Les 26

Wat te doen vandaag.....

- droedel
- nakijken
- doel 
- uitleg persoonsvorm t.t
- zelf aan de slag
- afsluiting

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat te doen vandaag.....

- droedel
- nakijken
- doel 
- uitleg persoonsvorm t.t
- zelf aan de slag
- afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken les 12 opdracht 1 t/m 9

Slide 4 - Tekstslide

                                 Terugblik:


Twee soorten reclame
Lay-out
Terugblik

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdletters, hoe zat het ook alweer? Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 6 - Open vraag

Plaats zo nodig hoofdletters en leestekens

hans als je mij een mars geeft, krijg je van mij een twix

Slide 7 - Open vraag

Lesdoel 
Je leert vandaag de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen (Les 26) 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Zet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Het haardvuur (branden) erg goed en geeft veel warmte af.

Slide 10 - Open vraag

Het groepje leerlingen (studeren) hard voor PTO 2.

Slide 11 - Open vraag

Ik wed dat je het wachtwoord niet (raden)

Slide 12 - Open vraag

Hoe je het ook (wenden) of keert, de toekomst wordt steeds digitaler.

Slide 13 - Open vraag

Hoeveel keer had je persoonsvorm goed opgeschreven?
4 keer goed
3 keer goed
Minder dan 2 keer goed.

Slide 14 - Poll

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed of één fout? Dan mag je zelfstandig aan het werk.
- Afmaken les 26 opdracht 1 t/m 10 blz. 56 en 57.
Klaar? Ga da stillezen.
              
De rest doet mee met de instructie 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Samenvatting: 
Regels persoonvorm in tegenwoordige tijd
De  ik-vorm. 
Je haalt -en van het hele werkwoord af. 
Bijvoorbeeld: ik loop, ik vind, ik word). 

Hij, zij, het, men: voor of achter de PV ik-vorm + t. 
( Hij wordt, zij loopt, men vindt, het vindt, ...) 
Let op: Jij vindt /////  vind jij?

Tip: spreek de persoonsvorm uit en luister of je de 't' hoort. Hoor je de 't'? Dan schrijf je hem op







Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Mijn oma (benijden) haar kennissen die elk puzzelwoord onthouden.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

De vogel (zweven) hoog boven het grasveld.

Slide 22 - Open vraag

(Vinden) je trainer dat geen goed idee?

Slide 23 - Open vraag

Zelfstandig werken
Wat?
Maken les 26 opdracht 1 t/m 10 blz. 56 en 57
Hoe?
Lees de theorie op blz. 56 nog een keer rustig door. Bij vragen eerst overleggen met buurman/buurvrouw.
Tijd?
Tot einde van de les.
Klaar?
Stillezen

Slide 24 - Tekstslide

Wat te doen vandaag.....

- lesdoelcheck
- terugblik
- zelf aan de slag
- afsluiting

Slide 25 - Tekstslide

Lesdoel 
Je leert vandaag de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen (Les 26) 

Slide 26 - Tekstslide

Wat moet je doen als de persoonsvorm tegenwoordige tijd is?

Slide 27 - Open vraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(aanvaarden) Hij ... altijd mijn excuus.

Slide 28 - Open vraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(vermoeden) ... je dat ze je aannemen?

Slide 29 - Open vraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(worden) ... u daar vaak over gebeld?

Slide 30 - Open vraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(worden) Het ... wel spannend.

Slide 31 - Open vraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(draaien) Hij ... er altijd omheen.

Slide 32 - Open vraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(verkleden) ... je collega zich ook?

Slide 33 - Open vraag

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(betekenen) Vrijheid ... veel voor hem.

Slide 34 - Open vraag

Zelfstandig werken
Wat?
Maken les 26 opdracht 1 t/m 10 blz. 56 en 57
Hoe?
Lees de theorie op blz. 56 nog een keer rustig door. Bij vragen eerst overleggen met buurman/buurvrouw.
Tijd?
Tot einde van de les.
Klaar?
Stillezen

Slide 35 - Tekstslide