11 mrt: boekopdr (in delen), les 32

Welkom klas!

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas!

Slide 1 - Tekstslide

Op tafel:
- laptop en log in op LessonUp
- Map
- pen
Welkom klas
timer
2:30

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag maandag 11 maart: 
Klap je laptop weer dicht, eerst uitleg. 

Boekopdracht (in delen)
Les 32
Les 21 

Slide 3 - Tekstslide

Boekopdracht (in delen)
Beantwoord vragen a, b en c. 
Schrijf de antwoorden in je schrift/map.
Daarna bespreken!
timer
6:00

Slide 4 - Tekstslide

Les 32: argumenten beoordelen
beoordelen = mening geven over iets

Open je laptop.

Slide 5 - Tekstslide

Standpunt: Ik vind dat elke leerling op school minstens vijf talen moet leren.

Argument 1: gemakkelijker nog meer talen 
Ten eerste is het belangrijk om kennis van verschillende talen te hebben. Want hoe taliger je bent, hoe gemakkelijker het wordt om een nieuwe taal te leren.

Argument 2: 
Ten tweede ...

Slide 6 - Tekstslide

Bedenk een tweede argument voor waarom leerlingen minstens 5 talen moeten leren op de middelbare school.

Slide 7 - Open vraag

Geef je net bedachte argument een titel.

Slide 8 - Open vraag

Standpunt: Ik vind dat elke leerling op school minstens vijf talen moet leren.

Argument 1: gemakkelijker nog meer talen 
Ten eerste is het belangrijk om kennis van verschillende talen te hebben. Want hoe taliger je bent, hoe gemakkelijker het wordt om een nieuwe taal te leren.

Argument 2: titel
Ten tweede ...
Waarom is het handig om je argumenten titels te geven? 

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk een voor- en een tegenargument en geef ze elk een titel.
Opgroeien in de stad is beter dan opgroeien op het platteland.

Slide 10 - Open vraag

Bedenk een voor- en een tegenargument en geef ze elk een titel.
Alle bibliotheken moeten weg.

Slide 11 - Open vraag

Bedenk een voor- en een tegenargument en geef ze elk een titel.
Geld geven aan bedelaars moet verboden worden.

Slide 12 - Open vraag

Overtuigen

Slide 13 - Tekstslide

wat weet je over de kracht van overtuigen?

Slide 14 - Woordweb

Overtuigen

  • Feitelijke uitspraak: controleerbaar
    Water kookt bij 100 graden Celsius. 

  • Waarderende uitspraak: een mening van wat goed, slecht, mooi of lelijk is
    Een schilderij van Van Gogh heeft altijd veel karakter. 
  • Stel jezelf de vraag: Is dit een mening van iemand of is dit een feit? 

Tip: maak nu aantekeningen.

Slide 15 - Tekstslide

Feitelijk of waarderend?
Ik ben een goede student, want ik haal alleen maar voldoendes en ben altijd op tijd.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 16 - Quizvraag

Feitelijk of waarderend:
Mobieltjes in de klas moeten verboden worden. Ze zijn irritant.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 17 - Quizvraag

Het wordt tijd dat er een nieuw kabinet komt.
De inflatie is met 14,5 procent nog nooit zo hoog geweest.
De ECB verhoogt de rente om de inflatie tegen te gaan.
Het prijsplafond op de energierekening dat de regering heeft voorgesteld is niet laag genoeg en komt bovendien te laat.
feitelijke uitspraak
feitelijke uitspraak
waarderende uitspraak
waarderende uitspraak

Slide 18 - Sleepvraag

Hij is immers veruit de beste in de debatten.
Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen weer gaat winnen.
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument

Slide 19 - Sleepvraag

Je kunt er beter niet aan deelnemen.
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. 
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument

Slide 20 - Sleepvraag

De Rijn is de langste rivier van Europa.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 21 - Quizvraag

Het eten van groente en fruit vermindert de kans op kanker.

A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 22 - Quizvraag

Bij een lekkere gegrilde vis hoort een droge, witte wijn.
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 23 - Quizvraag

Zelf aan de slag
Maak opdracht 1, 2 en 3 uit les 20 van Kern.
Klaar? Maak ook opdracht 4.
Schrijf de antwoorden in je map.
Je kunt zelf inzoomen.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 27 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd.

Slide 28 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets wat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 29 - Open vraag