Participatie- beginsituatie - lesweek 9
1 / 27
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Maak zelf een goede verdeling van de tijd. De les is zo geschreven dat deze in 3x45 min te doen is. Het kan zijn dat je net even iets langer bezig bent met deel 1. qua uitleg omdat een klas dit lastig vindt bijv. 60 min.
Gebruik dan minder tijd voor deel 2.
Maak dus zelf even een verdeling van de tijd op je klas en rooster.
Deel 1
Welkom en AWR 5 Gebruik dan minder tijd voor deel 2.
Maak dus zelf even een verdeling van de tijd op je klas en rooster.
Deel 1
lesdoelen 2
Programma doornemen 3
Begrip participatie (voorkennis) 10 min
-------------------------------------------20 min
Module + doelen module 10 min
Koppeling examens 10 min
Eindopdracht 15 min
Deadlines 5 min
Check opgelet 5 min
------------------------------------------60 min
Deel 1- 60-70 min
Deel 2:
Beginsituatie ontwikkelingsgebieden herhaling ------------15 min
Opdracht 2 - beginsituatie---------30 min
Nabespreken 10 min
Check lesdoelen en afsluiting 15 min
-----------------------------------------------
70 minuten
Begrip participatie (voorkennis) 10 min
-------------------------------------------20 min
Module + doelen module 10 min
Koppeling examens 10 min
Eindopdracht 15 min
Deadlines 5 min
Check opgelet 5 min
------------------------------------------60 min
Deel 1- 60-70 min
Deel 2:
Beginsituatie ontwikkelingsgebieden herhaling ------------15 min
Opdracht 2 - beginsituatie---------30 min
Nabespreken 10 min
Check lesdoelen en afsluiting 15 min
-----------------------------------------------
70 minuten
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het verschil tussen draagkracht en draag last?
Slide 6 - Woordweb
Autoritaire
Autoritatieve
Permissieve
Wat is het verschil tussen eigen regie en zelfredzaamheid?
Slide 7 - Woordweb
Autoritaire
Autoritatieve
Permissieve
Zijn de eindopdracht en de rubrics duidelijk?
Ja
Nee
Slide 8 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Welke vragen heb je nog?
Slide 9 - Open vraag
Bij een autoritatieve begeleidingsstijl (samenwerking) geef je aandacht aan de taak én aan de relatie. Je stelt regels én hebt oog voor wat de cliënt ervaart. Bijvoorbeeld doordat je: reageert op wensen, behoeften, verlangens en initiatieven van de cliënt
stelt vragen en luistert, beantwoordt vragen, geeft uitleg, overlegt met de cliënt, neemt beslissingen samen met de cliënt.
De autoritatieve stijl wordt ook wel 'democratische stijl' genoemd, omdat je samen beslist. Samen onderzoek je de wensen, en behoeften en ideeën van de cliënt. Dat gebeurt op basis van gelijkwaardigheid.
Autoritaire begeleidingsstijl (sturen)
Bij de autoritaire begeleidingsstijl is er veel aandacht voor de taak en weinig aandacht voor de relatie. Als begeleider treed je sturend op. Bijvoorbeeld: Je bepaalt wat moet gebeuren,
geeft instructie of aanwijzingen, stelt grenzen, controleert, neemt een leidende rol, verwacht gehoorzaamheid.
Natuurlijk houd je daarbij rekening met het niveau van de cliënt. (Begrip, overvragen of onderschatten cliënt).
In welke situaties? Risicovolle situaties, overtreden regels, behoefte aan structuur.
Niet de voorkeur binnen MZ i.v.m. ontnemen regie (geen eigen keuzes/ meedenken)
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
11.1 Methodisch begeleiden
Vraag 1: Wetgeving.
Waar staat de Participatiewet voor?
Waar staat de Participatiewet voor?
A
De wet is bedoeld om ervoor te zorgen dat mensen met een arbeidsbeperking meer vrijwilligerswerk gaan doen.
