Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Thema 1 sport
Welkom
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3,4
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
Nederlands - Thema 1 sport
Slide 2 - Tekstslide
Waarom is sporten goed voor je?
Geef een argument
Slide 3 - Woordweb
Belangrijke woorden
Maak een zin bij het volgende woord.
Slide 4 - Tekstslide
Woordenschat: maak een zin met het woord
Slide 5 - Tekstslide
Een serie wedstrijden waarin wordt gestreden om het kampioenschap heet..
A
De competitie
B
De conditie
C
De finale
D
De tactiek
Slide 6 - Quizvraag
Tactiek is.....
A
Het gevoel dat iets anders loopt dan je verwacht.
B
Je inspannen om iets voor elkaar te krijgen.
C
Een trucje.
D
De manier waarop je een doel wilt bereiken.
Slide 7 - Quizvraag
Iets lange tijd lichamelijk en/of geestelijk kunnen volhouden heet..
A
Mentaal
B
Fysiek
C
Het uithoudingsvermogen
D
Presteren
Slide 8 - Quizvraag
Het klassement is...
A
De stand van een wedstrijd.
B
De sportkleding die bij een bepaalde sportclub hoort.
C
Een lijst van spelers/teams waarin de beste bovenaan en de slechtste onderaan staat.
D
Een serie wedstrijden waarin wordt gestreden om het kampioenschap.
Slide 9 - Quizvraag
Hoe verbeter je jouw uithoudingsvermogen?
Slide 10 - Woordweb
Spelling & grammatica
Interpunctie
Woordsoorten
Slide 11 - Tekstslide
Wanneer gebruik je hoofdletters?
Slide 12 - Woordweb
Welke zin is goed?
A
Wij krijgen les over de tweede Wereldoorlog.
B
Wij krijgen les over de Tweede Wereldoorlog.
C
wij krijgen les over De Tweede Wereldoorlog.
D
Wij krijgen les over de tweede wereldoorlog.
Slide 13 - Quizvraag
Welk woord krijgt geen hoofdletter midden in een zin?
A
de lente
B
fransman
C
sinterklaas
D
valentijnsdag
Slide 14 - Quizvraag
Zet op de juiste plek hoofdletters:
"Ken jij mevrouw van der laar?"
A
mevrouw Van der Laar
B
Mevrouw van der Laar
C
mevrouw Van Der Laar
D
Mevrouw Van Der Laar
Slide 15 - Quizvraag
istanbul
unicef
de amerikanen
het noorden
het offerfeest
boeddhisme
zaterdag
Met hoofdletter
Zonder hoofdletter
Slide 16 - Sleepvraag
Woordsoorten
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoord
Voorzetsel
Slide 17 - Tekstslide
De, het en een noemen we:
Slide 18 - Open vraag
Als ik ga tennissen neem ik altijd mijn sporttas mee.
Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
Slide 19 - Open vraag
Het zelfstandig naamwoord
Mensen, dieren of dingen. Je kunt er altijd een lidwoord voor zetten, ook al staat die niet altijd in de zin.
Slide 20 - Tekstslide
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin:
Jan heeft een dure jas gekocht.
A
Jan
B
heeft gekocht
C
dure
D
jas
Slide 21 - Quizvraag
Het bijvoeglijk naamwoord
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
De jas kan duur zijn, maar ook mooi of lelijk, rood, blauw, lang, kort enzovoorts.
Slide 22 - Tekstslide
Werkwoorden die met sporten te maken hebben..
Slide 23 - Woordweb
Het werkwoord
Wat iets of iemand aan het doen is. Het zegt dus iets over wat er gebeurt.
Ik
voetbal
ieder weekend.
Wij
eten
op vrijdag altijd friet.
Slide 24 - Tekstslide
Het voorzetsel
Een kort woordje in een zin, wat vaak een
plaats
aangeeft of iets zegt over de
tijd
.
Slide 25 - Tekstslide
Voorzetsels.. denk aan 'de kast'
Slide 26 - Woordweb
OPDRACHTEN Nederlands
1. Boek Nederlands
Thema 1 SPORT
Hoofdstuk 1 Belangrijke woorden: opdracht 1 t/m 4 - bladzijde 12 - 17)
Inleverdatum: vrijdag 15 januari (we bespreken de antwoorden tijdens de online les)
2. Studiemeter
VIA Vervolg - Thema 1 Sport
* belangrijke woorden
* spelling & grammatica
* lezen
* luisteren
Klaar? oefentoets + eindtoets
Slide 27 - Tekstslide
Waar ben je deze week trots op?
Slide 28 - Tekstslide
Goed gewerkt!
Succes met de opdrachten!
Hulp nodig?
App of bel de juf
Slide 29 - Tekstslide
Lezen
De onderdelen van een tekst.
De indeling van een tekst.
Slide 30 - Tekstslide
De titel van een tekst...
A
Is om de tekst op te laten vallen.
B
Vertelt in het kort waar de tekst over gaat.
C
Vertelt iets over de inhoud van de alinea.
D
Alle antwoorden zijn goed.
Slide 31 - Quizvraag
Wie de tekst geschreven heeft of waar de tekst vandaan komt noemen we 'de.....'
Slide 32 - Open vraag
Een korte zin of een woord bij een afbeelding is 'een....'
Slide 33 - Open vraag
Inleiding
Middenstuk
Slot
Hier staat de belangrijkste informatie van een tekst.
Het einde van een tekst.
Vertelt kort waar de tekst over gaat.
Slide 34 - Sleepvraag
Studiemeter
Maak 'lezen' af in studiemeter.
Slide 35 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Thema 1 sport
8 dagen geleden
- Les met
35 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3,4
Vrijdag Nederlands Thema 1 sport
Januari 2021
- Les met
46 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Thema 1 sport
Augustus 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Thema 1 sport
6 dagen geleden
- Les met
35 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3,4
Thema 1 sport
September 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3,4
Portalis Nederlands Thema 1 sport volledige samenvatting.
Oktober 2024
- Les met
36 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
zaterdag 14 oktober 2023 - Thema A: persoonlijk mondeling verslag + Grammatica herh. nw en ww gez.
Oktober 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Secondary Education
TB bijvoeglijke naamwoorden - zelfstandige naamwoorden - lidwoorden
Februari 2023
- Les met
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs