedsel komt van planten. Veel mensen eten ook dieren en dierlijke producten.

Slide 4 - Tekstslide

Plantaardig of dierlijk
Voedingsmiddelen - wat je eet/drinkt
Voedingsstoffen - de nuttige stoffen in voedingsmiddelen

Plantaardig -> afkomstig van planten
Dierlijk -> afkomstig van dieren

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Functies van voedingsstoffen
Brandstof - geven energie
Bouwstof - groei, ontwikkeling en herstel
Beschermende stof - houden je gezond
Reservestof - bruikbaar als brandstof of bouwstof, opgeslagen voor later

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Zes groepen voedingsstoffen
Eiwitten
Koolhydraten
Vetten
Water
Mineralen
Vitaminen

Slide 11 - Tekstslide

Eiwitten
Belangrijke bouwstoffen (herstel en opbouw van delen van het lichaam)
Te veel -> gebruikt als brandstof (of omgezet in vet en opgeslagen als reservestof)

Slide 12 - Tekstslide

Koolhydraten
Brandstof (kan als bouwstof)
Glucose, fructose, zetmeel
Te veel binnen -> omgezet in vet
Veel in plantaardig voedsel, weinig in dierlijk voedsel

Slide 13 - Tekstslide

Vetten
Vooral brandstof, ook bouwstof en reservestof

Niet veel vet nodig, te veel wordt opgeslagen onder de huid

Slide 14 - Tekstslide

Water
Bouwstof - menselijk lichaam 60%
Vervoer van stoffen via bloed 

Water zit in fruit, frisdrank, sommige groente

Slide 15 - Tekstslide

Mineralen en vitaminen
Mineralen - zouten (kalk, calcium, ijzer)
Bouwstof & beschermende stof

Vitaminen - met letters aangegeven
Beschermende stof

Slide 16 - Tekstslide

Voedingsvezels
Geen voedingsstof -> wordt niet opgenomen in het bloed
Toch belangrijk voor goede vertering en verzadigd gevoel (vol zitten)
Zitten in groente, fruit en volkoren-producten

Slide 17 - Tekstslide

Vragen?

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een voedingsstof?
A
Alles wat je eet of drinkt
B
alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel
C
Alle bruikbare stoffen uit voedingsmiddelen

Slide 19 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof
Dubbelfris
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 20 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof
Vitaminen
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 21 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof
Appel
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 22 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof?
Koolhydraten
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 23 - Quizvraag

Wat ga je doen?
- Maken opdrachten van 2.1
- Klaar? Test Jezelf of Kahoot via Classroom

Slide 24 - Tekstslide

Voedingsmiddel of voedingsstof?
Kaas
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 25 - Quizvraag

Wat is geen bouwstof?
A
Water
B
Mineralen
C
Eiwitten
D
koolhydraten

Slide 26 - Quizvraag

Wat is geen voedingsstof?
A
Koolhydraat
B
Water
C
Mineralen
D
Vezels

Slide 27 - Quizvraag

Beschermende stoffen zijn
A
mineralen en vitaminen
B
koolhydraten en eiwitten
C
mineralen en eiwitten
D
vitaminen en koolhydraten

Slide 28 - Quizvraag

Mineralen zijn reservestoffen.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Dit voedingsmiddel is brandstof:
A
mineralen
B
vitamines
C
water
D
koolhydraten

Slide 30 - Quizvraag

Aan het werk
Alle vragen goed? Beginnen bij opdracht 5 (t/m 10)
Niet alle vragen goed? Beginnen bij opdracht 1 (t/m 9), 4 overslaan

Opdracht 4 maken als voorbereiding op toets

Slide 31 - Tekstslide

Einde pauze in:
timer
5:00

Slide 32 - Tekstslide