B
De wet is bedoeld om mensen die het zonder ondersteuning niet redden of een arbeidsbeperking hebben werk te laten vinden.
C
De wet is bedoeld om mensen met een arbeidsbeperking zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen.
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 2: Participatiewet
Er is veel wet- en regelgeving binnen Nederland om allerlei zaken te regelen. De Participatiewet is een van deze wetten.
Voor wie is de Participatiewet?
Er is veel wet- en regelgeving binnen Nederland om allerlei zaken te regelen. De Participatiewet is een van deze wetten.
Voor wie is de Participatiewet?
A
Voor iedereen die kan werken, maar het op de arbeidsmarkt zonder ondersteuning niet redt.
B
Voor iedereen die kan werken, maar het niet lukt om een baan te vinden.
C
Voor iedereen met een beperking.
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 3: Participatie
De Participatiewet is er voor iedereen die het zonder ondersteuning niet redt op de arbeidsmarkt.
Wat is een beschutte werkplek?
De Participatiewet is er voor iedereen die het zonder ondersteuning niet redt op de arbeidsmarkt.
Wat is een beschutte werkplek?
A
Een beschutte werkplek is een plek waar mensen beschermd worden tegen invloeden van buitenaf.
B
Beschut werk is voor mensen die alleen in een "beschermde" omgeving onder aangepaste omstandigheden kunnen werken.
C
Een beschutte werkplek is een "veilige" werkplek voor mensen die een niet-veilige thuissituatie hebben en hierdoor anders niet zouden kunnen werken.
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Participatie.
Participatie gaat over meedoen in de samenleving. Dat kan bijvoorbeeld door werk of dagbesteding, onderwijs, vrijwilligerswerk.
Er zijn twee wetten die zich richten op participatie, zodat iedereen mee kan doen: jong of oud, man of vrouw, met of zonder beperking.
Welke wet laat mensen optimaal deel laten nemen aan de samenleving.
Participatie gaat over meedoen in de samenleving. Dat kan bijvoorbeeld door werk of dagbesteding, onderwijs, vrijwilligerswerk.
Er zijn twee wetten die zich richten op participatie, zodat iedereen mee kan doen: jong of oud, man of vrouw, met of zonder beperking.
Welke wet laat mensen optimaal deel laten nemen aan de samenleving.
A
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)
B
Participatiewet
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wetgeving
Als medewerker maatschappelijke zorg begeleid je cliënten op het gebied van zorg en welzijn. Dit is geregeld in verschillende wetten.
Welke wet op het gebied van zorg en welzijn regelt zaken voor mensen die zelfstandig thuis wonen en daarbij een hulpvraag hebben?
Als medewerker maatschappelijke zorg begeleid je cliënten op het gebied van zorg en welzijn. Dit is geregeld in verschillende wetten.
Welke wet op het gebied van zorg en welzijn regelt zaken voor mensen die zelfstandig thuis wonen en daarbij een hulpvraag hebben?
A
De participatiewet
B
De Wet langdurige zorg (WLZ)
C
De Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Ondersteuningsvragen waarom geen HELP.
- HELP maakt afhankelijk, gericht op overnemen van zorg,
- Een ondersteunings- en /of hulpvraag geeft aan hoeveel ondersteuning iemand nodig heeft
- Cliënt heeft (indien mogelijk) de regie.
Slide 22 - Tekstslide
Ondersteuningsvragen waarom geen HELP.
- HELP maakt afhankelijk, gericht op overnemen van zorg,
- Een ondersteunings- en /of hulpvraag geeft aan hoeveel ondersteuning iemand nodig heeft
- Cliënt heeft (indien mogelijk) de regie.
Slide 23 - Tekstslide
Ondersteuningsvragen waarom geen HELP.
- HELP maakt afhankelijk, gericht op overnemen van zorg,
- Een ondersteunings- en /of hulpvraag geeft aan hoeveel ondersteuning iemand nodig heeft
- Cliënt heeft (indien mogelijk) de regie.
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 27 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
